04

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 31

Terugkijker

Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties met globale impact. 

Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of het ons niet meer exact herinneren. Dit keer draait het om 19 augustus 1981, de dag waarop de Verenigde Staten en Libië slaags raakten boven de Golf van Sidra.

Tekst: Martin Zijlstra | Foto’s: U.S. Navy & Tailhook Association

Deze baai in het zuiden van de Middellandse Zee was al sinds 1973 het onderwerp van een conflict tussen het Westen en Moammar Khadaffi. De golf werd in dat jaar geannexeerd door de Libische leider, die daarbij een zogeheten line of death trok tussen de steden Benghazi en Tripoli. Iedereen die deze denkbeeldige lijn passeerde, kon een militaire reactie van Libië verwachten.

Een F-14 van het marinesquadron VF-41 Black Aces landt op de USS Nimitz tijdens operaties in de Middellandse Zee kort voor het incident met Libië. Foto: U.S. Navy.

'Freedom of Navigation'

Het Westen accepteerde dit niet en eiste vrije toegang, al bleef het bij woorden. Pas toen Ronald Reagan begin 1981 zijn intrede deed in het Witte Huis, veranderde er iets. De nieuwe president wilde het internationaal terrorisme aanpakken en kwam direct in aanvaring met Khadaffi. Die sprak van een provocatie. Reagan had hier geen boodschap aan en gaf zijn marine toestemming om in de Golf van Sidra te oefenen.

Op 18 augustus 1981 begon daar een grote oefening onder aanvoering van de vliegkampschepen USS Forrestal en USS Nimitz. Khadaffi stuurde op de eerste dag al 44 straaljagers naar het oefengebied die allemaal onderschept en weggeleid werden door Amerikaanse jachtvliegtuigen.

Onderschepping van een Libische MiG-23 door een F-4 Phantom van de USS Forrestal. Foto: U.S. Navy.

Brandstofgebrek

De Amerikaanse vliegers hadden er hun handen vol aan. Luitenant-ter zee Skip Zobel, Naval Flight Officer bij een F-14 Tomcat* squadron aan boord van de Nimitz, werd met zijn vlieger luitenant-ter zee Rick Neidlinger ingezet om het luchtruim rond de Nimitz te bewaken. “Samen met een andere F-14 onderschepten Rick en ik eerst vier Mirages. Daarmee gingen we het luchtgevecht aan, maar de Libiërs braken dat na verloop van tijd af vanwege brandstofgebrek. Wij gebruikten dat moment natuurlijk om zelf ook bij te tanken. Direct daarna werden we op twee MiG-25 Foxbats afgestuurd”, vertelt hij.

*De F-14 Tomcat is een tweepersoons vliegtuig met een vlieger en een Naval Flight Officer die de radar en een deel van de bewapening bedient.

Saillant detail: via inlichtingenkanalen hoorden de Amerikanen dat de Libische Foxbats toestemming hadden om het vuur op de Amerikaanse Tomcats te openen. Maar omdat de Libiërs in het luchtgevecht dat volgde op de onderschepping in een slechte schietpositie terechtkwamen, bleek dat een loze dreiging. De Libiërs probeerden de Amerikanen nog ‘mee te lokken’ naar Libië, maar daar trapten Zobel en zijn collega's niet in. “Al hadden we na die dag allemaal het gevoel dat het nog niet klaar was”, reageert Zobel.

De commandant van het Nimitz, kapitein-ter-zee Jack Batzler, vult aan: “Het waren spannende momenten. Als oud-jachtvlieger wist ik precies wat de vliegers meemaakten. Ik had bewondering voor hun zelfbeheersing, want daardoor escaleerde de schietoefening die woensdag niet.”

Commandant Batzler van de Nimitz wist als oud-vlieger precies wat zijn mannen meemaakten. Foto: U.S. Navy.

Stippen aan de horizon

Een dag later, het is dan donderdag 20 augustus, richten de Amerikanen Combat Air Patrol (CAP) stations in waar continu eigen toestellen patrouilleren. Tijdens de patrouille van overste Hank Kleeman en de luitenants-ter zee Dave Venlet, Larry Musczynski en Jim Anderson, neemt radaroperator Venlet twee stippen op zijn radar waar. Het zijn twee onbekende toestellen die de Amerikanen op vijf kilometer afstand kunnen identificeren: twee Libische Su-22 Fitter straaljagers. De Amerikaanse vliegers proberen hun toestel zo te manoeuvreren dat ze in een gunstige positie komen voor een eventueel luchtgevecht.

Een Libische Su-22 Fitter gefotografeerd door de Amerikanen tijdens hun oefening in de Golf van Sidra. Foto: U.S. Navy.

'Rules of Engagement'

Terwijl de straaljagers met een gezamenlijke snelheid van achttienhonderd kilometer per uur op elkaar af stormen, zien de Amerikanen tot hun verbazing dat de voorste Su-22 ineens een raket afvuurt. Gelukkig raakt de hittezoekende Atoll zijn doel niet. Er wordt niet gewacht op nog een aanval; de 'rules of engagement' treden in werking. Oftewel: als je wordt aangevallen mag je jezelf verdedigen.

Kleeman en Venlet zetten de aanval in en kiezen voor een AIM-9L Sidewinder hittezoekende raket. Ze wachten heel even met afvuren zodat de zoekkop zich niet kan richten naar de warmte van de zon. Een paar tellen later vuren ze en zien ze hoe de Sidewinder de Libische Su-22 raakt die neerstort.

De onderschepping in beeld. Na de Libische aanval (links) manoeuvreren de Amerikaanse vliegers hun F-14 Tomcats zodanig dat ze de Libische Su-22's kunnen neerhalen. Tekening: The Hook Magazine/Tailhook Association.

Wrakstukken

Ondertussen richten Musczynski en Anderson hun aandacht op het andere Libische vliegtuig. Ook zij vuren een Sidewinder af die eveneens doel treft. Delen van de staart van de Fitter breken af en het toestel stort in zee. Tijd om ernaar te kijken hebben de vliegers niet, want ze moeten hun gevechtsvliegtuig scherp optrekken om de brokstukken te ontwijken. Hierna keren de F-14's terug naar de Nimitz. Later die ochtend, als de aanval openbaar wordt gemaakt, reageert de wereldpers massaal en zijn de vier bemanningsleden onverwacht het middelpunt van een ijlings belegde persconferentie in Napels.

De bemanningsleden van de twee F-14's leggen aan de pers hoe ze de twee Libische Su-22's hebben neergeschoten. Foto: U.S. Navy.

Admiraal

Terugkijkend vertelt de Nimitz-commandant Batzler dat het onderscheppen van die twee vliegtuigen niet de enige spannende gebeurtenis was in die dagen. “We ontdekten ook een Libische onderzeeboot in de buurt, maar die ging ervandoor toen we een van onze kernonderzeeërs er op af stuurden. Ook stuurde Khadaffi een oorlogsschip met antischeepsraketten onze kant op. Nadat een paar van onze met bommen geladen A-7 Corsair jachtbommenwerpers er laag overheen vlogen, koos dat schip ook eieren voor zijn geld. Blijkbaar was Khadaffi gevoelig voor onze spierballentaal. Dat bleek ook na het neerschieten van de Su-22 Fitters, want de Libiërs hielden hun vliegtuigen toen aan de grond.”

Een foto van de bemanningsleden van de twee F-14 Tomcats die bij het incident met de Libiërs waren betrokken. Foto: U.S. Navy.