01

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 26

‘Bizar om vliegtuigstoelen in het veld te zien liggen’

Hulp na MH17-vliegramp onvergetelijk voor defensiemedewerkers

Het is deze week tien jaar geleden dat de vliegramp met vlucht MH17 plaatsvond. Veel defensiemedewerkers verleenden hulp in de nasleep. Bijvoorbeeld bij het vervoer van de 196 omgekomen landgenoten naar Nederland, het dragen van hun kisten en de beveiliging van de rampplek. Tot op de dag van vandaag zijn ze er diep van onder de indruk. Drie van hen komen aan het woord. “De emotie op de gezichten van de nabestaanden is mij altijd bijgebleven.”
 

Tekst: Dennis Rijnvis | Foto’s: MCD en eigen collectie

Een militair kijkt naar een vliegtuigstoel in een grasveld op de rampplek van de MH17
Sergeant Dave de Kleine op de rampplek.

‘We werden beschoten bij de rampplek’

Pelotonssergeant Dave de Kleine (CLAS), 11 Geneeskundige Compagnie

“Na de ramp met MH17 werden we halsoverkop teruggeroepen naar de kazerne. Zelf was ik gewoon in Nederland, maar sommige van mijn collega’s kwamen net aan op hun vakantiebestemming, bijvoorbeeld in Azië. Zij vlogen meteen weer terug. Iedereen wilde helpen. Al snel werd duidelijk dat we naar de plek van de crash zouden gaan.”

“Als 1e Peloton van de Geeskundige Compagnie kregen we de taak om op de rampplek politieagenten en militairen te verzorgen, bij eventuele verwondingen door geweld. Het vliegtuig lag namelijk middenin oorlogsgebied. Door Rusland gesteunde separatisten vochten tegen Oekraïense militairen.”

“In de loods verzamelden we alles wat we nodig hadden: twee MB-terreinwagens met aanhangers, tentsystemen, aggregaten, medische benodigdheden, zoals verband en medicatie. Maar bijvoorbeeld ook zuurstofflessen. Met al deze spullen vlogen we vanaf Eindhoven in een C-17 naar Oekraïne. Toen we aankwamen in het gebied van de ramp moesten we door checkpoints van het Oekraïense leger. Daar stonden raketlanceerinstallaties en tanks. In de verte hoorden we artillerievuur.  De oorlog was in volle gang.”

“Het was bizar om de rampplek te zien. De brokstukken van het vliegtuig lagen overal. Soms liep ik langs vliegtuigstoelen en zwemvesten. Als je daar zo staat, ga je alles ook aan jezelf koppelen. Ik ga graag op vakantie. Je beseft dat het ineens afgelopen kan zijn. We zijn op een van de laatste dagen een keer beschoten. Misschien per ongeluk, dat weten we niet. De kogels vlogen in de richting van een rij voertuigen die we bij de rampplek hadden neergezet. Gelukkig raakte niemand gewond. Uiteindelijk hebben we geen behandelingen hoeven uitvoeren.”

“Voor mijn familie was het heel spannend dat ik zo plotseling naar Oekraïne moest, vooral vanwege de gevechten daar. Mijn vrouw werd op een avond gebeld door een tante die zei: ‘Ik heb Dave op het NOS-journaal gezien.’ Mijn vrouw schrok, ze dacht dat er iets was gebeurd. Maar ik was alleen toevallig op de achtergrond in beeld bij een reportage.”

“Zelf kijk ik nu vooral met trots terug op de missie. Op zo’n korte termijn worden ingezet voor zo iets belangrijks, dat is precies waarom ik bij de Luchtmobiele Brigade ben gegaan. Maar ik vind het nog steeds onbegrijpelijk dat de ramp met de MH17 heeft kunnen gebeuren.”

Militairen van de Koninklijke Marechaussee tillen een kist van een MH17-slachtoffer naar een rouwauto
Hielke Hilberink (tweede van links) tilt met de draagploeg van de marechaussee de kist van een MH17-slachtoffer naar een rouwauto.

‘Je kunt je bijna niet voorbereiden op een ramp zoals met de MH17’ - adjudant Hielke Hilberink, draagploeg Koninklijke Marechaussee

“De aankomst van de slachtoffers van vlucht MH17 in Nederland zal ik nooit vergeten. Met collega’s van onze draagploeg tilde ik een van de eerste kisten uit het vliegtuig. Daarna liepen we naar de rouwauto vlakbij de vele nabestaanden. Zij werden enorm emotioneel en dat raakte mij. Maar ik dacht: ‘Nee Hielke, blijf gefocust op je taak’.”  

