Tekst ritmeester Djenna Perreijn
Foto kapitein Thom Brand, Julie Blik, archief kolonel Menachem Sebbag en majoor Joram Rookmaaker

3. Taken van de Joodse geestelijk verzorgers

V.l.n.r: Joodse geestelijk verzorgers David Gaillard, Menachem Sebbag en Joram Rookmaaker.

De Joodse Geestelijke Verzorging (JGV) bestaat 75 jaar. Relatief kort, want al voor de Tweede Wereldoorlog waren collega's met een Joodse achtergrond actief bij de krijgsmacht. Ook nu kiezen relatief veel Joden voor militaire dienst, weten de Joodse geestelijken. De komende weken nemen zij ons mee in de wereld van hun geloofsovertuiging bij Defensie. In deze aflevering vertellen ze meer over hun taken en deelt hun 'clientèle' hun ervaringen.

Het interview via Microsoft Teams is net in gang gezet als krijgsmachtsrabbijn kolonel Menachem Sebbag een korte pauze inlast omdat zijn telefoon gaat. “Het werk als GV'er is vrij ongestructureerd”, vertelt collega majoor Joram Rookmaaker ondertussen. “Als er een telefoontje met een hulpvraag komt, ben je verplicht tijd te maken. We moeten heel flexibel zijn, want een arm om iemands schouder plan je niet in de agenda.”

'Het belangrijkste pastorale middel is het koffiezetapparaat'

Iedereen mag bellen

De route naar de geestelijke verzorging kan op veel manieren worden bewandeld. Sebbag: “Als ik tijdens dodenherdenking op 4 mei heb gesproken, merk ik dat er in de maanden daarna meer interactie via sociale media is. Daaruit kunnen cliënten voortkomen.” Verder mag iedereen bellen of het kantoor binnen lopen, maar het belangrijkste pastorale middel is volgens de GV'ers het koffiezetapparaat. Rookmaaker: “Daar ontstaat vaak een haakje om later verder te praten over gevoelens of gedachten. Los van andere defensieafdelingen, met belangen. Een veilige plek waar je je verhaal kwijt kan.”

Tijdens de herdenkingsbijeenkomst op 4 mei in de Nieuwe Kerk spreekt hoofdkrijgmachtsrabbijn Menachem Sebbag het Jizkor uit. Dit joodse gebed wordt uitgesproken voor overledenen.
Dankzij het werk van de geestelijke verzorgers is het tegenwoordig steeds vanzelfsprekender dat het Defensiebedrijf rekening houdt met de religieuze achtergrond van personeel.
Kapitein Yaïr Da Costa

'Ik hoor ergens bij'

“Ik wist niet wie de Joodse geestelijk verzorgers waren tot ik 5 jaar geleden een man met een keppeltje zag in de sportschool op de kazerne. Ik vertelde over mijn Joodse vader en kreeg interesse om meer over m’n afkomst te leren. Het is onderdeel van mijn identiteit.

We wisselden contactgegevens uit en zo rolde ik er in. Een reis naar Israël is denk ik de mooiste herinnering. Er was een brede benadering; we verdiepten ons ook in de Palestijnse kant. Door saamhorigheidsactiviteiten krijg ik het gevoel dat ik niet de enige Joodse militair ben en dat ik ergens bij hoor. Dankzij de ondersteuning ben ik meer betrokken bij mijn achtergrond.
Ik heb ook veel aan de geestelijk verzorging gehad toen ik 2 keer te maken kreeg met antisemitisme op de werkvloer. De GV'ers kaartten het aan bij commandanten en de defensietop. De staatssecretaris kondigde direct een onderzoek aan en maatregelen werden getroffen. Ik vond het vooral fijn dat ik mijn verhaal bij hen kwijt kon. Ik had ondanks alles het gevoel dat ik er als minderheid mocht zijn.”

Kapitein Da Costa is stafofficier communicatie bij het Defensie Chemische, Biologische, Radiologische, Nucleaire Centrum in Vught.

Plek geven

De geestelijken staan Joodse militairen vaak bij om vorm te geven aan hun identiteit binnen het kader van hun taken. Maar er zijn weken dat het Jodendom helemaal niet terug komt in het werk, vertelt rabbijn kapitein-luitenant-ter-zee David Gaillard. “Collega's met elke achtergrond zijn welkom. Bijvoorbeeld bij een arbeidsconflict of wanneer veteranen gebeurtenissen uit actieve dienst een plek moeten geven.”

De dienst heeft een goed overzicht van de andere zorgdisciplines. “Soms gaat de problematiek onze pet te boven en heeft iemand meer aan een bedrijfsmaatschappelijk werker of een psychiater. We kunnen niet doorverwijzen, maar wel adviseren en dankzij onze korte lijnen snel een afspraak regelen. Als het nodig is, bieden we aan om mee te gaan.”

