01

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 40

Vliegbasissen walhalla voor dieren en planten

Tekst kapitein Jessica Bode
Foto sergeant Sjoerd Hilckmann

Militaire terreinen meer dan bron van geluidsoverlast

Militaire vliegbasissen blijken ongelooflijk belangrijk voor de biodiversiteit in Nederland. Op de terreinen, die te boek staan als bron van geluidsoverlast, leven beduidend meer zeldzame vogels, insecten en planten dan elders in het land. Zo blijkt uit onderzoek van onder meer Defensie, De Vlinderstichting en Hogeschool Van Hall Larenstein.

‘Hé, kijk! Een scharrelaar!’

Door onder meer de stikstofproblematiek en lichtvervuiling gaat de biodiversiteit in rap tempo achteruit, maar op veel luchtmachtterreinen blijkt op dit moment absoluut het tegenovergestelde het geval. Een grote verscheidenheid aan vogels, insecten en planten, soms met uitsterven bedreigd, wordt hier nog regelmatig waargenomen. Andersoortig terreinbeheer blijkt de sleutel tot succes.

Op Vliegbasis Deelen werd deze uiterst bijzondere scharrelaar gesignaleerd.

Schrale vegetatie

Vooral weidevogels, ganzen en grote groepen meeuwen en spreeuwen vormen sinds jaar en dag een bedreiging voor vliegtuigen. Birdhits probeert Defensie te voorkomen door de dieren preventief op afstand te houden.

‘Anti-vogelbeleid’ heeft onbedoeld, maar wenselijk resultaat’

“Door het vliegveld te maaien, het gras af te voeren en niet te bemesten zijn grote aaneengesloten oppervlaktes met schrale vegetatie ontstaan. Er zit weinig voeding in de grond, waardoor de bodem oninteressant wordt voor vogels. Daardoor komen ze nauwelijks terug”, legt Hans van Gasteren van Bureau Natuur van de Luchtmacht uit.

Door boerengras continu kort te maaien, af te voeren en niet te bemesten ontstaat uiteindelijk schraal gras dat een grote biodiversiteit aantrekt.

Heidevelden

Een onbedoeld maar wenselijk gevolg van dit ‘anti-vogelbeleid’ is dat het een grote variëteit aan andere planten- en kleinere dierensoorten aantrekt. “Je denkt misschien dat in een schrale bodem niets groeit en bloeit, maar het tegendeel is waar. Onze vliegbasissen veranderen de laatste jaren langzaam in heidevelden (die in ons land steeds zeldzamer worden, red.) en ‘schraal grasland’ wat een grote biodiversiteit oplevert. Zoals planten, (zang)vogels en insecten die vroeger in Nederland normaal waren”, heldert sergeant-majoor Jan Heij van de Bird Control Unit op Vliegbasis Deelen op.

Sergeant-majoor Jan Heij van de Bird Control Unit houdt de flora en fauna op Vliegbasis Deelen nauwlettend in de gaten.

Grauwe klauwieren

Dat resulteert erin dat op bijvoorbeeld alle Brabantse vliegvelden en Deelen grote populaties veldleeuweriken en reptielen leven, waaronder de gladde slang en levendbarende hagedis. Bij het maken van deze reportage werd zelfs een prachtig blauwe scharrelaar gesignaleerd. Andere vogelsoorten van de zwarte en rode lijst bedreigde dieren, zoals de grauwe klauwieren, fladderen ook weer vrolijk rond.

Wrattenbijter dol op Artillerie Schietkamp

De veldkrekels profiteren eveneens van het landschap op de defensieterreinen, net als korstmossen, insectenetende zangvogels en vele honderden soorten (nacht)vlinders zoals de grote en bosparelmoervlinder. En vergeet de dassen, zadelsprinkhanen, nachtzwaluwen én de kleine wrattenbijters (alleen op het Artillerie Schietkamp ‘t Harde) niet.

