Tekst kapitein Arthur van Beveren
Foto Mediacentrum Defensie
Defensie investeert in kleding en uitrusting: extra aandacht voor vrouwen
Goede kleding en uitrusting zijn essentieel voor de krijgsmacht en daar maakt het Commando Materieel en IT werk van. Bij het KPU-bedrijf en binnen het project DOKS (het nieuwe gevechtstenue) wordt kleding en uitrusting ontwikkeld wat passend is voor iedere militair en burger. Daarbij is er extra aandacht voor de vrouwen van Defensie.
Lange tijd hebben vrouwen binnen Defensie te maken gehad met kleding en uitrusting die niet goed aansloten op hun lichaam, terwijl vrouwen onmisbaar zijn voor de organisatie. Gelukkig zit Defensie nu in een stroomversnelling om hier verandering in te brengen. Door de snel ontwikkelende markt en veranderende gebruikerswensen zorgen we ervoor dat kleding en uitrusting veel beter aansluiten op het vrouwelijke lichaam.
Het KPU-bedrijf van Defensie test, innoveert en ontwikkelt daarom continue. Dit doen zij samen met andere collega’s van COMMIT, de defensieonderdelen, maar ook met externe partners zoals TNO. Bij elk nieuw project en elke productontwikkeling ligt de focus op veiligheid, draagcomfort en de juiste pasvorm. Dit betekent dat we bij projecten zoals DOKS werken aan een uitgebreide matenboog om ervoor te zorgen dat het nieuwe gevechtstenue passend is op elk lichaam. DOKS heeft hiervoor ook een referentiegroep vrouwen, die tijdens verschillende fasen van het ontwikkeltraject input en feedback leveren. Bij andere projecten, zoals de veiligheidsvesten van de KMar en DBBO betekent dit het ontwikkelen van vesten met geïntegreerde cups bij de borst. Kortom geen enkel lichaam is hetzelfde, en dat moet in elk ontwerp worden meegenomen.
Krijgsmacht krijgt moderne antitankwapens met lange schootsafstand
De krijgsmacht moet in staat zijn vijandelijke doelen op grote afstand uit te schakelen. Denk aan gevechtsvoertuigen, bunkers, gevechtsopstellingen en helikopters. Daarom schaft Defensie antitankwapens aan die op lange afstand doel kunnen treffen. Ze vervangen naar verwachting vanaf 2026 de systemen voor de middellange afstand.
De vervanging is nodig vanwege de snel verslechterende veiligheidssituatie in Europa. Het draagt verder bij aan de veiligheid van de militairen.
De huidige antitankwapens hebben na 25 jaar het einde bereikt van zowel hun technische als operationele levensduur. Hierdoor kent het systeem in toenemende mate technische uitval. Daarnaast is het moeilijk ze in stand te houden en is het niet mogelijk ze verder te ontwikkelen. Bovendien zijn de optische middelen voor doeldetectie en raketgeleiding verouderd.
5.000 meter
Defensie kiest nu voor moderne lanceersystemen. Die maken het mogelijk vijandelijke gevechtsvoertuigen tot een afstand van 5.000 meter uit te schakelen. Daarnaast zijn ze in staat om doelen zonder een directe zichtlijn via een coördinaat onder vuur te nemen. De raket wordt daarbij tijdens de vlucht bijgestuurd. Deze gemoderniseerde antitankwapens worden alleen geleverd door de Israëlische leverancier Rafael.
Met de nieuwe lanceerinstallatie zijn ook raketten van andere Europese landen te verschieten. Duitsland bijvoorbeeld vervangt sinds 2020 ook de antitankcapaciteit voor de middellange afstand. De oosterbuur heeft dezelfde lanceerinstallaties en antitankraketten aangeschaft. Bovendien maken onder meer België, Denemarken, Estland, Finland, Hongarije, Italië, Litouwen, Polen, Roemenië, Spanje, Tsjechië en Zwitserland hier gebruik van. Daarnaast krijgt NAVO-bondgenoot Canada deze antitankwapens. Deze zogeheten standaardisatie vormt een belangrijke overweging bij de aanschaf van militair materieel.
Defensie wil alle oude lanceerinstallaties in 4 jaar vervangen. De organisatie streeft er naar het contract voor levering van nieuwe antitankwapens in oktober dit jaar te tekenen. De laatste systemen stromen naar verwachting in de eerste helft van 2028 binnen.
Brekelmans: “Afspraken over kunstmatige intelligentie in militair domein zijn nodig en in ons belang”
“Het gebruik van kunstmatige intelligentie in het militair domein moet worden afgestemd op internationale wet- en regelgeving. Tegelijkertijd mag dit innovatie niet in de weg staan en moeten we realistisch zijn over het nakomen van afspraken.” Dat zei minister van Defensie Ruben Brekelmans op 10 september op de top over Responsible AI in the Military Domain (REAIM) in Seoul.
“Nu zijn er geen regels en normen over hoe om te gaan met kunstmatige intelligentie in het militaire domein. Dat betekent dat onduidelijk is wat is toegestaan en hoe kan worden omgegaan met ethische dilemma’s”, aldus Brekelmans. “Als je dat soort afspraken wel hebt, dan kun je landen aanspreken die zich daar niet aan houden. Daarbij is een ook een dilemma dat als krijgsmachten niet volop meegaan in de ontwikkeling van AI, ze daar mogelijk een hoge prijs voor kunnen betalen”.
De minister benadrukte daarbij het belang van het opleiden en aantrekken van gekwalificeerd personeel op het gebied van kunstmatige intelligentie.
