Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 01
Terugkijker
Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties die invloed hebben gehad op de hele wereld.
Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of ons niet meer exact herinneren. Dit keer gaan we terug naar de feestdagen van 1993-94, toen Limburg te maken kreeg met ernstige overstromingen.
Tekst: Evert Brouwer | Foto: René van Bakel, NIMH
‘Limburg ontzet’ kopte de Defensiekrant van 6 januari 1994. Net als nu dreigde een deel van Limburg dertig jaar geleden, vlak voor en tijdens de feestdagen, onder te lopen. De omstandigheden zijn vandaag de dag wel helemaal anders, mede door de lessen die destijds zijn geleerd. In tegenstelling tot nu was er in 1993, en ook bij de overstromingen van 1995, nauwelijks communicatie tussen de hulpverlenende instanties. Onlangs nog toonde een grote oefening van de Veiligheidsregio Limburg-Noord het belang van die samenwerking.
OPPLAN10
Eind 1993 worden circa duizend militairen, voor het merendeel nog dienstplichtigen, vlak voor hun verlof halsoverkop opgeroepen voor Operatie Wassend Water. Operatieplan 10, kortweg OPPLAN10, komt eind december uit de bureaulade bij het toenmalige Nationaal Territoriaal Commando (NTC) in Gouda. De commandant, brigadegeneraal Leo Dijkstra, doet daarmee een beroep op de beschikbare eenheden om onmiddellijk naar het zuiden des lands te vertrekken. En dat gebeurt.
Lieslaarzen
Het zuiden van Nederland wordt immers compleet overvallen door het snel stijgende water in de Maas en andere rivieren en kanalen. Hoewel er vanuit Duitsland en België al alarmerende berichten over hoogwater komen, maakt Limburg zich aanvankelijk geen zorgen. Van een code geel en rood is nog geen sprake.
In met name Venlo, Borgharen en Itteren leidt dat vervolgens tot haastige evacuaties. In enkele gevallen komt het water zo snel op dat onze toenmalige defensiefotograaf René van Bakel, gewapend met lieslaarzen, herhaaldelijk zijn camera in de viertonner moet laten liggen om Limburgers uit hun benaderde posities te bevrijden.
Gecoördineerd
Toch verloopt de militaire inzet gecoördineerd. De leiding is in handen van de commandant 42 Tankbataljon, luitenant-kolonel der cavalerie Paul Kautz. Hij kan beschikken over heel wat eenheden en materieel die snel voorhanden zijn. In Limburg en op de grens met Noord-Brabant zijn bovendien nog verschillende kazernes. Vanuit de lucht houden F-16 fotoverkenners, Bölkows en Alouettes van de luchtmacht en Lynx maritieme helikopters continu een oogje in het zeil.
De brandweer en de politie doen hun best, maar beschikken in 1993 nog niet of nauwelijks over het vereiste materieel om in de ondergelopen gedeelten hulp te verlenen. Bovendien staat het internet dan nog in kinderschoenen, evenals het mobiele telefoonverkeer. Communiceren is dus lastig. De hulp van Defensie, met name 101 Verbindingsgroep, komt daarom goed van pas.
Overeenkomsten
Er zijn tussen 1993 en 2024 trouwens een aantal opmerkelijke overeenkomsten. Toeval of niet, in beide gevallen is er een oud-defensieman die precies weet hoe hij de hulptroepen moet inroepen. Rijkswaterstaat zal de afgelopen weken dan ook heel blij zijn geweest met de pas aangetreden oud-Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Martin Wijnen. Aangezien hij ook genist is, weet hij als geen ander de weg te vinden naar de vereiste militaire middelen als de nood hoog is. En zo was dat ook in 1993. De onlangs overleden oud-staatssecretaris van Defensie Berend Jan Baron van Voorst tot Voorst was toen trouwens net benoemd tot Gouverneur van Limburg, zoals de Commissaris van de Koningin toen heette.
Koeien
Maar er is meer. Ook dertig jaar geleden speelde de genie een grote rol. Met name 105 Vouwbrugcompagnie (nu 105 Geniecompagnie Waterbouw). Met hun duwboten en pontons zetten de genisten niet alleen burgers op de droge. Want de commandant van 105, de bijna legendarische majoor Co Kessen, belde in de nacht van 27 op 28 december 1993 met de melding dat ‘we om nul-vijfhonderd limousin(e)s gaan vervoeren’. Grote Amerikaanse auto’s? “Nee, koeien!”