Tekst Martin Zijlstra
Foto Familie Lou Vis

Lou Vis

75 jaar geleden eindigde de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Meer dan ooit tevoren wordt dit herdenkingsjaar duidelijk hoe groot de gevolgen van het conflict waren voor de gewone man of vrouw. De komende weken vertelt de Defensiekrant de verhalen van mensen die de oorlog van dichtbij meemaakten. Dit tweede verhaal gaat over Lou Vis, een 23-jarige machinist die na de bevrijding van Heerlen in 1944 wordt 'ontvoerd' door Amerikaanse militairen en in Luik opnieuw de oorlog in gaat.

‘Ik vroeg het eten warm te houden, omdat ik wellicht wat later zou zijn’

Omdat hij een hekel heeft aan Duitsers, gaat Lou Vis er bij de Duitse inval op 10 mei 1940 op de fiets vandoor. Alleen komt 'ie niet verder dan Maastricht, omdat de brug over de Maas is opgeblazen. De twintiger keert huiswaarts en gaat aan de slag als machinist op een stoomlocomotief in Heerlen. Net als zijn vader. Spannende oorlogsjaren volgen. Wanneer Heerlen op 17 september 1944 wordt bevrijd door de Amerikanen hoopt Vis dat de rust terugkeert, maar het loopt anders.

Lou Vis in de cabine van een locomotief van het Amerikaanse leger (links) en midden tussen de puinhopen van Luik (rechts).

Leven in Luik

Een paar weken later rijdt een Amerikaanse jeep met 4 militairen het spoorwegterrein in Heerlen op. “Ze kwamen voor de depotchef. Die sprak geen woord Engels, dus ik moest vertalen. Ze wilden van alles weten. Bijvoorbeeld waarom alle stations 'retirade' heetten. Dat was toen de aanduiding voor het toilet, de stationsnamen waren er afge­haald door de Duitsers om de geallieerden niet wijzer te maken.”

Uiteindelijk moeten Vis en een collega mee naar Maastricht. “Ik vroeg of ma het eten warm kon houden, omdat ik wellicht wat later zou zijn. Wist ik, dat ik een half jaar weg zou blijven.” De 2 worden uitgebreid uitgehoord over hun kennis van de spoorlijnen. Als de Amerikanen merken dat ze veel weten over de spoorlijnen in België, moeten ze mee naar Luik.

Deze Belgische stad is op dat moment een logistiek knooppunt en essentieel voor de bevoorrading van de gevechtseenheden in het gebied. Hierom hebben de Amerikanen er 2 spoorwegbataljons gestationeerd. Vis wordt naar de onderhoudswerkplaats van het 741ste Railway Operating Battalion gestuurd.

De Belgische stad Luik, net ten zuiden van Maastricht, heeft het in de oorlog zwaar te verduren gehad.

Hier wordt hij burgerambtenaar bij het Amerikaanse leger, waar hij hetzelfde wordt behandeld als zijn Amerikaanse collega’s. Hij mag bijvoorbeeld eten in militaire kantines, tijdens spertijd op straat zijn en gebruik maken van Amerikaanse legervoertuigen. “Ik werd daar hostler, een soort manusje van alles. Van Amerikaans materiaal ophalen in de haven van Antwerpen en het rijden van de treinen tot vertalen en helpen bij reparaties van vernield spoorwegmateriaal.”

Amerikaanse verklaring dat Lou Vis in militaire eetzalen mag eten.

Tot en met 30 november vallen er zo’n 350 V-1’s neer in Luik en directe omgeving.

‘Buzz bombs’

Op 20 november 1944 om even voor half 4, hoort Lou Vis het typische geluid van een V-1 vliegende bom. Op zich niet bijzonder, want de Duitsers schieten ze regelmatig af op Antwerpen. Alleen het is nu tóch anders. Ineens stopt het geluid en komt de raket naar beneden en ontploft. Een ongelukje denkt iedereen... Totdat 5 minuten later de volgende opduikt en weer iets later nog 1 én nog 1.

Tot en met 30 november vallen er zo’n 350 V-1’s neer in Luik en directe omgeving. De schade is groot, ook aan de spoorweginstallaties. In verband met de grote aantallen ‘buzz bombs’, zoals de Amerikanen de V-1’s noemen, worden er uitkijkposten opgesteld die continu het luchtruim afspeuren.

De schade door de luchtaanvallen is groot, ook bij de spoorwegen.

Ardennenoffensief

Na 30 november lijken de aanvallen voorbij, maar niets is minder waar. Op 16 december 1944 beginnen de nazi’s hun Ardennenoffensief en wordt het gebied rond Luik weer zwaar bestookt. Dit keer niet alleen door V-1’s, maar ook door V-2’s en Duitse bommenwerpers. Opnieuw is er veel schade. Zo ontploft er op 17 december een brandstofdepot met miljoenen liters benzine. Ook vallen er veel slachtoffers, ook onder de militairen en burgers van de spoorwegbataljons.

De Amerikanen eren hun slachtoffers door locomotieven naar ze te vernoemen. Dat gaat met een officiële ceremonie zoals bij de doop van deze trein ter nagedachtenis aan soldaat Harold J. O'Brien.

Soldaat Harold J. O’Brien werd geëerd door een locomotief naar hem te vernoemen

Terug naar huis

Na het Ardennenoffensief nemen de aanvallen op Luik af. Wanneer de balans wordt opgemaakt, levert dat trieste cijfers op. Bijna 1.200 burgerdoden en 97% van de woningen in de provincie Luik zijn beschadigd of vernield. “Uiteraard herdachten de Amerikanen hun doden. Zo werd op 27 februari soldaat Harold J. O’Brien geëerd door een locomotief naar hem te vernoemen. Dat gebeurde op een typisch Amerikaanse manier, compleet met militaire muziek."

Afrondend stelt Vis: "Tja, en zo heb ik bij de Amerikanen in België gewerkt. Toen ik uit Heerlen vertrok, wist ik natuurlijk niet dat ik zo lang van huis zou zijn en al die gevaren moest trotseren. Pas eind april 1945 kon ik naar huis terug. Toen was mijn oorlog pas écht afgelopen.”

Na de oorlog gaat Lou Vis weer aan de slag als spoorwegmachinist. Hij blijft ook na zijn pensioen in Heerlen wonen tot aan zijn overlijden rond de eeuwwisseling.