Kinderen hebben wereldtijd in jeugdbivak op Texel
Het terrein van de Joost Dourleinkazerne op Texel was afgelopen weekeinde het ‘strijdtoneel’ voor het jaarlijkse jeugdbivak. Ruim veertig kinderen traden voor even in de voetsporen van een van hun ouders die op uitzending is. Dat gebeurde onder leiding van sportinstructeurs en vrijwilligers van Defensie. In de duinen speelden de kinderen onder meer 'levend' stratego en een zeeslag. Ook leefden ze zich uit met lasergames
Tekst: Coen Heil | Foto's: Stella Snijder
'Ik wil later straaljagerpiloot worden'
Jolie (12): “Mijn vader zit bij de marechaussee. Hij gaat straks vier maanden naar Irak. Dat vind ik niet zo leuk, maar wel leuk voor hem. Hij is bijna nog nooit op missie geweest. Ik vertel wel altijd op school over hem. Ik wil later straaljagerpiloot worden bij de luchtmacht. Hier vind ik de spannende dingen leuk, maar ook het slapen in een tent.”
Het jeugdbivak is bedacht door de defensieorganisatie Thuisfront, die 24/7 beschikbaar is voor de achterblijvers van militairen op uitzending. Elk operationeel commando heeft een eigen thuisfrontorganisatie. “We doen alles voor de achterblijvers, want zorg voor hen is een ‘force multiplier', benadrukt majoor Robbert-Jan Ter Haar, hoofd Thuisfrontzaken van de landmacht. “Als wij voor een zorgeloos thuisfront zorgen, kunnen de militairen zich op hun taak focussen.”
'Gelukkig bellen we wel'
Wim (9): “Mijn vader zit bij de landmacht, maar ik weet niet precies wat hij doet. Laatst was hij 7 maanden weg. Toen we met de camper op vakantie gingen, was hij er niet bij. Ik mis hem dan, maar gelukkig bellen we wel. Ik ben trots dat mijn vader dit doet voor het land. Ik denk dat ik later ook bij Defensie ga werken, maar dan bij de marine. Verder vind ik het bivak heel leuk, want we hebben een leuk groepje.”
Leuke dag
De thuisfrontorganisatie houdt de achterblijvers onder meer op de hoogte van een militaire missie. Andersom wordt de militair geïnformeerd over het leven thuis. Halverwege de uitzendingsperiode ontvangen de achterblijvers een uitnodiging voor een thuisfrontcontactdag. “Daarin informeren we wat er in de afgelopen periode is gebeurd tijdens de missie en wat nog gaat komen”, zegt luitenant-ter-zee 1 Marloes Verweij. Zij is als hoofd Thuisfrontzaken van de marine belast met de organisatie van het Texelse jeugdbivak. “Dan komen we altijd samen in een pretpark of dierentuin, zodat het ook een leuke dag is voor de kinderen.”
Het jeugdbivak is een win-winsituatie voor ouder en kind. Enerzijds is het initiatief bedoeld om de achtergebleven ouder of verzorger te ontlasten en hen een weekend rust te gunnen. Anderzijds vormt het een blijk van waardering voor de kinderen, die het vaak moeten stellen zonder papa of mama.
'Ik vind vooral het sporten superleuk'
Liam (10): “Mijn vader is verpleegkundige bij de landmacht. Hij maakt andere mensen beter. Hij moest één keer bijna een jaar weg, maar toen brak hij zijn knie. Dat was een geluk bij een ongeluk. Hij gaat wel vaker een paar dagen of weken weg. Dat vind ik niet leuk, want ik mis hem dan. Gelukkig videobellen we altijd en stuurt hij ons altijd pakketjes. Zoals Lord of the Rings-poppetjes, chocolade, snoepjes en kaarten. Mijn vader is nu volgens mij een halfjaar weg. Ik ben alweer bijna jarig en dan is hij er niet, maar we bellen wel op elkaars verjaardag. Ik vind het hier superleuk, vooral het sporten.”
Veldbed
Het jeugdbivak startte met de ontvangst van de ouders en hun kinderen bij gebouw Dukdalf in Den Helder. Hierna volgde een tijdelijk afscheid en stapten de kinderen de bus in op weg naar de boot, die ongeveer twintig minuten later aanmeerde op het Waddeneiland. De jongere kinderen verbleven het weekeinde op een veldbed in de sportzaal, terwijl de ouderen de kou trotseerden in militaire boogtenten. Zaterdag werd afgesloten met een bonte avond. Nadat de volgende dag alle tenten waren afgebroken, volgde een weerzien met de uitgeruste ouders in gebouw Dukdalf in Den Helder. Hier ontvingen de kinderen een baret.
'Niet zo leuk als papa straks vaker weg is'
Casper (10): “Mijn vader werkt op de Luitenant-kolonel Tonnetkazerne. Hij was een periode vaker weg, maar nu is hij wat meer thuis. Alleen gaat hij straks wel weer vaker weg. Dat vind ik niet zo leuk. Als het voor een week is, vind ik het niet erg. Als ik er net aan gewend ben dat hij weg is, is papa alweer terug. Toen hij naar Irak moest, videobelden we bijna iedere avond. Ik heb ook altijd een knuffel van mijn vader bij me. Die heb ik nu ook weer mee. Dit kamp vind ik leuk met alle andere kinderen. Ik had het alleen veel kleiner verwacht.”
'Hij vertelt ons mooie verhalen'
Lynn (10): “Mijn vader zat bij de landmacht, waar hij helikopters maakte. Nu zit hij bij de luchtmacht. Hij is best vaak van huis, maar straks gaat hij voor de luchtmacht drie maanden naar Irak. Als hij op uitzending is geweest, vertelt hij ons mooie verhalen.”