Tekst Leo de Rooij
Foto Diversen
Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 40
Terugkijker
Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties met globale impact.
Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of het ons niet meer exact herinneren. Vandaag draait het om 15 oktober 1917, de dag dat Mata Hari op verdenking van spionage voor Duitsland door de Fransen wordt gefusilleerd.
De naam Margaretha Geertruida (Griet) Zelle, geboren 1876 in Leeuwarden, zal niemand veel zeggen. Hoe anders is dat bij de naam Mata Hari. De vraag of deze Nederlands exotisch danseres echt een dubbelspion was heeft bijgedragen aan haar legendevorming en is talloze malen verfilmd.
Kleuterleidster
Margaretha (Griet) Zelle volgt in Leiden een opleiding tot kleuterleidster. Op haar achttiende reageert ze op een contactadvertentie van KNIL-kapitein Rudolph MacLeod en niet lang daarna trouwen ze. Het stel reist in 1897 naar Nederlands-Indië en komt daar in aanraking met de Indische tradities en cultuur. Griet wordt lid van een lokale dansgroep en gebruikt in 1897 voor het eerst de artiestennaam 'Mata Hari'. Maleis voor 'Oog van de dag', ofwel zon.
Vanwege huwelijksproblemen keert het echtpaar in 1902 terug naar Nederland en gaat scheiden. Begin 1905 vertrekt Griet naar Parijs waar ze oosterse dansen opvoert die haar uiteindelijk beroemd maken. Vanaf dit moment neemt ze permanent de naam Mata Hari aan. Het hoogtepunt van haar carrière zijn de jaren 1911 en 1912, als ze in tal van Europese steden optreedt. Ze heeft door de jaren heen veel aanbidders.
Vrij reizen
Omdat Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal blijft kan Mata Hari vrij over de grenzen reizen. Haar ervaring en vele contacten met onder andere hoge militairen blijven niet onopgemerkt. Zo vragen de Duitsers of de Friezin voor hen wil spioneren in Frankrijk. Het kan haar 20.000 francs opleveren.
Mata Hari verliest veel geld doordat optredens in Berlijn na het uitbreken van de oorlog niet doorgaan. Ze kan het geld goed gebruiken en gaat, onder de codenaam H21, akkoord. Al zou ze in werkelijkheid nooit van plan zijn geweest om ook daadwerkelijk te spioneren.
Bekentenis
Wat Mata Hari alleen niet weet is dat de Fransen en Britten weten van de contacten tussen haar en de Duitsers. Uiteindelijk vragen de Fransen ook aan Hari om te gaan spioneren, maar dan voor de Franse regering. Opnieuw wordt Hari veel geld beloofd en opnieuw gaat ze akkoord. Op 13 februari 1917 wordt ze door de Fransen gearresteerd voor spionage. Ze zijn ervan overtuigd dat Hari ‘fout’ is. Na een maandenlang verhoor bekent ze uiteindelijk agent H-21 te zijn.
Na een kort proces wordt Hari op 24 juli 1917 door de derde krijgsraad te Parijs ter dood veroordeeld op grond van spionage voor de Duitsers en verstandhouding met de vijand. Een verzoek om gratie van het Nederlands ministerie van Buitenlandse Zaken wordt afgewezen en op 15 oktober 1917 beëindigt een vuurpeloton haar veelbewogen leven.
Populair
Mata Hari werd al snel gezien als het schoolvoorbeeld van een 'femme fatale': een exotisch danseres die als dubbelspionne gebruikmaakte van haar verleidingskunsten om militaire geheimen van haar bedpartners te ontfutselen. Ook het feit dat veel mensen twijfelden aan haar schuld droeg ertoe bij dat Mata Hari wereldberoemd werd. Dit beeld van Mata Hari werd versterkt door de vele verfilmingen van haar leven, die bijdroegen aan haar populariteit.
Zondebok
In enkele boeken werd begin jaren zestig geconcludeerd dat Hari niet schuldig was aan spionage voor de Duitsers. Ze zou door de Franse militaire top als zondebok zijn gebruikt om eigen falen te verhullen. Nieuwe Duitse documenten bewezen echter dat zij wel degelijk ingeschakeld was geweest ten behoeve van de Duitse spionagedienst.
In de boeken 'Mata Hari, niet zo onschuldig' (Waagenaar, 1976) en 'Mata Hari, de waarheid achter de legende' (Brokken, 1975) werd beschreven dat zij weliswaar een spion was, maar geen zinvolle informatie had geleverd. Deze boeken droegen bij aan een meer positieve beeldvorming van Mata Hari.