Britse militairen herbegraven op Airborne Begraafplaats in Oosterbeek

Tachtig jaar nadat de Engelse lieutenant Dermod Anderson en soldaat Henry Moon dodelijk gewond raakten bij Duitse mortieraanvallen, hebben ze hun laatste rustplaats gekregen. De stoffelijke resten van de militairen die sneuvelden en vermist raakten tijdens Operatie Market Garden zijn woensdag bijgezet op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek. Dat gebeurde in het bijzijn van nabestaanden en hun eigen regimenten.

Tekst: kapitein Jessica Bode | Foto: Studio 38C

‘Beide regimenten aanwezig, dat alleen is al bijzonder’

Er zijn de afgelopen decennia veel meer herbegrafenissen geweest van oorlogsslachtoffers. Met nog zesduizend vermisten op Nederlands grondgebied zullen die van deze week niet de laatste zijn. Toch is de plechtigheid van afgelopen woensdag bijzonder te noemen. “We hebben deze twee militairen begraven in de week voorafgaand aan tachtig jaar vrijheid en de herdenking van Market Garden. Daarbij was luitenant Dermod Anderson onderdeel van de luchtcomponent (codenaam Market) en soldaat Henry Moon van het grondoffensief (codenaam Garden)”, benadrukt kapitein Geert Jonker, commandant van de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL).

Kapitein Geert Jonker in militair tenue brengt eregroet.
Kapitein Geert Jonker, commandant van de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht, brengt een laatste groet aan de man die hij en z’n team wisten te identificeren.

Daarnaast waren beide regimenten (Yorkshire Regiment en het Army Air Corps, red.) van de mannen bij de begrafenis aanwezig. “Dat is alleen al uniek, want de meeste regimenten uit die tijd bestaan niet meer.”

De draagploeg draagt de grafkist met Engelse vlag eromheen de begraafplaats op.
De draagploegen dragen de kist van soldaat Henry Moon (boven) en lieutenant Dermod Anderson de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek op.
De draagploeg draagt de grafkist met Engelse vlag eromheen de begraafplaats op.

Gebitsonderzoek of DNA

Bij de teraardebestelling van private Henry Moon, het equivalent van een soldaat derde klasse, waren twee nichten met hun echtgenoten aanwezig. Bij lieutenant (gelijk aan eerste luitenant) Dermod Anderson was dat zijn achterneef; de kleinzoon van de broer van de gesneuvelde officier. De identificaties konden worden voltooid aan de hand van DNA-onderzoek. “Soms kunnen we mensen identificeren aan de hand van het gebit, waarvan de gegevens overeenkomen met bewaard gebleven documentatie (gebitskaarten). Maar in deze gevallen moesten we op zoek naar menselijk DNA. Daardoor ontstaat al in een veel vroeger stadium contact met nabestaanden. Je bouwt een band op en dat maakt het persoonlijk. Bovendien weten wij vaak meer over de geschiedenis dan de nazaten zelf. Je hebt dan een nederige, belangrijke rol in die families”, aldus Jonker.

‘Je bouwt een band op en dat maakt het persoonlijk’

‘Zijn’ BIDKL vormt, naast het bergen en identificeren van de slachtoffers, de schakel tussen de verschillende aanwezigen bij de herbegrafenissen. “De Britse krijgsmacht, de begraafplaats, de gemeente Renkum, de uitvaartorganisatie… Wij begeleiden hen en koppelen mensen aan elkaar.”

Close-up van de draagploeg die de kist ter hoogte van de buik houdt.
De herbegrafenis met militaire eer werd verzorgd door de twee, nog bestaande, regimenten van de gesneuvelde militairen.
Overzichtsfoto van de draagploeg met de grafkist bij het graf, omringd door nabestaanden, genodigden en andere belangstellenden.
Overzichtsfoto bij het graf van Dermod Anderson.
Zwart-wit portret van lieutenant Dermod Anderson.
Lieutenant Dermod Anderson.

