Wereldwijde dreiging onderwerp Nationale Onderofficiers Conferentie (NOOC)
Gevechtsgereed zijn, wat betekent dat? Het was de centrale vraag tijdens de Nationale Onderofficiers Conferentie (NOOC), afgelopen woensdag in Nijkerk. Want met de dreiging van een gewapend conflict is de warrior mindset van levensbelang om het gevecht te winnen.
Tekst: kapitein Saminna van den Bulk | Foto's: sergeant Gregory Fréni
Al bij binnenkomst is de toon gezet. Rook ontsnapt uit de twee containers voor de evenementenlocatie Hart van Holland. Op een tv-scherm komen beelden voorbij van loopgraven. Vragen doemen op, stelt generaal Onno Eichelsheim zich voor. “Als ík hier sta, heb ik dan genoeg collega’s? En worden er ondertussen genoeg (nieuwe) collega’s getraind? Als ík hier sta, heb ik dan de technologische middelen om die drone boven m’n hoofd uit te schakelen? En als mijn collega’s hier vechten, kan ik dan als ondersteuner snel genoeg regelen wat ze nodig hebben?”
De boodschap van de Commandant der Strijdkrachten is duidelijk: “Oorlog of een gewapend conflict is dichterbij dan we denken. Zorg dat je er klaar voor bent, in alle opzichten.”
Het pak, de mindset
Het maakt dat de warrior mindset het onderwerp is van de NOOC. Voor ieder van de achthonderd aanwezige onderofficieren en gelijkgestelde burgercollega’s, afkomstig uit alle krijgsmachtdelen, betekent het begrip iets anders. Voor adjudant van de mariniers Jan (werkzaam op het Mariniersopleidingscentrum) is het ‘elkaar helpen, er voor elkaar staan. En, als het erop aankomt, voor elkaar willen vechten’. Sergeant John van 800 Squadron, werkzaam bij het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando, ziet het als kameraadschap. “Als je dit pak aantrekt, kies je ervoor ons grondgebied of dat van onze bondgenoten te verdedigen, als dat nodig is.”
'Elkaar helpen, voor elkaar staan, voor elkaar vechten’
Die mindset is nooit weggeweest, vinden de heren. Toch is de noodzaak tot gevechtsbereidheid misschien wel groter dan ooit, vervolgt John. “We komen uit jarenlange bezuinigingen. Missies waren in Irak of Afghanistan, ver van huis. Nu er oorlog woedt in Oekraïne, hebben we voor het eerst weer een gevechtsveld op ons eigen continent. De dreiging is ontzettend dichtbij. En dan heb ik het nog niet eens over alle andere spanningen in de wereld. We moeten er nu klaar voor zijn, hoe dan ook.”
NOOC
De NOOC is een jaarlijks terugkerend evenement voor onderofficieren. De CDS sprak de militairen toe. Daarbij hielden twee specialisten op het gebied van internationale betrekkingen een presentatie over het veranderende wereldbeeld. ‘Het is oorlog maar niemand die het ziet’ was het onderwerp vanuit het Defensie Cyber Commando. Bovendien was er een presentatie over veranderende gewondenzorg in oorlogsgebied. Voor het eerst waren ook burgermedewerkers van vergelijkbare schaal en aspirant-onderofficieren uitgenodigd voor de NOOC. Belangrijk, want samen moeten we het doen, geeft krijgsmachtadjudant Mark Veraart aan. “De NOOC zet onze onderofficieren en onze burgermedewerkers op de kaart. We onderstrepen het belang van hun werk, welke rol ze ook spelen in de operatie.”
Mens én de middelen
Tussen de oren zit het goed. Maar aan de randvoorwaarden schort het nog, klinkt het gedurende de dag. Waarom duren de keuringen voor nieuw personeel zo lang? Hoe laten we bij alle lagen van de organisatie doordringen dat we moeten versnellen? En bovenal: waar blijven de nieuwe spullen, waarmee de militairen het gevecht moeten voeren? “Elke oefening is het weer puzzelen”, verzucht sergeant John. “Aan de mensen ligt het niet, we zijn er klaar voor. Ons materiaal is dat niet. Daardoor staan we voor mijn gevoel soms stil.” Natuurlijk komen er nieuwe middelen aan. Broodnodige investeringen vindt John, want: “Het kan niet snel genoeg gaan.”
‘Het kan niet snel genoeg gaan’
Adjudant Jan (10 Infanteriebataljon Bewaken en Beveiligen Korps Nationale Reserve) verschuift de focus naar het eigen grondgebied. “Als er een grootschalig conflict uitbreekt en de brigades gaan de poort uit, bewaken wij ‘het huis’. Nederland heeft honderden cruciale belangen te beschermen. Het gevecht vindt niet alleen plaats in de loopgraven. Ook achter de linies krijgen we te maken met gewonden, of spionage, sabotage en maatschappelijke onrust. Names de reservisten zou ik willen zeggen: geef ons de middelen en het mandaat om de eigen broek op te kunnen houden. Ook wij zouden een zelfvoorzienende eenheid moeten zijn met eigen opleidingen en ondersteuning, net als de reguliere brigades. In tijden van dreiging binnen onze landsgrenzen kunnen we dan onafhankelijk optreden en direct onze burgers beschermen.”
Het is een greep uit wat er binnen de poorten moet gebeuren om klaar te zijn voor het gevecht. En daarbuiten? Adjudant van de mariniers Jan plaatst een belangrijke kanttekening. “Die warrior mindset is niet enkel voor militairen. We vragen van de gehele maatschappij een verandering. We hebben lang geleefd in een betrekkelijk veilige, stabiele wereld. De dreiging is er voor ons allemaal. Begrip voor wat we doen, waardering voor ons werk: dat is wat we nodig hebben. Vrijheid heeft namelijk een prijs.”
‘Vrijheid heeft een prijs’
Eigen taak in de keten
De NOOC zorgt voor discussies én voor bewustwording. “Dit is mijn eerste NOOC. Ik vind het interessant en ingrijpend”, zegt wachtmeester Mike, werkzaam bij de grensbewaking op Schiphol. “Je wordt hier geconfronteerd met de vraag: wat zijn de consequenties van de wereldwijde spanningen op mijn werk?” Dat reikt verder dan ‘het groen’, want het beïnvloedt het werk van de marechaussee in de militaire politietaak, de grensbewaking en de persoonsbeveiliging. “We hebben allemaal onze verantwoordelijkheid daarin. De neuzen staan dezelfde kant op hier, wat de kleur van je pak ook is.”
Dat is waar de NOOC aan bijdraagt, vindt sergeant John: “Hier ga je het gesprek met elkaar aan. We moeten het immers samen doen. Dat verbroedert. Dat is nodig, want als we gaan, dan gaan we met z’n allen.”