SNMG1: solidariteit en afschrikking
Zr.Ms. Tromp is de komende 4.5 maand het vlaggenschip voor de Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1). Samen met NAVO-partnerlanden patrouilleert en oefent het vlootverband in de Noord-Atlantische wateren. In wisselende samenstellingen doen NAVO-landen dat al 56 jaar. Zeker in deze tijd is de samenwerking weer ontzettend relevant. Commandeur Arjen Warnaar neemt het commando op zich.
Tekst: LTZ 2OC (SD) Djenna Perreijn | Foto’s: Mediacentrum Defensie en John van Helvert
Tegen de achtergrond van de spanningen rond de oorlog in Oekraïne, stapte commandeur Arjen Warnaar afgelopen weekend aan boord van zijn vlaggenschip: het Luchtverdedigings- en Commandofregat Zr.Ms. Tromp. In het Noorse Haakonsvern nam hij gisteren het stokje over als commandant van de permanente reactiemacht. “Dankzij ervaring uit vorige functies ken ik de taakgroepen, de commandostructuur en de scheepstypes goed. In dat opzicht verwacht ik geen uitdagingen of verrassingen. We nemen deel aan behoorlijk wat grote internationale oefeningen en doen een aantal havenbezoeken. Daarmee laten wij als verband zien dat we er zijn en zorgen we in zekere mate voor afschrikking.”
Kort lijntje
Het ene gebied is complexer dan het andere. In de Baltische staten wil Warnaar solidariteit tonen en landen een hart onder de riem steken. “In de Oostzee zijn de strategische belangen groot en lopen de spanningen regelmatig op. Ik kan een behoorlijke inschatting maken van wat er zou kunnen gebeuren en hoe we daarop moeten reageren. Zo zien we Russische schepen regelmatig stilliggen boven kritieke infrastructuur. Ik volg de geopolitieke situatie op de voet en word dagelijks geïnformeerd via de NAVO-commandolijn. Ook heb ik een kort lijntje met de Commandant der Strijdkrachten in Den Haag. Ik hoop op een vredige tijd, zonder onverwachte uitspattingen, maar we zijn zeker klaar voor andere ontwikkelingen.”
Ervaring en vertrouwen
Warnaar deed in zijn afgelopen 40 jaar bij de marine flink wat ervaring op binnen NAVO-taakgroepen op zee. “Als commandant van de Netherlands Maritime Force ben ik het afgelopen jaar vooral in het amfibische domein actief geweest. Nu is het mooi om weer met fregatten op zee te zijn.” Na de Tromp fungeren Zr.Ms. De Ruyter, Johan de Witt en Van Amstel als vlaggenschepen. “Het Nederlandse contingent is goed op sterkte. Mijn staf heeft versterking gekregen van een Engelse chef-staf en een Duitse en een Poolse stafofficier. Ook samenwerken in internationaal verband vind ik een mooie uitdaging; de diversiteit is groot en dat is ook in een maritieme taakgroep een pluspunt. Je moet uiteraard wel altijd even aan elkaar wennen en elkaars sterke kanten vinden.”
Focus op grootste issues
In januari sluiten afwisselend eenheden van Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Noorwegen, Portugal en Zweden aan bij het verband. Dat is vanzelfsprekend en toch ook weer niet, aldus de commandeur. “Als lid van de alliantie moet je leveren, zeker nu er onrust in de wereld is. Maar juist daarom zijn schepen ook elders nodig. Zoals bij Operatie Aspides in de Rode Zee, waar wij ook schepen voor leverden. Het gevolg is dat de taakgroep soms niet zo goed gevuld is als we graag zouden zien.”
Toch leert de ervaring dat, als er iets gebeurt, landen snel schepen toewijzen. “Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, groeide het vlootverband rap in grootte en qua samenstelling. De operationele gereedheid moet bij alle NAVO-landen omhoog. In de tussentijd verdelen we de aandacht en focussen we op de grootste issues. Ik heb er vertrouwen in.”
Standing NATO Maritime Group 1
De Standing Naval Force Atlantic had bij de oprichting in 1968 als voornaamste doel tegenwicht te bieden aan de groeiende dreiging vanuit de Sovjet-Unie. Na een herziening in 2005 ging de noordelijke maritieme voorhoede van de NAVO verder onder de naam Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1).“We dachten toen al een tijd dat de Koude Oorlog voorbij was; er is zelfs een bepaalde mate van toenadering geweest”, vertelt commandeur Warnaar. Ook in die ‘ontspannen tijd’ voer de staande taakgroep overigens door. “De alliantie moest en moet er áltijd klaar voor zijn.”
Tegenwoordig laat Rusland zijn oude gezicht weer zien. “Niet zozeer het communistische gezicht, maar wel de totalitaire kant. Het meest zorgwekkende is dat het de machtsbasis probeert uit te breiden ten koste van anderen. Oekraïne is nu het grootste slachtoffer, maar de Russische machthebber zegt ook regelmatig iets over andere landen.” NAVO-lidstaten die vroeger binnen de invloedsfeer van Rusland leefden, zoals de Baltische staten en Oost Europese landen, volgen de situatie dus met argusogen.