Het verhaal van lieutenant Dermod Anderson (29)

Lieutenant Dermod Anderson werd geboren in 1914 in het Zuid-Afrikaanse Natal. In de jaren 30 vertrekt hij naar Engeland om te studeren en trouwt daar met Carol. Na zijn studie wordt hij officier bij het Gloucester Regiment. Daarna volgt hij een opleiding tot zweefvliegtuigpiloot bij het Glider Pilot Regiment. Begin 1944 wordt hij voor het eest operationeel ingezet bij het B Squadron van de 1st Wing. Tijdens D-Day vliegt Anderson als zweefvliegtuigpiloot militairen van Engeland naar Normandië. Hij keert per schip terug om die taak op 18 september nog eens over te doen. Die dag brengt hij opnieuw troepen over met een klein zweefvliegtuigje en landt bij Wolfheze. Met de collega’s trekt hij op richting Oosterbeek, waar de eenheid in stelling gaat nabij het oude kerkje aan de Rijn. Daar wordt hij een week later, op 25 september, dodelijk getroffen door een Duitse mortiergranaat. In een brief aan Dermod’s echtgenote prees zijn commandant hem voor zijn dapperheid. Hij had in een jeep, onder zwaar vijandelijk vuur, gewonden in veiligheid weten te brengen. Naar nu blijkt werd Dermod destijds in zijn schuttersput begraven, maar die raakte ‘vermist’.

“In november 2022 hebben we de stoffelijke resten aangetroffen bij een locatieonderzoek naar verloren veldgraven rond het oude kerkje”, verduidelijkt Jonker. “We hadden al snel het vermoeden dat het om een officier zou gaan vanwege de gouden restauraties in zijn gebit. Dat was voor de ‘working class’ onbetaalbaar. Bovendien hadden we nog zes vermisten die rond het kerkje zijn gesneuveld. Anderson was de enige officier en zijn lengte en leeftijd sloten goed aan op het profiel dat we hadden vastgesteld. Maar dan moet je nog op zoek naar DNA-bewijs. We kwamen uit bij achterneef Julian die samen met zijn zoon als enige nog het mannelijke Anderson DNA-dragen.”

Eveneens bijzonder bij de vondst van het lichaam was de keurig opgevouwen zijden stropdas in een van de borstzakken. “Felgekleurd in royal blue en geel. Die das betekende dusdanig veel voor het slachtoffer dat hij het meenam het gevecht in. Heel bijzonder, maar tot op de dag van vandaag weten we niet waar die das voor was. Het heeft in ieder geval niets te maken met zijn studies aan de universiteit van Kaapstad of Liverpool. Evenmin met het Gloucesterershire Regiment waarbij hij eerder diende, noch het Glider Pilot Regiment.”

Restanten van een blauw/geel stropdas
Resten van de stropdas die werden aangetroffen in de borstzak van Anderson. BIDKL zou graag willen weten of deze das bij een ‘organisatie of vereniging’ hoorde.

‘Dichtbij huis een graf om te bezoeken’

Herkenning

Nabestaanden konden dinsdag afscheid nemen van hun familieleden bij uitvaartcentrum Mijn Hart in Oosterbeek. Tachtig jaar na dato nog altijd een emotioneel moment. Zeker voor achterneef Julian Anderson, die een deel van zijn eigen leven herkent in het verhaal van zijn gesneuvelde oudoom. Jonker legt uit: “Zweefvliegtuigpiloot Anderson werd geboren in Zuid-Afrika, ging na een studie in Kaapstad in de jaren dertig naar Liverpool om daar architectuur te studeren. Tijdens de oorlog kwam hij in het leger terecht. Zijn achterneef Julian Anderson is de enige nog levende DNA-donor waarmee we konden vaststellen dat het inderdaad om Dermod gaat. Hij werd eveneens in Afrika (Zimbabwe) geboren, ging ook naar Engeland om te studeren en is inmiddels luitenant-kolonel in het Britse leger. Wat dat betreft zijn er bijzondere gelijkenissen.”

