03

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 34

‘We kunnen én willen elkaar vinden’

Nederlandse Apaches gaan nog meer optrekken met partners

Een omvangrijke, internationale Apache-oefening in 2027 en meer uitwisseling van personeel. Het zijn enkele uitkomsten van de Attack Aviation Summit, waarbij de gebruikers van de Apache in Europa vorige week samenkwamen. Twee dagen lang was er op Vliegbasis Gilze-Rijen de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten, bij te praten over de (gezamenlijke) inzet van de gevechtshelikopter en van elkaar te leren. Vijf vragen aan luitenant-kolonel Boudewijn Stevens, commandant van de Nederlandse Apache-eenheid.

Tekst: kapitein Nico Schinkelshoek | Foto’s: Lex van Lieshout, sergeant-majoors Jan Dijkstra en Barend Westerveld

Luitenant-kolonel Stevens staat inmiddels twee jaar aan het roer van 301 Squadron.
Luitenant-kolonel Stevens staat inmiddels twee jaar aan het roer van 301 Squadron.

Voor Stevens was het een geslaagde bijeenkomst. Hij zag het onderlinge vertrouwen tussen de deelnemers toenemen. Belangrijk met het oog op een eventueel hooftaak 1-scenario: het beschermen van het eigen grondgebied en dat van bondgenoten. “Zodat als het moet, we zij aan zij kunnen vechten”, aldus de commandant van 301 Squadron en gastheer van het evenement. “We hebben grote stappen gezet in het verstevigen van de internationale banden.”

‘We moeten dezelfde vraagstukken beantwoorden’

Na twee eerdere edities in Duitsland (georganiseerd door het Amerikaanse leger) en het Verenigd Koninkrijk was de organisatie van het evenement op 3 en 4 september in handen van Nederland. Op het Defensie Helikopter Commando (DHC) in Gilze-Rijen kwamen zo’n tachtig operationele leiders, vliegers, planners en technische experts samen. Naast een Nederlandse vertegenwoordiging waren er collega’s uit het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten (gestationeerd in Duitsland) en Polen. Dat laatstgenoemde land ontvangt momenteel de eerste Apaches. Verder was Australië van de partij. Hoewel dit land niet met het toestel vliegt boven het Europese continent, was het aanwezig om te leren van de bondgenoten hier.

Een beeldscherm met daarop een blauwdruk van een Apache en de tekst ‘Summit 2025 – The Netherlands’.
Afgelopen week vond de derde Attack Aviation Summit plaats. Ook komend jaar is er weer een editie.

Wat maakt de Attack Aviation Summit zo bijzonder?

“De operationele eenheden zitten hier op hetzelfde niveau naast elkaar. Van commandant tot commandant en van techneut tot techneut. Daardoor kan je de internationale samenwerking direct concreet maken. Daarnaast is het bijzonder dat je vijf operationele eenheden samenbrengt. Als je op de kalender van een eenheid kijkt, zie je dat meer dan de helft van het jaar bezet is met oefeningen en uitzendingen. Iedereen hier krijgen is dus al een prestatie op zich.”

‘Iedereen ziet de uitdagingen die voor ons liggen’

Waarom is het belangrijk om dit evenement te houden?

“We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. We voeren een nieuw wapensysteem in, de AH-64E (ook wel ‘Apache Echo’ genoemd, red.) en zitten met z’n allen in een transitie. Tegelijkertijd is er een hernieuwde focus op het oosten en een mogelijk grootschalig conflict. We kunnen veel van elkaar leren, omdat we dezelfde vraagstukken moeten beantwoorden. Maar het is ook belangrijk om vertrouwen te creëren. In de toekomst hebben we misschien niet de tijd om elkaar eerst af te tasten. In een hoofdtaak 1-scenario gaat alles snel. Wij zijn met elkaar uiteindelijk dé specialisten op dit wapensysteem. Samen moeten we het verhaal vertellen over wat een Apache betekent in een grootschalig conflict. En dat is gelukt.”

De donkergroene Apache-helikopter staat stil op de grond. Daarachter zijn de hangaars te zien.
De vernieuwde Apache Echo.

Hoe ziet dat gezamenlijke verhaal eruit?

“In abstracte zin ziet iedereen de uitdagingen die voor ons liggen en het werk dat daarbij komt kijken. Internationale samenwerking en een sterker netwerk zijn daarvoor de sleutel. We beschikken niet zelf over alle kennis, maar moeten die delen. Concreet zijn de overeenkomsten heel breed. Die zitten bijvoorbeeld in de manier waarop we het wapensysteem inzetten. Dus het type missies waarmee je de Apache wegstuurt. Daarover denken we hetzelfde.”

“Dat zien we ook in de trainingsomgeving. Het systeem is veel complexer geworden dan het twintig jaar geleden was. Er zitten meer computers in en dat vraagt meer van onze mensen. Zowel van de monteurs als van de vliegers die ze allemaal moeten bedienen. Die complexe wapensystemen gebruiken we nu ook nog eens in een vijandiger omgeving met meer dreigingen en actoren. Hoe train je daar dan op? Enerzijds investeer je in de skills and drills van het individu. Anderzijds geloven we dat focus helpt. Het heeft geen zin om je in de hele breedte op alles voor te bereiden. Ook daarover denken we hetzelfde.”

