Tekst André Twigt
Foto SM Hille Hillinga
Bondgenootschap viert verjaardag in roerige tijd
Het 75-jarige bestaan van de NAVO werd onlangs gevierd. Maar valt er eigenlijk wel wat te vieren, met oorlog op het Europese continent en een bondgenootschap dat van buiten én van binnen onder druk staat? Kapitein ter zee Hans Veken, werkzaam op het NAVO-hoofdkwartier in Brussel, vindt van wel. “De NAVO houdt ons al 75 jaar veilig en past zich keer op keer aan nieuwe veiligheidssituaties aan. Sinds de Russische annexatie van De Krim gingen de gereedheid en afschrikking omhoog.”
Veken werkt als sectiehoofd Maritieme Plannen bij de Internationale Militaire Staf (IMS). De IMS voorziet het Militair Comité (MC) – onder leiding van voorzitter luitenant-admiraal Rob Bauer – van strategisch militair advies. Het MC adviseert vervolgens weer de North Atlantic Council (NAC), onder leiding van secretaris-generaal Jens Stoltenberg. Vaak gaat dat over militaire aspecten van strategisch beleid, operaties en de doorontwikkeling van het bondgenootschap. Is er binnen de NAC een besluit genomen, dan ziet de IMS toe op uitvoering hiervan door het betreffende NAVO-onderdeel.
Wereldwijde ontwikkelingen
Tot consensus komen binnen de NAVO is volgens Veken ‘geen sinecure’. De inmiddels 32 lidstaten hebben vaak verschillende meningen en belangen. Het militair advies moet daar uiteindelijk een afspiegeling van zijn. Het vergt kennis, creativiteit en tijd om een advies goed uit te werken en op te schrijven om uiteindelijk tot overeenstemming te komen.
Het goeddeels glazen NAVO-hoofdkwartier biedt ruimte aan zo’n 4.000 mensen. Het zou omschreven kunnen worden als een hiërarchisch en proces-gestuurde beleidsfabriek, waarbinnen de wil van de lidstaten wet is. Hier wordt overigens niet alleen gefocust op strikt militaire zaken, maar ook op (andere) wereldwijde ontwikkelingen op het gebied van veiligheid, energie, grondstoffen, migratie, inclusiviteit en klimaatverandering. “Ikzelf ben in dit alles maar een klein schakeltje, hoor”, realiseert Veken zich.
NAVO staat voor diplomatie
De kapitein ter zee bevestigt dat vaak wordt gedacht dat de NAVO louter een militaire organisatie is, waarbij het draait om planning en uitvoering van militaire operaties. Dat klopt slechts gedeeltelijk, want op de eerste plaats staat de NAVO voor diplomatie. “Door met elkaar te praten, proberen we conflicten te voorkomen, dus zonder geweld op te lossen.”
Het fundament hiervoor wordt volgens Veken gevormd door het NAVO-verdrag, waarin democratische principes en waarden zijn vastgelegd, zoals vrije verkiezingen, gelijke rechten en vrijheid van meningsuiting. “In Brussel zie je naast militairen daardoor ook veel diplomaten. Zij wisselen met elkaar informatie uit over wat er in de wereld gebeurt.” Daarnaast helpt de NAVO ook bevriende landen die geen lid zijn, ten bate van hun veiligheid. Het trainen van Oekraïense militairen is hiervan een goed voorbeeld.
Van zeebodem tot ruimte
Als marineman houdt Veken zich vooral bezig met het maritieme domein, dat van levensbelang is voor de collectieve veiligheid en welvaart. Alleen al voor het beschermen van onze handelsbelangen heeft Nederland een marine nodig, vindt hij. Het openhouden van de Sea Lines of Communication en choke points, onderzeebootbestrijding, oppervlakte-oorlogvoering, luchtverdediging en amfibisch optreden zijn traditionele taken, waar het CZSK van oudsher binnen de NAVO aan bijdraagt.
Nieuw is dat het maritieme domein inmiddels van de zeebodem tot in de ruimte reikt. Op de bodem liggen essentiële energie- en datakabels en pijpleidingen, waarin tegenstanders grote belangstelling hebben. En de ruimte is inmiddels vergeven van satellieten, benodigd voor navigatie, communicatie en doelbepaling. “De bescherming van dit uitgestrekte maritieme domein is voor de NAVO geen geringe opgave, want ruim 80 procent van het verdragsgebied bestaat uit water.”
Qua cash achtergebleven
Nederland behoorde tot de eerste 12 landen die op 4 april 1949 in Washington het oprichtingsverdrag van de NAVO ondertekenden. In alle jaren sinds de oprichting is ons land een loyale bondgenoot geweest. “We hebben goed personeel en goede spullen, waarmee we wezenlijke bijdragen leveren.” Maar Veken merkt wel op dat de NAVO Nederland meer dan voorheen aanspreekt op haar cash, capabilities & contributions. Op de laatste 2 scoren we goed. Maar na de val van de Muur en dientengevolge de inning van het vredesdividend is Nederland qua cash achtergebleven. “We hebben tientallen jaren niet voldaan aan de afspraak om tenminste 2 procent van het Bruto Nationaal Product te besteden aan Defensie. Terecht is ons free rider-gedrag verweten.”
Geen waarzegger
Inmiddels is het tij gekeerd en zijn we hard op weg naar die 2 procent. Omdat de Nederlandse economie harder groeit dan verwacht, en het defensiebudget binnen de begroting vastligt, is nog niet exact duidelijk of in 2024 de 2 procent behaald wordt. Ook ‘onze man in Brussel’ kan dat niet met zekerheid zeggen. Hij is geen waarzegger, zo geeft hij toe, maar heeft er ten slotte wel alle vertrouwen in dat dit snel goedkomt. En vanuit een breder perspectief verwacht hij dan ook dat de NAVO dankzij de huidige inspanningen van alle bondgenoten in 2049 haar eeuwfeest kan vieren.