“Als draagploeg zijn wij altijd goed voorbereid. We oefenen gemiddeld elke maand een middagdeel. Dan bootsen we allerlei situaties na. Soms til je een kist uit een rouwkoets of uit een rouwauto. Het gaat om de uitvoering. Als dragers til je op een gecoördineerde manier; alles moet gelijk lopen, zodat het er waardig en strak uitziet.”

“Op de omstandigheden zoals na de ramp met de MH17 konden we ons echter bijna niet voorbereiden. Ineens sta je daar op een landingsplatform van een vliegbasis. In doodse stilte. Er waaide een heel warme wind, weet ik nog. Je ziet lange rijen met rouwauto’s staan. Dan loop je naar een vliegtuig waarvan je weet: daar staan enorm veel kisten in en nu komt het er op aan. Op dat moment voelde ik wel spanning.”

“Met onze draagploeg hebben wij in vier dagen tijd ongeveer dertig kisten naar de rouwauto’s gedragen. Daar ben ik trots op. Maar, het draait niet om ons, het gaat om de nabestaanden. Zij hebben zo veel verlies te verwerken.”

“Op de laatste dag was het hun wens om met ons te spreken, omdat wij hun dierbaren hadden gedragen. We liepen met alle draagploegen de hangar binnen waarin zij zich hadden verzameld. Zo zagen we de mensen voor wie we het hadden gedaan. Bij binnenkomst zag ik al die gezichten vol emotie. We kregen een enorm applaus. Dat overviel me. Het is me altijd bijgebleven. Ik dacht: 'wij hebben alleen maar gedragen, jullie hebben zo veel te verwerken'. Maar het was een eer dit te mogen doen.”

Militairen tillen een kist van een MH17-slachtoffer naar een rouwauto
Jan Pieter Slootweg (eerste drager van links) tilt met de draagploeg Deelen een kist van een MH17-slachtoffer naar een rouwauto.

‘Soms denk ik in de Gamma ineens aan de kisten van de slachtoffers’ - sergeant 1e klasse Jan Pieter Slootweg

“Ik denk nog vaak aan mijn taak na de MH17-vliegramp. Dat gebeurt op de meest onverwachte momenten. Bijvoorbeeld als ik op de houtafdeling van de Gamma loop, langs de rekken met spaanplaat. Dan ruik ik weer de geur van de kisten die wij als draagploeg uit het vliegveld haalden en naar de rouwauto’s droegen.”

“Van de dagen op het vliegveld herinner ik me nog allerlei details. Het was doodstil. Je hoorde alleen het getik van de koorden en metalen ringen tegen de vlaggenmasten. Op de momenten zelf was ik juist niet emotioneel. Je doet je werk en dat wil je zo goed mogelijk doen. Pas later ga je terugdenken aan bepaalde momenten.”

“Zo stonden we elke ochtend bij de poort van Vliegbasis Eindhoven in de rij om ons pasje te laten zien. Op het pleintje daar staat een oude Fokker. Daar lag een berg met knuffels, foto’s en bloemen die steeds groter werd. Ik zag hoe een jong koppel daar naartoe liep, hand in hand met een meisje van een jaar of zes. Zij legde er een knuffel bij. Dat beeld ben ik nooit vergeten. Als ik eraan terugdenk, schiet ik soms nog vol, maar op een goede manier. Ik ben heel dankbaar dat ik aan het eerbetoon aan de slachtoffers heb mogen bijdragen.”

“De collega’s van mijn draagploeg kwamen uit alle hoeken van Nederland. We zijn reservisten van de luchtmacht. Na elke ceremonie gingen we weer naar huis en gewoon weer aan het werk. Je hebt niet echt de tijd om er met elkaar over te praten.”

“Later heb ik op verzoek van mijn commandant nog een bijeenkomst georganiseerd voor de draagploeg, om de gebeurtenissen gezamenlijk een plek te geven. We zijn naar een hotel in Drenthe geweest. Eerst vroeg ik mij af: 'is dit wel nodig?'. Maar er is echt iets van me af gevallen. Ik zie mijn bijdrage na de vliegramp als iets moois; ik ben er trots op. Maar wat wij hebben gezien, vertel je niet zomaar even op een verjaardagsfeestje. Het was goed om het samen opnieuw te beleven.”

De vlaggen hangen halfstok bij de Haagse Hofvijver.