Met buikgriep en bouillon naar de finish van de Marathon des Sables

Een helse, zesdaagse ultraloop van maar liefst 252 kilometer door de West-Marokkaanse Sahara met temperaturen die met gemak oplopen tot 45 graden. Tel daar een fikse buikgriep bij op, waardoor sportinstructeur bij 11 Luchtmobiele Brigade adjudant Niek van Gils (53) de 38e editie van de Marathon des Sables vorige week grotendeels op bouillon aflegde.
 

Tekst: kapitein Jessica Bode | Foto: adjudant Niek van Gils

Vol goede moed, met enorm veel zin en een zeer gedegen voorbereiding beginnen adjudant Van Gils en nog 849 deelnemers van over de hele wereld aan deze sportieve uitputtingsslag, die sinds 1986 jaarlijks wordt georganiseerd. Klaar voor het afleggen van 252 kilometer in zes etappes door de snikhete woestijn bij de grens met Algerije, de langste editie ooit. De derde etappe is met 86 kilometer het verste. “Daar mochten we maximaal 35 uur over doen. Hoe eerder binnen, hoe meer rust je hebt”, verduidelijkt Van Gils.

‘Ik werd op de startdag hondsberoerd’

Nog laaiend enthousiast over zijn enorme prestatie vertelt hij in de hoogste versnelling over zijn ervaringen. Net goed en wel terug uit Marokko kan hij soms amper geloven wat hij heeft meegemaakt. Vooral omdat een en ander niet ging zoals gepland: “Ik werd op de startdag ziek, echt hondsberoerd.”

Selfie van Niek van Gils met een hoedje op in de Sahara.
Vol goede moed en met enorm veel zin begint sportinstructeur adjudant Niek van Gils aan de Marathon des Sables.
Niek van Gils wandelt met wandelstokken langs een steile rotswand.
Van Gils met andere collega’s tijdens een van de etappes.

10,5 kilo aan uitrusting in de rugzak

Voorbereiding

Tien jaar geleden wil Van Gils de Marathon des Sables al lopen. “Toen heb ik me zelfs ingeschreven, maar nadat ik al mijn gegevens had ingevuld kwam ik erachter dat het inschrijfgeld me te gek was. Het kost 3.500 euro, maar daar komt nog zeker tweeduizend euro bij voor toebehoren zoals uitrusting en voeding.” Van Gils z’n interesse wordt wel digitaal opgeslagen. “Ieder jaar weer kreeg ik een herinnering…; of ik tóch mee wilde doen.” Tien jaar na zijn inschrijfpoging trekt de sportinstructeur dan toch de stoute schoenen aan, met sponsoring van 11 Luchtmobiele Brigade en extra steun van de LO&Sportorganisatie in de vorm van kleding, uitrusting en voeding. “Ik ben nu 53 jaar. Als ik het nu niet zou doen, dan misschien nooit meer.”

Een half jaar heeft de sportinstructeur nodig om zich fysiek voor te bereiden. Daar gaat al een maandenlange, mentale voorbereiding en planning aan vooraf. “Ik heb mijn eigen trainingsschema gemaakt, met veel afwisseling tussen hardlopen en krachttraining. Omdat ik met mijn werk ook dagelijks met sport bezig ben, ligt overbelasting op de loer. Daarom heb ik ook veel rust ingebouwd.”

De Marathon des Sables wordt sinds 1986 jaarlijks gelopen.

Atlas Studios

Kort daarvoor is er nog niks aan de hand. Nadat de deelnemers op de luchthaven van Ouarzazate zijn geland, een stad die vooral bekend is door de filmstudio Atlas Studios en als startpunt geldt voor vele excursies richting de Sahara, worden ze per bus richting het zanderige grensgebied gereden, zes uur verderop. “Geloof me, daar is echt helemaal niemand”, benadrukt de Nederlander. Daar wordt een bivak opgebouwd en krijgen de deelnemers twee dagen de tijd om te acclimatiseren. “Maar die tijd wordt ook gebruikt voor officiële plichtplegingen, zoals de check of je wel genoeg kilocalorieën bij je hebt en zaken als een aludeken en kompas.”

De deelnemers van deze ultraloop wandelen door mul zand, over rotsen en steile hellingen.

Elektrolyten

En dan is het zover. De deelnemers verschijnen aan de start met een goed gevulde tas op hun rug met daarin 10,5 kilo aan proviand. Denk aan proteïnerepen, gevriesdroogde maaltijden en energiegels, maar ook aan zaken als elektrolyten (voedingssupplementen) en hydratatiepillen.

