Aftrap van het Ecosysteem Logistiek bij Defensie
“Een heel belangrijke stap, want we kunnen het niet alleen.” Zo omschrijft commandant Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) luitenant-generaal Jan-Willem Maas de start van het Ecosysteem Logistiek (ESL). Door een slimme combinatie van de eigen transportcapaciteit en strategische samenwerking met civiele logistieke partners moet de krijgsmacht altijd klaar staan. Zelfs onder de meest uitdagende omstandigheden. Deze week was de lancering.
Tekst: Evert Brouwer | Foto’s: sergeant-majoor Jan Dijkstra
De samenwerking is cruciaal om Defensie te ondersteunen bij de hoofdtaken, zoals de verdediging van Nederlands en bondgenootschappelijk grondgebied (hoofdtaak 1). Voor bedrijven in de sector transport en logistiek ligt er de kans om met Defensie een bijdrage te leveren aan nationale en internationale veiligheid. “Niet als toeschouwer, maar als actieve partner”, betoogt generaal Maas. “Deze samenwerking biedt de partijen de kans op stabiel werk en een waardevolle bijdrage aan het ministerie van Defensie, zowel in dagelijkse ondersteuning als in cruciale scenario's.”
‘We groeien heel snel – uw inzet, hulp en expertise zijn hard nodig’
Verbinding
Defensie kan de logistieke uitdagingen van deze tijd niet alleen aan. Waar met name de landmacht tot eind jaren ‘80 beschikte over een omvangrijk eigen logistiek apparaat, is dat in de loop der jaren in hoog tempo afgeslankt. Veel logistieke taken zijn uitbesteed of afgestoten. Dat betekent dat Defensie nu de verbinding zoekt met civiele partners om die capaciteiten aan te vullen. “We groeien heel snel, maar het duurt jaren voor we nieuw materieel hebben. Uw inzet, hulp en expertise zijn hard nodig. U investeert in het vergroten van de weerbaarheid van de Nederlandse samenleving en daarmee in de stabiliteit van de economie”, aldus generaal Maas.
Stap verder
Samenwerking met civiele transport- en logistieke bedrijven is dus noodzakelijk om een slagvaardige, wendbare en toekomstbestendige krijgsmacht te vormen. “Dit partnerschap in de ESL is cruciaal om materieel snel en efficiënt te verplaatsen, zowel tijdens geplande oefeningen als in het geval van een oorlogssituatie”, vindt kolonel buiten dienst Dirk Jan Blaas, projectleider ESL. “Defensie kijkt bij de selectie van partners niet alleen naar capaciteit, maar ook naar kwaliteit, flexibiliteit, duurzaamheid en technologische innovatie.”
‘Er is veel capaciteit nodig’
De samenwerking is niet helemaal nieuw. Vijf jaar geleden is een proef gestart met tien civiele transportbedrijven die tegen een marktconforme vergoeding diensten leveren aan Defensie. Dat gebeurt met name tijdens oefeningen van de landmacht, maar ook voor dagelijkse zaken.
“Samenwerking in de ESL gaat een stap verder”, houdt Blaas het ruim honderdkoppige gehoor in Kasteel Woerden voor. “We moeten rekening houden met het ergste scenario. In de tijden van de Koude Oorlog kon Defensie materieel vorderen. Die tijd is voorbij. Bovendien moet ook in tijden van crisis de dagelijkse bedrijfsvoering kunnen doorgaan. Ons land heeft ook nog eens belangrijke doorvoerhavens voor andere NAVO-landen als het misgaat aan de oostgrens van het bondgenootschappelijk gebied. Er is dus veel capaciteit nodig.”
Oefeningen om te zien hoe snel en effectief er kan worden opgeschaald
Opbouwen vertrouwen
Bijvoorbeeld tanks, pantservoertuigen, munitie, voedsel en brandstof moeten in korte tijd kunnen worden verplaatst. En dat mogelijk over grote afstanden, vaak onder moeilijke omstandigheden. Daarom is vorig jaar al een oproep geplaatst aan transport- en logistieke bedrijven om zich aan te melden voor samenwerking. De bijeenkomst dinsdag in Kasteel Woerden is daarvan het gevolg.
