04

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 10

Terugkijker

Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties die invloed hebben gehad op de hele wereld.

Tekst: Evert Brouwer | Foto's: diversen

Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of het ons niet meer exact herinneren. In deze aflevering gaan we terug naar 14 maart 1951, als troepen onder de vlag van de Verenigde Naties de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoel definitief heroveren. Tijdens de Koreaanse oorlog verandert de stad vier keer van ‘bezetter’.

Een aantal militairen van de VN dragen een gewonde collega uit de gevechtszone.
Troepen van de VN in gevecht met Noord-Koreaanse troepen aan de rand van Seoel in 1950. (Army photo)

Zware tol

Seoel heeft dan al een zware tol betaald voor de oorlog. Op 28 juni 1950, slechts drie dagen na de Noord-Koreaanse invasie, neemt het communistische leger de stad in. VN-strijdkrachten, onder leiding van de Verenigde Staten, lanceren daarna een grootschalig tegenoffensief en bevrijden Seoel voor de eerste keer op 28 september 1950. Deze overwinning is van korte duur, want in januari 1951 zijn Noord-Koreaanse troepen, gesteund door Chinese eenheden, weer heer en meester de stad.

Gewonde Amerikaanse soldaten worden geëvacueerd, terwijl M-4 tanks naar het front trekken bij Koemchoen.
Gewonde Amerikaanse soldaten worden geëvacueerd, terwijl M-4 tanks naar het front trekken bij Koemchoen. (Army photo)

Heim ins Reich

Ook de communistische bezetting duurt niet lang. Na de Slag om de Han-rivier, kunnen de VN- en Zuid-Koreaanse troepen Seoel opnieuw bevrijden. Dat gebeurt op 14 en 15 maart onder de naam ‘Operatie Ripper’, ook bekend als de Vierde Slag om Seoul. De leiding is dan in handen van een veelvuldig gedecoreerde veteraan uit de Tweede Wereldoorlog: generaal Matthew Bunker Ridgway. Hij heeft een flinke ervaring met grootschalige operaties, zoals bij het Ardennenoffensief.

De operatie heeft tot doel het VN-leger naar de beroemde 38e breedtegraad te brengen. Ripper wordt voorafgegaan door het grootste artilleriebombardement van de Koreaanse Oorlog.

Soldaten van de 29e Britse Infantery Brigade zijn krijgsgevangen gemaakt door Chinese troepen
Soldaten van de 29e Britse Infantery Brigade zijn krijgsgevangen gemaakt door Chinese troepen.

Doelwit

De stad is dan grotendeels verwoest door gevechten en de bevolking is teruggebracht tot een fractie van de omvang van voor de oorlog. De dreiging van een nieuwe aanval blijft tot de wapenstilstand groot, en Seoel ligt gedurende de rest van de oorlog regelmatig in de vuurlinie. De strategische ligging van de stad, net ten zuiden van de 38e breedtegraad, maakt haar tot een belangrijk doelwit.

Generaal Matthew Bunker Ridgway
De bevelhebber van de VN-troepen in Korea, generaal Matthew Bunker Ridgway.

Noord-Koreaanse troepen, gesteund door Chinese eenheden, proberen de stad daarom meerdere malen opnieuw te veroveren. De VN-strijdkrachten, waarin onder andere Amerikaanse, Britse, Canadese en Zuid-Koreaanse militairen vechten, voeren een reeks aanvallen buiten de stad uit om de controle over strategische heuvels rondom Seoel te bezetten. De hevigste gevechten vinden plaats in de heuvels bij de frontlinie, zoals Pork Chop Hill en Old Baldy.

Twee Zuid-Koreaanse militairen van het Civil Transport Corps (CTC), ingedeeld bij het Nederlands Detachement Verenigde Naties in Korea, proberen een vuurtje te stoken in een lege munitiekist.
Twee Zuid-Koreaanse militairen van het Civil Transport Corps (CTC), ingedeeld bij het Nederlands Detachement Verenigde Naties in Korea, proberen een vuurtje te stoken in een lege munitiekist. (Foto: archief NIMH)

De inzet van artillerie en vooral luchtsteun speelt een cruciale rol in het afslaan van vijandelijke aanvallen en het behoud van Seoel. De gevechten gaan door tot 27 juni 1953, als alle betrokkenen een wapenstilstand ondertekenen. Maar officieel komt het nooit tot een vrede en zijn de twee Korea's nog steeds in staat van oorlog met elkaar. Bij tijd en wijle, ook nu, lopen de spanningen tussen de landen hoog op.

De Koreaoorlog

Tussen 1950 en juli 1953 is het Koreaans Schiereiland het toneel van een grootschalig gewapend conflict tussen Noord- en Zuid-Korea. Bij deze oorlog zijn zeker vier miljoen mensen om het leven gekomen.

In het conflict steunden de communistische Volksrepubliek China en de Sovjet-Unie (SU) het noorden. Een tiental landen levert militairen voor het leger van  Verenigde Naties (VN), dat bestaat uit voornamelijk militairen uit Amerika, het Verenigd Koninkrijk, Canada en Zuid-Korea.

Maar ook Nederland stuurt tot in 1954 troepen als onderdeel van de VN-missie. Ongeveer vijfduizend Nederlandse militairen dienen in het Nederlandse Detachement Verenigde Naties (NDVN), dat voornamelijk opereert als een infanteriebataljon onder Amerikaanse leiding.

NDVN-militairen voor vertrek verzameld voor het station te Taegu.
NDVN-militairen voor vertrek verzameld voor het station te Taegu.

Wonju
De Nederlanders vechten mee in beruchte veldslagen zoals die bij Hoengsong, Wonju – waarnaar de Bravocompagnie 12 Infanteriebataljon Luchtmobiel (AirAsSauLT), Regiment Van Heutsz is vernoemd - en de heuvelgevechten nabij de 38e breedtegraad.

De Nederlanders staan bekend om hun dapperheid en discipline, en bondgenoten waarderen die inzet. Er vallen 121 doden te betreuren onder onze landgenoten en nog altijd zijn er vier vermisten. Liefst 68 man zijn onderscheiden met een dapperheidsonderscheiding, waaronder driemaal de Militaire Willems-Orde.

Nederlandse Erewacht staat opgesteld bij een bezoek van de Amerikaanse opperbevelhebber in Korea, generaal Matthew Bunker Ridgway, aan het Nederlands Detachement Verenigde Naties. (Foto archief NIMH)
Nederlandse Erewacht, opgesteld ter gelegenheid van het bezoek van de Amerikaanse opperbevelhebber in Korea, generaal Matthew Bunker Ridgway, aan het Nederlands Detachement Verenigde Naties. (Foto archief NIMH)