Gelaagde luchtverdediging essentieel tijdens conflicten van vandaag en morgen
Nederland investeert fors in de verdediging tegen onder andere raketten en drones. Luchtverdediging is weer helemaal hot. Het nieuwe Skyranger snelvuurkanon wordt de nieuwste aanwinst.
Tekst: kapitein Arjen de Boer |Foto: sergeant-majoor Aaron Zwaal, Kongsberg Defence & Aerospace, archief Mediacentrum Defensie (MCD)
Oekraïners moeten altijd met een schuin oog naar boven kijken. Vanuit de, vaak nachtelijke, hemel loert veel gevaar. Niet alleen van door vliegtuigen en helikopters afgeschoten raketten, maar ook van drones en hypersonische raketten. Het zijn ontwikkelingen die kolonel Olav Spanjer, commandant van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC), op de voet volgt.
Maar goed, hij is dan ook een vakidioot met meer dan dertig jaar ervaring op dit vlak. De lessen uit Oekraïne zijn waardevol voor onze eigen luchtverdediging, zegt Spanjer. “Omdat geen van beide partijen luchtoverwicht heeft, staat het front min of meer stil. Daarom sturen ze veel raketten en drones over en weer om elkaar pijn te doen”, zegt de kolonel. Steden en energiecentrales liggen regelmatig onder vuur. Boven de frontlinie zoemen drones op zoek naar slachtoffers. “Dat laat het belang van een goede luchtverdediging zien. Op elk denkbare afstand”, aldus Spanjer.

'Gelukkig niet vanaf nul beginnen'
Gelaagde verdediging
Daar komt wat experts de gelaagde luchtverdediging noemen om de hoek kijken. Dit is een combinatie van verschillende, onderling verbonden, detectie-, volg- en wapensystemen om grote en kleine luchtdoelen op verschillende afstanden uit te schakelen. Check voor een plaatje bij het praatje de bijgevoegde infographic.
Tijdens de Koude Oorlog hadden Nederland en de NAVO deze stalen paraplu nog prima op orde. Maar vanwege decennialange bezuinigingen vielen er flinke gaten. Die trend is inmiddels gekeerd. Nederland investeert miljoenen euro’s om alle lagen van de paraplu op peil te krijgen. “Gelukkig hoeven we niet vanaf nul te beginnen zoals veel andere landen. Die hebben na de val van de Sovjet-Unie hun luchtverdediging compleet geschrapt”, zegt de commandant van DGLC. “Er was immers geen grote vijand meer. Dat was althans de gedachte. Wij hebben die kennis en kunde, inclusief diverse wapensystemen, nog behouden.”

Snelvuurkanon met raketten
De nieuwste aanwinst wordt een systeem voor de zeer korte afstand: de Skyranger 30. Dat maakte staatssecretaris Gijs Tuinman afgelopen woensdag bekend. De Skyranger is een snelvuurkanon dat granaten met een kaliber van 30mm verschiet. In de geschutskoepel zitten ook enkele luchtdoelraketten. Met dit arsenaal kan het doelen tot op vijf kilometer uitschakelen.
De Nederlandse versie van de Skyranger wordt over ongeveer vier jaar geleverd. Het wapensysteem staat op een multifunctioneel rupsvoertuig zodat het mobiel en flexibel inzetbaar is. Het kan zelfstandig opereren dankzij de radar, camera’s en het command and control-systeem aan boord. In een netwerk van luchtverdedigingssystemen kan het bijdragen aan de verdediging van een groter gebied.
“Wanneer er bijvoorbeeld een drone-aanval is, kan Skyranger de doelen met de eigen sensoren onderkennen en volgen en dan met de wapens aangrijpen”, legt luitenant-kolonel Ronald Gabriëls uit. Hij is als projectleider namens het Commando Materieel en IT (COMMIT) bij de verwerving betrokken. “Skyranger kan dankzij het rupsonderstel mee met een gevechtsbrigade. Maar de koepel kan ook losgekoppeld worden om een basis in missiegebied te beveiligen. Die veelzijdigheid maakt het voor ons een ideaal systeem.”