“Daarnaast is de rol van simulatie besproken en onderkennen we dezelfde behoeftes als het gaat om de doorontwikkeling van het wapensysteem. Dat moet je bijvoorbeeld uitrusten met de nieuwste wapens. Het is belangrijk om daar gezamenlijk naar te kijken, want het zou alles erg ingewikkeld maken als wij bijvoorbeeld een ander wapen onder de Apache hangen. Ondanks kleine verschillen, die bijvoorbeeld organisatorisch van aard zijn, zien we dat we elkaar kunnen en vooral ook willen vinden.”

Een onderdeel van het evenement is simulatie, waarin partners van elkaar kunnen leren.
Militairen zitten met een VR-bril op achter een nagemaakte stuurknuppel van een Apache.

‘We worden serieus genomen, ondanks dat we de kleinste eenheid zijn’

Wat is de positie van Nederland als Apache-land binnen dit geheel?

“Wij onderscheiden ons doordat wij hoogopgeleid, goed getraind en kritisch zijn. Ook hebben we een hoog ambitieniveau. Dat is een aantal karakteristieken waardoor wij zeker wat in te brengen hebben in zo’n internationaal gezelschap. Tijdens uitzendingen hebben we veel ervaring opgedaan. We worden serieus genomen, ondanks dat we de kleinste eenheid zijn.”

“We lopen daarentegen qua ervaring misschien nog iets achter, omdat zowel de Amerikanen als de Britten eerder hun nieuwe Apaches hebben ingevoerd. Zij hebben bovendien meer kennis van het grootschalig optreden. Simpelweg omdat ze verankerd zijn in een groter systeem. En de Polen moeten nog wat bijtrekken. Dat realiseren ze zich ook. Maar dat land groeit eveneens naar een meer dan serieuze capaciteit.”

Viermaal een mouw van een militair uniform met daarop de vlaggen en logo’s van respectievelijk Nederland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Polen.
Nederland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Polen zijn de primaire gebruikers van de Apache op het Europese continent.
Viermaal een mouw van een militair uniform met daarop de vlaggen en logo’s van respectievelijk Nederland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Polen.
Een mouw van een militair uniform met daarop de vlag van Australië.
Australië was op de summit aanwezig in de vorm van ‘observer’.

De deelnemende landen gaan structureler samenwerken

Welke afspraken hebben jullie met elkaar gemaakt voor de toekomst?

“Momenteel laten we bijvoorbeeld Amerikanen deelnemen aan onze oefeningen en andersom nemen wij deel aan hun oefeningen. Dat gaan we structureler doen. Zowel kleinschalig als op het hogere niveau. Daarvoor gaan we onze kalenders tot twee jaar vooruit delen en analyseren we waar de opties liggen voor partnerlanden om aan te sluiten. Ook hebben we de intentie uitgesproken om in 2027, gezamenlijk met alle vier de landen en mogelijk Australië, deel te nemen aan een grote internationale Apache-oefening.”

“Een derde uitkomst is dat we laagdrempelig observers naar elkaar sturen. Dat kan naar een kleine oefening zijn, maar ook naar zoiets als inspecties van de Apache. Het is heel leerzaam voor een Nederlandse monteur om mee te lopen met een Brits of Amerikaans team. Om te leren van de bedrijfsvoering en de kennis die daar voorhanden is. Een vierde afspraak is dat we studiedata met elkaar delen. Iedereen bestudeert hoe een grootschalige operatie eruitziet en wat dat betekent voor de verschillende wapensystemen. Die data willen we beter uitwisselen.”

“Het laatste waar we een aanzet toe hebben gedaan, is crossteaming. Stel: een Apache is kapot en je vliegt naar een veld waar alleen maar Amerikaanse monteurs zijn, wat kan je dan voor elkaar betekenen? Op uitzending zie je dat dat vaak goed gaat, maar terug in Nederland lukt dit opeens veel minder. Deels omdat de regelgeving dat bemoeilijkt. We gaan ons gezamenlijk hard maken voor meer crossteaming. Bijvoorbeeld in de vorm van monteurs die meedraaien in de technische dienst van een ander land en tijdens een oefening ook daadwerkelijk aan een Amerikaanse Apache sleutelen. Of door een vlieger mee te laten vliegen in Britse toestellen. In een hooftaak 1-scenario is het onvermijdelijk dat je wat voor elkaar moet betekenen. En als we bijna zeker weten dat dit een realistisch scenario is, moeten we ons daarop ook zo goed mogelijk voorbereiden.”

Inzetten Nederlandse Apaches

De recentste inzet van de Nederlandse Apaches was tussen 2014 en 2017 in Mali. Daar verzamelden de toestellen inlichtingen en beschermden ze Nederlandse en andere VN-militairen tijdens de VN-missie Minusma. Andere inzetten waren onder meer in Irak en Afghanistan (tussen 2004 en 2010), Djibouti (2001) en voormalig Joegoslavië (1998 en 1999).

Een vliegende Apache schiet met het boordkanon.