Een selectie van de bijzondere vlinders die de laatste maanden op militaire vliegvelden zijn aangetroffen.

Invloed van stikstof op de natuur

Nederland kent van oudsher verschillende regio’s met ieder hun eigen bodemstructuur, inclusief bijbehorende flora en fauna. Maar de laatste decennia is veel stikstof in de Hollandse bodem terechtgekomen, waardoor die overal rijk is aan mest. Dat klinkt als iets positiefs, maar het trekt slechts een kleine variatie planten en dieren aan. “Terwijl je juist een grote biodiversiteit nodig hebt”, legt sergeant-majoor Jan Heij uit. “Hoe minder stikstof in de grond, hoe groter de variatie aan planten en dieren.”

Omploegen

“Daar komt bovenop dat er op de meeste vliegbasissen weinig mensen komen”, vervolgt Heij z’n verhaal. “Natuurlijk zijn er regelmatig oefeningen met vliegtuigen en grote drommen militairen, maar veel dieren die hier nu leven laten zich daar niet door verjagen.”

Militair geweld goed voor oude grondlagen

“Én de grond wordt omgewoeld door trillingen van bijvoorbeeld voertuigen die door het terrein rijden, schietenoefeningen en zelfs het laten ploffen van bommen uit de Tweede Wereldoorlog zoals nu op Deelen gebeurt. Door dat militair geweld komen diepere grondlagen die nog minder last hebben gehad van stikstof naar de oppervlakte. Dat trekt weer nieuw leven aan”, doet Jurrien van Deijk van De Vlinderstichting een duit in het zakje.

Om te controleren hoe het ervoor staat met de nachtvlinderpopulatie vindt op Vliegbasis Deelen de laatste maanden een telling plaats. De dieren zijn gek op zoet, dus worden ze onder meer aangetrokken met een substantie van rot fruit.

Onkruid bestaat niet!

Nachtvlinderonderzoek

Samen met student Jorian Eijkelboom van onderwijsinstituut Van Hall Larenstein deed hij de afgelopen maanden onderzoek naar de vlinderpopulatie op Vliegbasis Deelen. Uit de resultaten blijkt dat hier niet alleen bovengemiddeld veel, maar ook uiterst zeldzame exemplaren leven. “Nederland kent 2.400 soorten nachtvlinders, ofwel motten. De twee termen betekenen hetzelfde. Zeker duizend soorten kunnen we op Deelen waarnemen. Dat is bijzonder, want bijvoorbeeld dagvlinders zie je tegenwoordig twintig procent minder dan honderd jaar geleden.”

Vlinders komen af op licht, dus zijn er tal van manieren te bedenken om de dieren te vinden (en te tellen).

Onkruid

Hoe goed het terreinbeheer ook uitpakt, het ziet er, mede door de droogte en nu alles is uitgebloeid wel wat grauw uit. Glooiende landschappen vol groene grasheuvels hebben plaatsgemaakt voor uitgestrekte percelen vol kruid. Noem het geen ‘on’-kruid, want dat bestaat niet. Ieder kruid heeft een functie. Maar laat het nu juist deze kleurloze velden zijn die een enorm grote aantrekkingskracht hebben op de natuur.

Eikenprocessierups

Dat de biodiversiteit valt of staat met terreinbeheer legt vlinderman Jurrien van Deijk nog eens uit aan de hand van een voorbeeld met de eikenprocessierups. “Daar hebben we nu last van, maar deze rups is niet zomaar een plaag geworden. Dit beestje kan voortleven omdat-ie amper nog natuurlijke vijanden heeft. Veel eikenbomen zijn tegenwoordig omringt door stoeptegels, asfalt of gras. En daar leven geen predatoren van de eikenprocessierups. Vroeger groeiden onder die eikenbomen vaak allerlei kruiden en daar leefden die vijanden toen wel. Stikstof is één, menselijk handelen twee.”

*Van Dale: meervoudsvormen vliegbasis: vliegbasissen en vliegbases