Bemanning Zr.Ms. Friesland klaar voor inzet in Caribisch gebied
Het patrouilleschip Zr.Ms. Friesland vertrekt binnenkort naar het Caribisch gebied. Daar wordt het vooral ingezet voor drugsbestrijdingsoperaties. Bemanning aan boord en wegvaren dus? Zo eenvoudig is het absoluut niet. Om een marineschip klaar te stomen voor inzet moet er eerst nog van alles gebeuren. Drie marinevrouwen leggen uit wat de Friesland precies gaat doen en wat daar allemaal bij komt kijken.
Tekst: Bettine Hilbrands | Foto’s: sergeant-majoor Barend Westerveld | Video: sergeant-majoor Malcolm Duregger
Een van hen is de commandant van het schip kapitein-luitenant-ter-zee Kirsten Gouw-Savelberg. “Drugsbestrijdingsoperaties vormen in het Caribisch gebied de hoofdmoot van onze taken”, vertelt ze. “Maar we doen ook reddingsoperaties. Daarnaast hebben we kustwachttaken en verlenen we noodhulp na rampen.”

Met die laatste taak zal het nu wel meevallen, denkt plaatsvervangend commandant luitenant-ter-zee der 1e klasse Sitara Hartsteen. “Noodhulp verlenen we vooral bij orkanen, maar die zijn er normaliter meer in het najaar.” De Friesland lost het patrouilleschip Zr.Ms. Groningen af, dat inmiddels in Den Helder is, en blijft tot het najaar in het Caribisch gebied. Daarna neemt de Groningen het weer over. Dat schip krijgt dus mogelijk meer met orkanen te maken.

“Het schip en de bemanning moeten bij een externe dreiging aan boord calamiteiten bestrijden.”
Groot onderhoud
Marineschepen worden gedegen voorbereid op hun inzet. Bij de Friesland begon dat al vorig jaar, na de zomer. Het schip kwam toen uit het groot onderhoud dat eens in de zoveel jaar plaatsvindt. Hartsteen: “Een groot deel van het schip is daarbij aangepakt, technisch gezien. Ook is bekeken of de bedrijfsvoering op orde was en of we veilig konden werken en leven aan boord. In oktober zijn we na een check onder leiding van opleidingsinstituut STC veilig verklaard om zelfstandig naar zee te gaan. Op de Noordzee hebben we vervolgens getest of alle systemen werkten en gereed waren voor inzet.”
Na dit alles is het schip in de afgelopen vier weken klaargestoomd voor de specifieke taken in het Caribisch gebied. Dat gebeurde tijdens de Netherlands Operational Sea Training (NOST), voor de kust van het Engelse Plymouth. De ongeveer zeventigkoppige bemanning van de Friesland heeft dit traject in april afgerond.
“Dat houdt veel meer in dan veilig varen”, vertelt Hartsteen. “Het schip en de bemanning moeten calamiteiten bestrijden aan boord. Bijvoorbeeld bij een brand of een aanvaring, veroorzaakt door externe dreiging. Denk aan kleine snelle bootjes, drones of vliegtuigen.”
Divers en realistisch
Tijdens de NOST was er een internationale trainingsstaf aan boord die de bemanning bij de oefeningen begeleidde en beoordeelde. Die oefeningen waren heel divers. Hartsteen: “Stel dat er ergens een orkaan is geweest. Of er moeten mensen worden geëvacueerd. Hoe ga je daarmee om? Of er is ergens een schip in nood. Je gaat helpen, maar wat doe je dan precies? En hoe zorg je ervoor dat je eigen schip nog veilig is?”
De oefeningen zijn daarnaast heel realistisch. Bij brand worden er bijvoorbeeld rookgeneratoren gebruikt. Ook externe partijen helpen om de scenario’s zo echt mogelijk te maken. Ze zetten onder meer kleine snelle bootjes in. “We krijgen bijvoorbeeld bericht dat er ergens een schip rondvaart met smokkelwaar”, legt Hartsteen uit. “Dan moeten we ook echt aan boord gaan, waar we al dan niet drugs of andere zaken aantreffen.”


Luitenant-ter-zee der 3e klasse Willeke Stuijt is officier (logistieke dienst) in opleiding. Zij heeft als stagiair nu voor het eerst een NOST meegemaakt en gaat ook mee naar het Caribisch gebied. “Het was mooi om overal bij mee te kijken. Vooral bij de grote oefeningen, zoals het bieden van humanitaire hulp en het evacueren van mensen. Dat kan ik in de komende maanden ook meemaken, maar dan in het echt. Het was heel goed om dat in elk geval een keer doorlopen en gezien te hebben.”

Samenwerking met de kustwacht
Eenmaal in het Caribisch gebied zal de bemanning vooral veel samenwerken met andere landen in de regio waaronder de Verenigde Staten. Daarnaast werken ze intensief samen met de collega’s van de Kustwacht Caribisch gebied. “Die zien snel of iemand wel of niet verdacht is”, aldus de commandant. “Ons zegt dat meestal niet zoveel. Zij weten bijvoorbeeld meteen of een visser bekend is en daar thuis hoort. Die kunnen we dan heel snel identificeren.”
Hartsteen: “Tijdens de opwerkperiode maak je lange dagen. In het weekend kon je in elk geval in Engeland de wal op voor wat ontspanning. Maar zo’n heel traject, vanaf de zomer, was behoorlijk druk. Nu kijken we er naar uit om naar het Caribisch gebied te gaan, om dat te doen waar we voor zijn. We zijn er klaar voor en hebben er zin in!”
“We zijn er klaar voor en hebben er zin in!
Drugsvangsten Caribisch gebied
Het Caribisch gebied is gevoelig voor drugshandel over zee. De marine maakt deel uit van de internationale drugsbestrijdingsorganisatie Joint Inter Agency Task Force South. Vorig jaar hebben de marineschepen 15.757 kilo drugs onderschept. Het jaar daarvoor was dat 13.866 kilo en in 2022 zelfs 35.599 kilo.