“We moeten de kansen van AI-toepassingen afzetten tegen de risico’s. Een team van goed opgeleide militairen en AI-experts moet dat doen. Ook moeten er keuzes gemaakt worden op welke momenten er een mens achter de knoppen moet zitten. Nederland geeft hierbij de voorkeur aan een gebalanceerde aanpak, waarbij regulering van verantwoord gebruik van AI in het militaire domein geen hinder oplevert voor innovatie.”
Blauwdruk
Op de REAIM-summit kwamen meer dan 60 landen en vele ministers van Buitenlandse zaken en Defensie bijeen. Samen werkten ze aan internationale afspraken over AI in het militaire domein. Op de bijeenkomst werd een zogenoemde ‘blueprint for action’ gepresenteerd. In dit document staan de belangrijkste uitgangspunten voor de nog te ontwikkelen afspraken.
Voor Nederland staan in de blauwdruk belangrijke elementen, zoals de centrale positionering van internationaal recht en verantwoord omgaan met data. Ook het belang van ruimte voor innovatie wordt benadrukt.
Blij met vooruitgang
Nederland was in 2023 de initiatiefnemer van de eerste REAIM-summit in Den Haag en vervulde dit jaar de rol van co-host in Zuid-Korea. Brekelmans is blij met de geboekte vooruitgang.
“Bij de eerste editie van REAIM in Nederland lag de focus op het ontkrachten van mythes over AI. Ook wisselden we kennis uit over kunstmatige intelligentie om tot gezamenlijk begrip te komen”, verklaarde hij. “We hebben nu een punt bereikt waarbij we kunnen werken aan concrete stappen naar ons streven om tot internationale overeenstemming te komen.” Nederland wil volgende maand hierover een resolutie indienen bij de Verenigde Naties, samen met Zuid-Korea.
Bezoek aan defensie-industrie
Tijdens het bezoek van Brekelmans aan Zuid-Korea stond niet alleen de REAIM-summit op het programma. De minister bracht ook een bezoek aan verschillende bedrijven die onderdeel uitmaken van de Koreaanse defensie-industrie, zoals LIG Nex1 en Hanwha Aerospace.
Verder voerde hij bilaterale overleggen met de ministers van Defensie van onder meer Zuid-Korea, Singapore, Canada en Kenia. Met het bezoek aan Zuid-Korea onderstreept Brekelmans ook het belang van de Indo-Pacific regio voor Nederland en de diepe historische banden tussen beide landen
Gedoneerde amfibische rupsvoertuigen onderweg naar Oekraïne
Defensie doneert 28 amfibische rupsvoertuigen aan Oekraïne. De zogeheten Bandvagn Vikings zijn al onderweg naar het oosten. Het materieel was in gebruik bij het Korps Mariniers. Dat heeft dan ook de Oekraïense collega’s opgeleid om met het systeem te kunnen werken. De training betrof tevens het technisch onderhoud van het materieel.
Het rupsvoertuig is onder meer geschikt voor troepen- en/of gewondentransport in extreem terrein. Ook kan het dienen als commandovoertuig of mobiele vuursteun bieden.
Met voor- en achterwagen en gekoppeld stuurmechanisme landt de Viking vanaf een landingsvaartuig moeiteloos op het strand. Het voertuig is gepantserd, wat extra bescherming biedt tegen vijandelijk vuur. De Viking kan opereren in de meest uiteenlopende weersomstandigheden.
Een nadeel is het beperkt zicht van de bestuurder. Die moet daarvoor goed samenwerken met de boordschutter. Het was dan ook een belangrijk onderdeel tijdens de training van Oekraïense militairen.
Oekraïne mag de Vikings naar eigen inzicht inzetten. Daarvoor moet het land zich wel houden aan het internationaal humanitair oorlogsrecht.
Korps Mariniers
Het Korps Mariniers krijgt komende jaren de beschikking over 124 nieuwe rupsvoertuigen en 179 kleine all-terrain patrouillevoertuigen. Een deel van al dat materieel vervangt onder meer de verouderde Bandvagn Viking-voertuigen.
Defensie koopt mobiele radars voor dronedetectie in Oekraïne
Defensie schaft 51 mobiele radars aan. Op 21 augustus werd het contract ondertekend bij Robin Radar Systems in Den Haag. De systemen zijn in staat om kleine drones te detecteren en deze te onderscheiden van bijvoorbeeld vogels. Uniek aan de radars is dat deze rijdend op een platform hun werk doen. Later dit jaar doneert Defensie die systemen aan Oekraïne.
De radars monitoren de omgeving op aanwezigheid van drones, zelfs bij een hoge snelheid. Doordat het detectiesysteem mobiel is, kan de tegenstander de radar lastiger vinden en dus minder makkelijk neutraliseren. Dat maakt het mogelijk om continu vijandelijke drones te signaleren en vervolgens uit te schakelen.
Defensie heeft eerder radars gekocht bij Robin Radar. Deze waren statisch en worden momenteel op verschillende locaties ingezet. Feedback vanuit de gebruikers was onder andere een verzoek om al rijdend te kunnen blijven detecteren. Doorontwikkeling van het radarsysteem heeft deze nieuwe functionaliteit opgeleverd.
Drone-aanvallen vanuit Rusland
Naar verwachting doneert Defensie de 51 radars in het laatste kwartaal van 2024 aan Oekraïne. Ze gaan daar gefaseerd naartoe. In Oekraïne zijn ze van essentieel belang om drone-aanvallen vanuit Rusland tegen te gaan.