'Wolk van lood kan zwerm drones uitschakelen'
Hightech
Skyranger is met een gerust hart hightech te noemen. Zo krijgt de granaat tijdens het afschieten, dus nog in de loop, de laatste informatie mee over de afstand tot het doelwit. “Een tijdsontsteker telt af in de lucht. Wanneer de ingestelde afstand is bereikt, klapt het projectiel uit elkaar in kleine fragmenten. Zo’n wolk van lood kan ook een zwerm drones uitschakelen”, aldus Gabriëls. “Als het doelwit net te ver weg vliegt, kan Skyranger de raketten inzetten.”
Overige aanschaf
De Skyranger maakt straks deel uit van een genetwerkte, beschermende paraplu voor de (zeer) korte en middellange afstand. Deze heeft de naam Citadel gekregen en hiervoor zijn onlangs ook nog andere wapen- en sensorsystemen besteld. Zo beschikt DGLC over enkele jaren over genoeg lanceersystemen voor zes nieuwe MRAD- en vier nieuwe SHORAD-eenheden (Medium Range Air Defence, Short Range Air Defence). Inclusief raketten en simulatiemiddelen.
Het MRAD-systeem biedt tot vijftig kilometer bescherming tegen aanvallen van vliegtuigen, helikopters, grote onbemande vliegtuigen en kruisvluchtwapens. De lanceerinstallaties verschieten vanaf de grond verschillende luchtverdedigingsraketten.
Het SHORAD-Systeem beschermt tegen luchtdoelen tot vijftien kilometer afstand. Net als Skyranger staat dit systeem op een zogeheten Armoured Combat Support Vehicle. Dankzij geavanceerde IT-technieken kunnen wapensystemen binnen Citadel samenwerken en doelinformatie uitwisselen. “Ook de Nederlandse Multi Missie Radar maakt integraal onderdeel uit van dit gelaagde systeem”, geeft Gabriëls aan.

Forse uitdagingen
Voor kolonel Spanjer betekenen de investeringen dat zijn eenheid flink groeit. Want ook de bekendere Patriot-batterijen krijgen een impuls. Bovendien gaan die ook samen met de eerder genoemde MRAD-systemen een gelaagde luchtverdediging vormen. Er moeten dus nieuwe collega’s worden geworven om al die systemen te bedienen. “We verdubbelen in omvang. Die mensen moeten we eerst vinden en ook nog opleiden”, licht hij toe. “Daarnaast is zelfstandigheid tegenwoordig belangrijk. Mijn eenheid moet op een gegeven moment ook beschikken over genoeg logistieke en medische ondersteuning. Dus er wachten forse uitdagingen de komende vier jaren.”

'Waarom alleen pijlen uit de lucht halen'
Pak de boogschutter
Niettemin heeft de kolonel veel vertrouwen in de toekomst. Niet alleen in het concept van Citadel, maar in het totaalplaatje van de grondgebonden luchtverdediging. “Al zal het een schaarse capaciteit blijven, dat is geen geheim.” Bij een eventuele inzet moet goed worden afgewogen wat er precies bescherming nodig heeft. Dat kan een gemechaniseerde brigade zijn, maar ook de haven van Rotterdam, een vliegveld of andere belangrijke infrastructuur. Dat soort keuzes worden momenteel ook uitgedacht in een Nationaal Defensie Plan (NDP) en bij de NAVO.
“Maar luchtverdediging is niet alleen grondgebonden natuurlijk”, nuanceert Spanjer. “Vliegtuigen en lange afstandsartillerie kunnen ook helpen. Bijvoorbeeld door lanceerinstallaties van de vijand uit te schakelen. Waarom zou je je alleen richten op pijlen uit de lucht halen, als je ook de boogschutter kunt pakken?”

Jaloersmakend
“Nederland kan qua luchtverdediging straks echt wel wat op de mat leggen”, besluit Spanjer. Citadel en andere systemen zijn straks up to date en kunnen makkelijk worden aangepast aan nieuwe dreigingen. Dat geldt voor zowel de soft- als de hardware. “Als ik op werkbezoek ga bij mijn eenheden, vertel ik de jonge collega’s weleens dat ik best jaloers ben. In mijn operationele tijd was het telkens minder en minder. De generatie die nu wordt opgeleid kan straks met een goed gelaagd systeem aan de slag. Ze verdienen het om hun werk goed te kunnen doen.”