De longstage van 86 kilometer is verspreid over zeven checkpoints

“Iedere dag zou daar circa achthonderd gram voeding uit opgegeten moeten worden”, verzucht Van Gils, met de nadruk op ‘zou moeten’. “Ik was nog niet goed en wel begonnen of ik kreeg al enorm last van mijn maag. Ik ben bij de start al behoorlijk leeggelopen en had moeite om voeding binnen te houden.” Toch zet de sportinstructeur door, terwijl hij niets anders binnenhoudt dan kleine beetjes bouillon en water.

Een gat in het zand met daarin een smeulend vuurtje en op het hout een zwart pannetje.
De deelnemers verzorgen zelf hun maaltijden. En dat betekent een gat graven in het zand, daarin vuur maken en water warm maken voor een gevriesdroogde maaltijd.

Met het resultaat dat de adjudant er op dag drie helemaal doorheen zit; de dag van de zwaarste etappe. “Alleen de geur van m’n bidon maakte me al misselijk. Ik geloof dat ik die ene dag al twaalf keer heb overgegeven”, zegt hij. De longstage van 86 kilometer is verspreid over zeven checkpoints. Van Gils plakt tape om zijn wandelstokken met daarop de tijden waarop hij uiterlijk bij de punten binnen moet zijn. “Ik wilde bij ieder checkpoint twee uur over hebben om te slapen. Dan zou ik het precies redden. Daar lag ik dan… in een donsjas in de woestijn bij te komen.”

Een uitgestrekte Sahara met her en der verspreid wat donkere tenten.
Het bivak waarnaar de deelnemers iedere etappe terugkeren om bij te komen.

Gestrand

Al met al komt hij de derde etappe door. En dat geldt ook voor de 43 kilometer tijdens de vierde etappe van het programma, waarbij zijn gezondheid vergelijkbaar is met die van voorgaande dagen. “Totdat ik er rond 13.00 uur compleet doorheen zat; de reserves waren op. Het was nog anderhalve kilometer tot het een-na-laatste checkpoint en ik strandde bovenop een duin waar twee Poolse deelnemers me te hulp zijn geschoten. Met een slaapmatje maakte ze een schaduwplek en de medici schoten te hulp. Ik werd compleet gecheckt, maar gek genoeg bleken mijn vitale waarden allemaal goed. M’n lichaam was enkel leeg, de brandstof op.”

‘Ik moest en zou doorlopen voor m’n goede vriend’

Na een uur rust, met groen licht van de artsen en met ondersteuning van de Poolse jongens, finisht van Gils. “Ik moest en zou doorlopen. Een goede vriend van me heeft uitgezaaide kanker en het spookte door mijn hoofd hoe ik terug zou komen in Nederland en aan hem zou moeten zeggen dat ik had opgegeven vanwege buikpijn en koorts. Na alles wat hij heeft moeten meemaken…”

Twee wandelaars banen zich een weg door het mulle zand.
Een ultraloop in de Sahara is een ware uitputtingsslag.
Een vrouw schenkt een kan water over het hoofd van Van Gils, die ietwat voorovergebogen staat.
Van Gils wordt gekoeld met water.

Cola en citroen

Hij brengt die avond nog wel een bezoekje aan de artsen, want zulke krachtsinspanningen op bouillon zijn geen optie. “Ik kreeg een glas cola, een paar schijfjes citroen, paracetamol met maagzuurremmers en nog een medicijn waarvan ik eigenlijk niet wist wat het was. Maar het werkte! Een dag later werd ik zonder pijn wakker. Er ging voor het eerst weer een echte maaltijd in en langzamerhand kon ik ook weer repen en energiegels binnenhouden.” Nog loom maar voldaan begint hij aan de vijfde etappe. “Met alles wat ik de dagen ervoor al had doorstaan, waren die laatste twee etappes niet het meest ingewikkeld.”

Geen bucketlist maar een droom

Uiteindelijk haalt Van Gils de eindstreep. In totaal vallen bijna honderd deelnemers uit. Een bucketlist-actie was het niet. “Het was een droom. Iets wat ik altijd al heb willen doen. Waarvan ik me al tien jaar afvraag of het voor mij mogelijk zou kunnen zijn. Met trots kan ik stellen dat ik succesvol ben geweest onder de gegeven omstandigheden.”

Een groepje deelnemers met in hun hand de vlag van het land van herkomst.
Met trots haalt Van Gils binnen de tijd de eindstreep.