03

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 04

Hulzen maken tussen de hyena’s

43 Gemechaniseerde Brigade schrijft geschiedenis

44 Pantserinfanteriebataljon Johan Willem Friso trainde eind vorig jaar in Rwanda. Nooit eerder organiseerden Nederlandse militairen een oefening in het land dat in 1994 de wereld versteld deed staan vanwege de genocide die er plaatsvond. Waar 44 Painfbat normaliter opereert met de CV90, moest in het ruwe savannelandschap alles te voet. Uiteraard was dat niet het enige wat anders was dan anders.

Tekst: kapitein Jaap Wolting
Foto: Heidie Stoffer-Mulder, KPL-1 Harm Mooibroek

Voor de mannen en vrouwen van de Bravo-compagnie en het Antitankpeloton van de Delta-compagnie is het wennen. Normaal gesproken is het duidelijk waar de sectorbegrenzing is, staan schietpunten helder aangegeven en hoor je met een beetje geluk om de zoveel tijd de vertrouwde CADI-wagen. In het Oost-Afrikaanse Rwanda ligt dat toch even anders. Het begrip ‘houtje-touwtje’ is hier nog de dagelijkse realiteit. En dan kan er zomaar uit het niets op een groot grasveld een schietbaan ontstaan waarop de eenheid los gaat.

Scroll naar beneden voor de mooiste foto's en uitgebreide uitleg

Malaria-infecties en slangenbeten

Oefening baart kunst. De soldaat die gestrekt in het hoge gras ligt is niet écht gebeten door een zwarte mamba. Maar om zoveel mogelijk skills & drills de revue te laten passeren, kiest de oefenleiding er logischerwijs voor om ook aandacht te schenken aan gewondenzorg. “Met een totaal ander klimaat en landschap dan Nederland, zijn er ook ineens exotische scenario’s zoals malaria-infecties en slangenbeten. Niet voor niets zijn wij van 43 Geneeskundige Compagnie speciaal voor deze trip eerst afgereisd naar het Tropeninstituut in Amsterdam voor aanvullende lessen", vertelt algemeen militair verpleegkundige sergeant-1 Robert Hazen.

Nationaal park Akagera

Konijnen zien de pantserinfanteristen wel vaker, maar voor apen, nijlpaarden en hyena’s moeten ze normaal gesproken toch echt naar de dierentuin. Het oefenterrein bevindt zich op ongeveer 2,5 uur rijden van de hoofdstad Kigali en grenst aan nationaal park Akagera waar je ook giraffes, leeuwen en olifanten kunt tegenkomen. “Het is zo bijzonder dat je wordt uitgedaagd om alles wat je eerder geleerd hebt in het vlakke Nederland toe te passen in een compleet ander terrein. Zo maakten we in het begin de klassieke fout om de heuvels hemelsbreed te willen oversteken in plaats van hoogtelijnen te volgen", benadrukt compagniescommandant kapitein Sietze Geertsma.

Zweten op de savanne

Uitgerust in jungletenue én met nieuwe uitrusting zoals helm en vest is het maximaal zweten tijdens een oriëntatie. Na een korte acclimatisatieperiode van enkele dagen trekt de eenheid de savanne op om middels een pittig programma aan de vaardigheden te werken.

Overgeleverd aan de weergoden

De vertrouwde pantservoertuigen zijn natuurlijk achtergebleven in Drenthe en dat is niet altijd leuk. Het zorgt er automatisch voor dat je bent overgeleverd aan de weergoden. Zoiets eenvoudigs als het goed opzetten van je tent is dan ineens erg belangrijk. Komt er een stortbui over, kun je je uitrusting niet even rustig laten drogen in een warm voertuig. Kapitein Sietze Geertsma: “We doen hier ontzettend veel ervaring op waardoor de rugzakken straks goedgevuld weer naar Nederland gaan.”

Zeer hoge luchtvochtigheid

Het terrein ligt op ongeveer vijftienhonderd meter hoogte. Het is heet en de luchtvochtigheid veel hoger dan thuis. Dat maakt trainen zwaar. Geen gek idee dus om de schoenen uit te trappen wanneer je de kans hebt. De lokale bevolking vindt het landschap vlak, maar de honderdvijftig Nederlandse pantserinfanteristen zijn een andere mening toegedaan. Niet zo vreemd, want het hoogste punt in Nederland is de Vaalserberg met z’n 322 meter. Rwandezen lachen daar om. Zij hebben Mount Karisimbi, een slapende vulkaan van 4.507 meter. 

Cadeautje in coronatijd

Het grootste deel van de Bravo-compagnie bestaat uit jongelui tussen de 18 en 25 jaar. Daar ze vaak trainen in Nederland of Duitsland, is dit natuurlijk ook een soort cadeautje. Al helemaal in coronatijd. Hoeveel militairen kunnen nu zeggen dat ze hebben getraind in Rwanda en in de vrije tijd zelfs op safari mochten om te genieten van de verbazingwekkend mooie natuur? De uitnodiging kwam van een Nederlandse defensieattaché die kans zag de eenheid van 43 Gemechaniseerde Brigade unieke ervaringen op te laten doen.

Pelotonshinderlaag

Eenmaal gewend in het gebied gaat de compagnie meteen in actiemodus. Om de neuzen dezelfde kant op te krijgen, overlegt de pelotonscommandant met z’n groepscommandanten.  “De oefening begint op groepsniveau, waarna we opbouwen naar pelotonsniveau en compagniesniveau", legt kapitein Geertsma uit. "Wat onder meer aan bod komt is de pelotonshinderlaag en het vermeesteren (veroveren/innemen, red.) van een brug. Maar ook, al verwacht je het misschien niet op de savanne, optreden in verstedelijkt gebied.”

Rwandezen onmisbare schakel

Militairen van het Rwandese leger krijgen de kans om te ervaren hoe de Nederlandse wapens in de hand liggen. Wel zo fair, want zonder de hulp van het gastland kan de oefening niet plaatsvinden. “Alleen al op het gebied van kennis en ervaring over het terrein vormen de instructeurs een onmisbare schakel", verduidelijkt bataljonscommandant luitenant-kolonel Maikel Vrenken. "Vanwege de vele operaties die het leger op dit moment uitvoert, kan Rwanda helaas geen compagnie leveren om sámen met ons te trainen. Het is één van de grootste troepenleveranciers aan de Verenigde Naties en wordt in Afrika heel veel ingezet.”