Overzichtsfoto van de begraafplaats met langs de lijn vele belangstellenden.
Er was veel belangstelling voor de herbegrafenissen van de twee gesneuvelde militairen.

Het was voor hem indrukwekkend om, ook zoveel jaren later, zijn familielid een laatste rustplaats te geven. “Zijn vader en opa zijn in Zimbabwe begraven. Nu heeft hij in Europa, dichtbij huis, een graf dat hij regelmatig kan bezoeken”, vult Jonker aan. 

Een geestelijk verzorger buigt het hoofd naar beneden bij het graf van Anderson.
Een laatste groet aan luitenant Anderson door de geestelijk verzorger die de dienst verzorgde.
Het nieuwe graf van Henry Moon.
Het graf van Henry Moon. Hij mocht niet ouder worden dan negentien jaar.
Zwart-wit portret van soldaat Henry Moon
Soldaat (private) Henry Moon.

Soldaat Henry Moon (19)

Het is 2020 als de stoffelijke resten van soldaat Henry Moon (19) worden gevonden tijdens graafwerkzaamheden bij Bemmel vanwege de verbreding van snelweg A15. “Daar stuitten de werklieden op een veldgraf. Veel Britten sneuvelden hier, in de omgeving van de Rijn.” 

Moon werd in 1922 geboren in het kustplaatsje Speeton in Noord-Yorkshire. Als vrijgezel diende hij sinds 1942 bij het Yorkshire Regiment, ook bekend als de ‘Green Howards’. Met het 7e bataljon nam hij in 1943 vanuit Noord-Afrika deel aan de invasie van Sicilië. Moon raakte gewond, maar keerde later dat jaar terug naar Engeland. Daar begonnen de voorbereidingen voor D-Day; de geallieerde landingen in Normandië. Soldaat Moon landde op 6 juni 1944 op het Gold Beach invasiestrand en vocht zich met zijn eenheid een weg door Frankrijk en België. De militairen passeerden op 17 september de Nederlandse grens. Ze deden mee aan het grondoffensief dat de Amerikaanse, Britse en Poolse luchtlandingstroepen moest ontzetten. Eind september had het 7e bataljon stellingen ingenomen ten noorden van Bemmel. Op 1 oktober sneuvelt Moon in de Betuwse klei door een Duitse mortierbeschieting. “Uit hoe we de stoffelijke resten hebben aangetroffen kunnen we opmaken dat hij door z’n kameraden met zorg is begraven. Het graf is alleen verloren gegaan, omdat delen van het gebied in september 1944 onder water zijn gezet en de graven zijn weggespoeld. Het stoffelijk overschot kon uiteindelijk worden geïdentificeerd aan de hand van DNA-materieel van neef David.”

De vlag van Groot-Brittannië wordt van de kist gehaald en opgevouwen.
De Union Flag Coffin Drape wordt van de twee kisten verwijderd en op een speciale manier opgevouwen.
De vlag wordt overgedragen.
Daarna wordt de vlag overhandigd aan een nabestaande van Moon (links) en het regiment van Anderson (rechts).

Streng protocol

Na het laatste moment met de familie hebben de regimenten de kisten gereedgemaakt voor de uitvaart. Daar is een streng protocol aan verbonden, waarbij de kisten worden ingepakt met de ‘Union Flag Coffin Drape’. “Deze vlag wordt verwijderd voorafgaand aan het moment dat de kist de aarde in zakt, op een speciale manier opgevouwen om vervolgens aan de nabestaanden overhandigd te worden.”

Het zijn de Britse regimenten die de uitvaart verzorgen en hun draagploegen die de kisten naar de juiste plek begeleiden. Jonker: “Het klinkt gek, maar we zien deze herbegrafenissen ook als iets feestelijks. We hebben een moeilijke tijd mooi kunnen afronden en de gesneuvelden het respect gegeven dat ze verdienen.”