05

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 35

Terugkijker

Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties die invloed hebben gehad op de hele wereld.

Tekst: Evert Brouwer | Foto's: Diversen

Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of ons deze niet meer exact herinneren. Vandaag gaan we terug naar 20 september 2011. Die dag werd het omstreden DADT-beleid, dat openlijke homoseksualiteit in de Amerikaanse strijdkrachten verbood, officieel beëindigd.

In december het jaar ervoor is de senaat al met grote meerderheid akkoord gegaan met een voorstel van de toenmalige president Barack Obama om het DADT-beleid te schrappen. DADT staat voor ‘Don’t Ask, Don’t Tell’ (vraag niets, zeg niets). Achteraf was het een controversiële aanpak die de Amerikaanse krijgsmacht in 1993 implementeerde.

De oorsprong van DADT is terug te voeren op een lange geschiedenis van discriminatie binnen de Amerikaanse krijgsmacht tegen personen die zich identificeerden als LGBTQIA+. Vóór de invoering van DADT lopen militairen uit die groep het risico direct te worden ontslagen.
 

De DADT-regel werkt averechts

Vergadering van president Obama en de hoge Defensieleiding in het Witte Huis over de DADT-regeling.
President Barack Obama, op de rug gezien, overlegt in The Oval Office van het Witte Huis met de militaire top over het schrappen van de DADT in 2010. Rechts op de foto minister van Defensie Robert M. Gates. (Foto: Witte Huis)

Averechts

De Democratische president Bill Clinton wil daarin begin jaren 90 verandering brengen. Hij moet vanwege de soms extreem conservatieve krachten in de Senaat een compromis zien te vinden voor de LGBTQIA+-gemeenschap.

Was DADT bedoeld om een ​​middenweg te bieden voor militairen uit de LGBTQIA+-gemeenschap…; dat werkt averechts. Het beleid geeft min of meer de boodschap af dat ze zich moeten schamen voor hun geaardheid. Ze moeten die vooral verbergen omdat hun leefwijze onverenigbaar is met militaire dienst. De cultuur van angst en geheimhouding binnen Defensie blijft bestaan. LHBTQIA+-militairen worden gedwongen hun identiteit te verbergen om niet in de problemen te komen.

Het beleid geeft de boodschap af dat ze zich moeten schamen voor hun geaardheid

Admiraal Rachel Levine (midden), de eerste transgender militair in de top van Defensie in de Verenigde Staten.
Admiraal Rachel Levine (midden) is de eerste transgender-militair in de top van Defensie in de Verenigde Staten. (foto US Coast Guard/Brian Zimmerman).
Generaal-majoor Tammy Smith in uniform.
Generaal-majoor Tammy Smith.

Eerste openlijke transgender

Aan alle onzekerheid komt op 20 september 2011 officieel een einde, maar dat betekent nog niet dat bij hamerslag alle vooroordelen zijn verdwenen. Wat wel helpt is een aantal rolmodellen. Zoals generaal-majoor Tammy Smith, die in 2012 ‘uit de kast’ komt. De opperofficier van de US Army Reserves is de eerste hoge militair die openlijk uitkomt voor haar homoseksualiteit; ze is getrouwd met Tracey Hepner. Die is net als zij als vrijwilliger actief voor een thuisfrontorganisatie. Na haar volgt een tweede voorbeeld voor de LGBTQIA+-gemeenschap: admiraal dr. Rachel Levine is de eerste openlijke transgender in de top van de krijgsmacht.

In 2012 komt generaal-majoor Tammy Smith ‘uit de kast’

Poster voor de Pridemaand in de VS.
Juni is Pridemaand in de VS. Harvey Milk staat symbool daarvoor.

Een andere belangrijke mijlpaal is de naamgeving van een schip: USS Harvey Milk. De tanker van de John Lewis-klasse is vernoemd naar de eerste openlijk homoseksuele politicus in de VS. Milk, in 1977 doodgeschoten (Moscone-Milk-moord), is een veteraan van de US Navy. Hij diende van 1952 tot 1954 tijdens de Korea-oorlog op USS Chanticleer en USS Kittiwake.

USS Harvey Milk.
USS Harvey Milk is vernoemd naar de marineveteraan en eerste openlijk homoseksuele politicus in de VS.

Vreemd in de oren

Dat militairen uit de LGBTQIA+-gemeenschap pas 13 jaar officieel worden geaccepteerd in de VS, klinkt ons wellicht vreemd in de oren. De Tweede Kamer besloot al in 1974, onder leiding van PvdA-minister van Defensie Henk Vredeling, om een vergelijkbare bepaling als de DADT te schrappen. Toch zou het nog tot 1987 duren voordat homoseksuele mannen en vrouwen iets meer werden geaccepteerd. In dat jaar richt Abel van Weer de Stichting Homoseksualiteit en Krijgsmacht (SHK) op, een wereldprimeur.

Militairen, op de rug gezien, brengen een groet aan het publiek op de kade tijdens Pride.
Bij de jaarlijkse Pride is de Defensieboot inmiddels een gewaardeerde verschijning.

‘Roze’ overheidsplatform

In 1987 verdwijnt bijvoorbeeld een vraag over seksuele voorkeur uit het keuringsformulier voor (dienstplichtige) militairen. Het ministerie van Defensie heeft daarna een seksueel minderhedenbeleid ingesteld en sluit aan bij een ‘roze’ overheidsplatform: medewerkers op de overheidswerkvloer moeten veilig ‘uit de kast’ kunnen komen. De emancipatie en acceptatie gaat verder op de jaarlijkse Pride in Amsterdam. Bij de tocht door kanalen in de hoofdstad staan niet alleen Nederlandse militairen op een boot, ook vaart regelmatig een vertegenwoordiging van OutServe mee, de organisatie van en voor LHBTQIA-militairen in de VS.