Tekst Coen Heil
Foto SM Aaron Zwaal
‘We zetten de eerste stapjes, maar willen zo snel mogelijk rennen’
Defensie start het ene na het andere innovatieproject. Het Commando Landstrijdkrachten heeft er zelfs een speciale sectie voor: de afdeling Innovatie. In deze rubriek belicht dit e-zine bijzondere trajecten die deze groep initieert of ondersteunt. Ditmaal de mogelijkheden van ‘space’ voor inlichtingen binnen het landdomein.
Majoor Edwin is militair bij de landmacht, maar werkt bij het luchtmachtonderdeel Defensie Space Security Center (DSSC). Hij onderzoekt hoe de KL kennis kan halen uit zogenoemde space data, voor inlichtingen binnen het landdomein.
Dat leidde tot het project SAR-CASM (SAR Conflict and Security Monitoring). De onderzoeksvraag: is het mogelijk om operationele en tactische troepenbewegingen vanuit de ruimte waar te nemen met laag-resolutie SAR (Synthetic Aperture Radar)? Hiervoor is de hulp nodig van radarbeelden van het Europees Ruimteagentschap ESA; data die toegankelijk is voor Defensie. Hiervoor is gekozen omdat radarsatellieten ook ’s nachts bruikbaar zijn en geen last hebben van atmosferische omstandigheden als bewolking en neerslag. In tegenstelling tot andere satellietbeelden, die vaak een beperkte resolutie hebben.
Niet voldoende
Desalniettemin bleek de resolutie te laag, waardoor individuele voertuigen niet zichtbaar waren. Daarom leeft nu het idee om SAR-CASM 2.0 te lanceren, “om te kijken of we met hoge resolutie SAR wél die voertuigen kunnen zien en volgen, en operationele en tactische troepenbewegingen kunnen zien”, licht de majoor toe.
‘Dit is een gamechanger’
Een gamechanger, beaamt een medewerker van inlichtingeneenheid JISTARC. “Dat je over de hele wereld data kunt ophalen door fotografische satellietbeelden, heeft veel meerwaarde. Het grote voordeel van SAR is bovendien dat weersomstandigheden of tijdstip niet voor ruis op de lijn zorgen.”
SAR-CASM 2.0
Voor een eventuele SAR-CASM 2.0 zijn behalve extra financiën ook de juiste mensen nodig. “Wij hebben met het DSCC de eerste versie begeleid vanuit de luchtmacht, maar het zou mooi zijn om in het vervolg een partij als het JISTARC erbij te betrekken”, vertelt Edwin. “Zij hebben immers een eenheid die met de vergaarde data de juiste analyses kan maken.”
Hoewel de medewerker van JISTARC op zijn beurt voorzichtigheid betracht over de directe meerwaarde van het project, erkent hij het belang van satellietdata en space data.
Gesloten dataketen groot doel
DSCC ontwikkelt space-capaciteiten met verschillende sensoren”, vervolgt de majoor zijn aanstekelijke betoog. “Met als doel bruikbare data via een gesloten dataketen beschikbaar te hebben voor alle landmachteenheden.” Dat ziet Edwin als volgt voor zich: DSSC is verantwoordelijk voor het ontvangen van de opdracht – die bestaat uit het maken van een opname met de satelliet – het aansturen van de satelliet, het daadwerkelijk maken van de satellietopname, het downloaden van de data en het onderbrengen in een database. “Daarnaast moeten we met DSCC nadenken over onder meer het inrichten van data-analyse, gebruik bij planning en de behoefte voor aanvullende satellietbeelden.”
Je hebt geen toestemming nodig van het land dat wordt ‘betreden’
Space in landoptreden onafwendbaar
Dat space in het landoptreden straks onafwendbaar is, staat buiten kijf. “Als we straks de dataketen van space hebben gesloten voor de landmacht, beschikt DSCC over informatie die samen met het weer en terrein belangrijk zijn. Van daaruit kunnen we analyses maken voor de landmacht”, klinkt de majoor enthousiast. “Behalve de terreinanalyse ontvang je dan veel extra informatie, zoals de beweging van troepen en voertuigen en diverse communicatie- en navigatiesystemen.”
Voor het hanteren van space is geen toestemming nodig van het land dat wordt ‘betreden’. In tegenstelling tot het gebruik van een drone of vliegtuig in diezelfde regio. “Zo krijgen we een beter beeld van wat zich afspeelt in een operatiegebied.”
Eerste stapje in space
Uiteindelijk wordt het een kunst alle verzamelde ruimte-inlichtingen te integreren met andere varianten zoals menselijke inlichtingen. “Om dat over elkaar heen te kunnen leggen, moeten mijn collega’s van DSCC en ik onze huidige tools aanpassen”, geeft de bevlogen roerganger van SAR-CASM aan. “Maar daar moeten we nog goed over nadenken. Als space zetten wij net onze eerste stapjes: kruipen, lopen, terwijl we er alles aan doen om zo snel mogelijk te kunnen rennen, zodat alle benodigde data beschikbaar komt bij de operationele eenheden.”
Ruimtevaarttechnologie makkelijker realiseerbaar
Relevante ruimtevaarttechnologie voor het landdomein wordt steeds betaalbaarder. “In 2023 lanceerden we de BRIK-II – een 6U nanosatelliet en de eerste militaire satelliet van Nederland”, blikt Edwin terug. “Daaruit bleek dat het financieel haalbaar is en bruikbare militaire informatie oplevert. Nu herbruikbare raketten worden ontwikkeld – onder meer SpaceX – zien we dat onder meer de lanceerkosten dalen.”
Red Force Tracking
Samenvattend. Ruimtegebonden inlichtingen worden in de toekomst steeds belangrijker. Waar nu gebruikgemaakt wordt van de eerste satellieten en enkele ‘plaatjes’, zullen in de nabije toekomst meerdere soorten satellieten onze informatiepositie versterken. “Mogelijk zelfs een near realtime Red Force Tracking”, lepelt Edwin op. “Als je weet waar de vijand zit, kun je met die informatie je opdracht beter analyseren en eenheden slimmer inzetten.”
Eenjarig project
SAR-CASM was een eenjarig project dat het DSSC en het JISTARC samen uitvoerden met het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium en Science & Technology. Het doel hierbij was te zien wat er nu mogelijk is, met behulp van de openbaar beschikbare satelliet SAR-data en bestaande algoritmes, om tactische en operationele troepenbewegingen te monitoren en detecteren.