Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 04
Terugkijker
Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties die invloed hebben gehad op de hele wereld.
Tekst: Evert Brouwer | Foto's: Diversen
Om hiermee het ‘o ja-gevoel’ op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of ons deze niet meer exact herinneren. Vandaag gaan we terug naar 31 januari 1915, als het Keizerlijke leger van Duitsland tijdens de Slag bij Humin-Bolimów voor het eerste op grote schaal gifgas inzet. Het is het begin van een afschuwelijke periode tijdens de loopgravenoorlog in de Eerste Wereldoorlog.
Het gebruik van chemische wapens tijdens oorlogen is (helaas) van alle tijden. Zo’n 600 voor Christus verontreinigen de troepen van Athene het drinkwater van het belegerde Cirra met het giftige nieskruid. Tweehonderd jaar later zet het leger van Polinesië het irriterende zwaveldioxide in om de bevolking van Plataea tot overgave te dwingen.


Wind en kou
Dat is niets vergeleken met de inzet van dit strijdmiddel tijdens de Eerste Wereldoorlog. Vandaag precies 110 jaar geleden dalen liefst 2.200 met traan- en chloorgas gevulde granaten neer tussen en vlakbij Russische divisies. Die worden compleet verrast. Het gas veroorzaakt weinig tot geen slachtoffers door de weersomstandigheden: de wind blaast het gas terug naar de Duitse linies of bevriest door de ijzige kou.

Kunstmest de basis
De aanstichter van deze nieuwe tactiek is de Duitse chemicus Fritz Haber. Hij zou achteraf alleen beroemd willen zijn door het Haber-Boschproces. Dat bindt gasvormig stikstof aan waterstof tot ammoniak: de basis van kunstmest. Helaas voor hem en de vele, vele doden wordt de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) getekend door nieuwe technologieën en tactieken. Een van die innovaties is het gebruik van chemische wapens, waaronder gifgas.

De veldslagen kenmerken zich tijdens de Grote Oorlog door het gebruik van loopgraven, waarbij de soldaten vastzitten in statische posities. Dit creëert de perfecte omstandigheden voor het gebruik van chemische wapens: grote aantallen vijanden doden of verwonden zonder directe confrontatie.
Ieper
De eerste massale inzet van gifgas heeft dus plaats op 31 januari 1915, maar bekender zijn de verstikkende wolken chloorgas die Duitse troepen gebruiken tegen Franse soldaten bij Ieper (Vlaanderen), in april van dat jaar. Gifgas veroorzaakt niet alleen onmiddellijk veel doden. Ook als je een aanval overleeft, zijn de longen vaak onherstelbaar beschadigd.


Er worden verschillende soorten chemische wapens ontwikkeld en ingezet tijdens de Eerste Wereldoorlog. Behalve chloorgas valt te denken aan het nog dodelijker fosgeen en het gevreesde, blaartrekkende, mosterdgas. Deze gassen worden of in grote cilinders opgesteld en bij gunstige meteorologische omstandigheden vrijgelaten of afgevuurd in granaten. Tot vandaag aan toe vinden Belgische en Franse boeren granaten met gifgassen bij het omploegen van hun land. Ook is de Paardenmarkt berucht; een stortplaats voor de kust van Knokke-Heist, waar minimaal 35.000 ton munitie met gifgas uit de Eerste Wereldoorlog ligt.

Verdrag
De verschrikkingen van chemische wapens leiden uiteindelijk tot het Verdrag van Versailles en het daaropvolgende Genève-protocol van 1925, waarin het gebruik van chemische en biologische wapens wordt verboden.
Maar dat lapt een aantal wereldleiders en dictators, ook nu nog, volledig aan de laars. Chemische wapens worden in verschillende conflicten opnieuw gebruikt. Benito Mussolini zet mosterdgas in in de strijd tegen het leger van Abessinië (1935-36) in Afrika. Tijdens de Vietnamoorlog deinzen de Amerikanen er niet voor terug om napalm en Agent Orange af te werpen. Iran en Irak gebruiken het giftige tabun tegen elkaar en recent nog probeerde Bashar al-Assad de Syrische bevolking te onderdrukken met het zenuwgas sarin. Daarbij zal het waarschijnlijk niet blijven met de erfenis van Fritz Haber. Ook in de oorlog met Rusland betichten de Oekraïense strijdkrachten de vijand regelmatig van het gebruik van chemische wapens.