Deelname, zo mag duidelijk zijn, is zeker niet vrijblijvend. De deelnemers aan het ESL krijgen regelmatig oproepen om te oefenen met de militairen, om zo in de praktijk te testen hoe snel en effectief er kan worden opgeschaald. “Het draait ook om het opbouwen van wederzijds vertrouwen. Dat is essentieel. We kijken niet alleen naar wat de bedrijven kunnen inbrengen en tegen welke prijs, maar ook naar kwaliteit”, laat Blaas weten.
‘Wit als het kan, groen als het moet’
Ernstscenario
De bedrijven moeten in staat zijn gegarandeerd op afroep personeel, voertuigen maar ook opslagruimte beschikbaar te stellen. De geïnteresseerde transporteurs is gevraagd te melden hoeveel personeel en materieel ze binnen vijf dagen, na dertien dagen en na drie weken beschikbaar kunnen stellen.
Het betreft onder meer diepladers, vervoer van containers, stukgoed, munitie en bulktransport. Maar ook overslagdiensten als stuwage, heffen en hijsen. Waarbij kolonel b.d. Blaas direct meldt dat in een zogenoemd ernstscenario de regel ‘wit als het kan, groen als het moet’ geldt. Met andere woorden: de civiele voertuigen rijden naar een veilig verzamelpunt (Logistic Support Area), militair materieel zorgt voor het verdere transport.
Personeelstekorten
“Helemaal zonder risico is het werk natuurlijk niet, dus we staan garant voor mogelijke schade”, zegt Blaas. Een van de wensen, geen eis, van de ESL is dat de deelnemende bedrijven hun werknemers interesseren voor een rol als reservist. “Dat ligt best moeilijk”, bekent Arjan Harms, sales & accountmanager bij Reining uit Hoogezand (Groningen), een specialist in volumevervoer en warehousing. Zo kampt de sector zelf met personeelstekorten en hoge brandstofprijzen, wat de bereidheid om extra capaciteit vrij te maken kan beperken.
‘We checken wel op de achtergrond of er landen achter zitten die we niet willen’
“Ik vraag me af wat we kunnen bieden. Reining heeft zowel chauffeurs uit het buitenland als voertuigen die met een Duits kenteken rijden. Dat geldt zeker voor meer van de transportbedrijven die hier zijn.” Dat vormt geen probleem volgens brigadegeneraal Henny Bouman, vertegenwoordiger, coördinator en aanspreekpunt voor ESL binnen Defensie. “Er komt bij de deelnemers natuurlijk wel een check of er op de achtergrond landen achter zitten die we niet willen. Het slagen van het ESL is van vitaal belang voor onze Defensie.”
Eugenius Otte, na 35 jaar in de logistiek nu CEO van XPL-AI, ziet grote kansen voor zijn bedrijf. “Je kunt je voorstellen dat tijdens een crisis de logistiek efficiënt moet worden ingezet. Daarvoor schrijven wij programma’s (AI Agents) voor wartime logistics.” Bij het ESL is Otte voorlopig echter aan het verkeerde adres. “We zoeken nu de bedrijven die kunnen leveren”, geeft generaal Bouman hem mee. “We zijn ook al in gesprek met het Joint IV Commando van Defensie, dus misschien snijdt het mes aan twee kanten”, hoopt de ondernemer.
Zeven jaar
Belangstellende partijen kunnen op de aanbestedingen inschrijven om grote militaire verplaatsingen te ondersteunen en troepen te bevoorraden. Dat gebeurt nog deze zomer. De contracten worden voor zeven jaar afgesloten. Zo verzekert Defensie zich van gegarandeerde capaciteit in aanloop naar en tijdens een oorlog of crisis. “Het ESL is niet alleen bedoeld voor de grote partijen op de weg. Kleine geïnteresseerde bedrijven kunnen aan de slag als onderaannemer bij grotere partijen”, aldus Dirk Jan Blaas.