Eens per 3 jaar neemt de Joodse geestelijke verzorging de 4 mei-speech op zich. Ook die op Ereveld Loenen rouleert tussen de verschillende denominaties. Jaarlijks terugkerende herdenkingen voor de JVG is de Airborne herdenking in Oosterbeek en die op de Amerikaanse begraafplaats Margraten, waar op de zerken zowel kruizen als davidsterren zijn te zien.

'Dankzij de ondersteuning van de JGV ben ik meer betrokken bij mijn achtergrond'

Spanningen

De GV'ers zetten zich niet alleen in voor individuele hulpvragen. Sebbag: “Ik heb de taak om spanningen die breder bij personeel spelen aan te kaarten bij commandanten en de defensietop. Elk hoofd van een dienst geestelijke verzorging heeft extra aandacht voor een krijgsmachtdeel. In mijn geval de Koninklijke Marechaussee. In de oprichtingsfase van een nieuwe eenheid steeg de werkdruk. Er was ontevredenheid over toeslagen, onmogelijkheid tot verlof opnemen en ga zo maar door. Dat heb ik gemeld bij de marechaussee: 'Weet dat er issues zijn die ten koste gaat van de kwaliteit van het werk en je mensen'."

Een zeer zeldzame taak van een krijgsmachtrabbijn: het voltrekken van een Joods militair huwelijk. In 2017 trouwde korporaal Chaim Benistant in militair galatenue. Het laatste militair Joodse huwelijk voltrok zich voor de oorlog tijdens de mobilisatie, kort voor de Duitse inval.

Tradities versus tradities

“Ik ben eigenlijk al mijn hele leven bekend met het krijgsmachtsrabbinaat. Op de 8e dag van mijn leven was mijn eerste indirecte kennismaking met de krijgsmacht toen ik werd besneden door een krijgsmachtrabbijn.

Toen ik in 2005 aan de eerste vakopleiding bij het Korps Mariniers begon, had ik de JGV voor het eerst in mijn professionele leven nodig. Hoewel bij de keuring werd beloofd dat aanpassingen geen probleem zouden zijn, waren kosjere maaltijden tijdens oefening in eerste instantie niet te realiseren. Ik viel kilo's af tijdens de eerste bivak, omdat ik bijna niets kon eten. Ook kreeg ik geen verlof tijdens Jom Kipoer, de belangrijkste Joodse feestdag. 
Als eenling aanspraak maken op regelingen uit het Algemeen Militair Ambtenarenreglement vond de leiding hinderlijk. ‘Wij hebben te maken met tradities van honderden jaren oud’, zei de commandant. De krijgsmachtsrabbijn nam het voor me op door uit te leggen dat Joodse tradities wel 3000 jaar teruggaan: ‘Je hebt een sterke marinier in de maak die wil vasthouden aan beide tradities.’ Het mocht niet baten. Uiteindelijk heb ik de opleiding verlaten om over te stappen naar de luchtmacht. Daar werd altijd rekening gehouden met verschillende religies.”
Veel vaker ben ik in contact met de geestelijke verzorging als het gaat om vieringen, leerbijeenkomsten en bezinningsreizen. Zo bezochten we Israël en het Duitse Bergen-Belsen. Heel indrukwekkend. De begeleiding geeft diepgang aan zulke trips en het is van toegevoegde waarde aan mijn defensiecarrière.”

Korporaal-1 Benistant werkte bij de luchtmachtbrandweer. Sinds augustus is hij reservist.

Bijleren

Naast algemene en individuele ondersteuning hebben de geestelijken ook een voorlichtende rol. Gaillard: “We geven rondleidingen in de synagoge, voorlichtingen en leerbijeenkomsten. Die laatste werken ook als sociaal platform om collega's met dezelfde achtergrond te ontmoeten, maar los van de gezelligheid vind ik het fijn als ze iets bijleren.”

In het lesprogramma van de Koninklijke Militaire Academie staat voor de 1e en 2e jaars een module die de JGV verzorgt. "30 meter buiten de poort in Breda is een synagoge, dus dat komt goed uit." Ook het voltallige marechaussee-personeel op Schiphol heeft een 'dagje Joods' gehad. “In Amsterdam maakten we een stadswandeling door de oude Joodse wijk. Het is belangrijk om te leren over het Jodendom, zodat ze met een bredere blik hun werk kunnen doen.”

In de volgende aflevering van deze rubriek vertellen Joodse geestelijk verzorgers hoe zij Joodse collega's in missiegebied ondersteunen.