Tekst Stijn Jaspers
Foto Rob ter Bekke, archief Mediacentrum Defensie

Hoe waren de eerste 12 maanden van C-LAS?

Commandant Landstrijdkrachten (C-LAS), luitenant-generaal Jan Swillens, staat sinds een jaar aan het roer van de Koninklijke Landmacht. Hoe waren zijn eerste 12 maanden als C-LAS? Waar staat de organisatie en wat komt er op de landmacht af? “De wereld verandert per week. De tijd glijdt als zand door je vingers. Maar ik ben waar ik wil zijn.”

Wat dacht u toen u de vraag kreeg om C-LAS te worden?

“De vraag kwam echt als een verrassing, omdat ik verwachtte dat generaal Wijnen langer zou blijven. Ik was op dat moment 5 jaar directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en had het daar ontzettend naar mijn zin. Ik was natuurlijk vereerd door de vraag. Maar wat ik het meest voelde was de verbinding met de mensen van de landmacht en de verantwoordelijkheid die bij deze functie komt kijken. Ik heb de afgelopen 40 jaar bij verschillende eenheden van de landmacht gewerkt. Vooral als commandant. De mannen en vrouwen op de werkvloer gaan me zeer aan het hart. Om aan al die collega’s leiding te mogen geven; daar kon ik geen nee op zeggen.”

Militair met groene baret kijkt naar collega die brancard verplaatst. Naast hem staat een man met een blauw beschermingspak aan.
Werkbezoek Ardent Lion in Bergen-Hohne, Duitsland. Tijdens de oefening trainen de gevechtsondersteuning en logistiek samen met de gevechtseenheden.

’Ik ben waar ik wil zijn’

Hoe gaat het met u na deze eerste 12 maanden?

“Met mij gaat het goed. Ik voel me eigenlijk nog steeds militair van een operationele eenheid. Maar dan met extra uitgebreide taken en verantwoordelijkheden. Als C-LAS geef ik leiding aan 26.000 mensen. Ik praat en denk in Den Haag mee over de toekomst van Defensie en de landmacht daarbinnen. Ik onderhoud en versterk de internationale contacten met bondgenoten. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Deze baan is ontzettend divers. Daar gedij ik goed bij. Ik vind het leuk als werk onvoorspelbaar is. Als er veel gebeurt. En er gebeurt veel. De klok tikt. We leven in een andere tijd. Dat besef is het afgelopen jaar nog meer ingedaald.”

Drie militairen luister naar collega die aan het woord is. Op de voorgrond staat een geopende plastic koffer op tafel.
Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Jan Swillens, samen met zijn Duitse evenknie Generalleutnant Alfons Mais (links), tijdens een bezoek aan de Multinational Battlegroup Lithuania.

Hoe was de start?

“Tijdens mijn inwerkprogramma besloot ik vrij snel dat ik mijn persoonlijke energie wil richten op de strategische vraagstukken voor de lange termijn. Ook omdat ik hier zelf de regie op kan houden. Mijn agenda vult zich namelijk vanzelf. Daar hoef ik niets voor te doen. Ik ben begonnen bij de directies. Samen brachten we de vraagstukken in kaart. Dit leverde direct concrete uitdagingen op. Bijvoorbeeld bij de directie Human Resources. Zij staan de komende jaren voor de monsterklus om de enorme groei van het personeelsbestand duurzaam te organiseren. Bij de directie Materieel & Diensten is de opgave groot om de infrastructuur, zoals kazernes en oefenterreinen, te moderniseren. Dat is allemaal verouderd. En voor de directie Training en Operaties is het verdedigen van het Nederlands grondgebied actueler dan ooit." 

‘Als commandant hoop ik te worden herinnerd om deze manier van denken en doen’

“De vraagstukken zijn niet alleen praktisch van aard. Vernieuwing vraagt ook om een andere manier van denken. Want wat vandaag werkt, is morgen achterhaald. Hiervoor is een andere mindset nodig. Ik wil dat elke collega zich doorlopend afvraagt wat er beter kan. En hoe hij of zij daar zelf iets aan kan doen. Voorover leunen, dus. Deze mindset is een van de hoofdthema’s van mijn command message, ‘Willen, Slimmer, Kunnen vechten’. We moeten willen en kunnen vechten, maar ook slimmer vechten. Dit laatste betreft niet alleen innovatieve hightech spullen. Het gaat vooral om de integratie van die hightech binnen ons optreden en het constant beter en slimmer moeten willen zijn dan onze tegenstander. Als commandant hoop ik dat ik word herinnerd om deze manier van denken en doen.”

Waar staat de organisatie vandaag?

“We staan op de drempel van een fundamentele transformatie en groei van de landmacht. We werken aan een landmacht die kan vechten. Om te voorkomen dat we moeten vechten. We hebben verplichtingen richting de NAVO in het kader van het NATO Force Model en het Nationaal Defensieplan. Dit alles gebeurt terwijl we vol in de belangstelling staan. De politiek en de samenleving kijken naar ons. En dat is logisch. De landmacht krijgt extra geld om Nederland en onze bondgenoten te beschermen. Die extra middelen moeten we goed en slim inzetten.

De transformatie raakt de komende jaren alle onderdelen van de landmacht. Ik neem als voorbeeld ons personeelsbestand. Want uiteindelijk valt of staat de landmacht met mensen. De ambitie is om zo snel mogelijk de krijgsmacht te hebben ingericht in een vredesorganisatie en een oorlogsorganisatie. Dit vraagt om een enorme groei in personele omvang. We hebben meer beroepsmilitairen nodig, meer burgerpersoneel en reservisten. We willen jongeren enthousiasmeren voor een carrière bij de landmacht. En zelf zou ik nog graag zien dat oud-militairen bij ons terugkeren. We hebben namelijk ook een tekort aan onderofficieren. Instructeurscapaciteit is hard benodigd om de fors hogere instroom te realiseren en iedereen op te leiden en te trainen. Daarmee bouwen we een schaalbare landmacht, die voor delen zal bestaan uit mobilisabele eenheden. Dat vraagt om een wezenlijk andere organisatie en mindset van onze mensen. Voor die transformatie hebben we iedereen nodig.”

‘Versterken, vernieuwen en voortzettings- vermogen’

Welke veranderingen bepalen de landmacht van morgen?

“De richting van de landmacht van morgen ontstaat langs 3 lijnen: versterken, vernieuwen en voortzettingsvermogen. Als eerste moeten we onze brigades versterken, logistiek zelfstandig en compleet maken. Er zijn extra Boxers en CV-90’s die in Ede en Bunschoten-Spakenburg worden gemaakt. Dat creëert voortzettingsvermogen. We moeten eenheden kunnen aanvullen en vervangen én het gevecht langere tijd vol kunnen houden. Daarnaast moeten we ook nieuwe elementen aan de brigades toevoegen zoals drones, counterdrone-maatregelen en Cyber & Electric Magnetic Activities-eenheden. Ook versterken we de logistieke ketens en pakken actief innovatieve samenwerkingen met het bedrijfsleven op. We breiden de infanteriebataljons Bewaken Beveiligen Korps Nationale Reserve uit om in Nederland te kunnen worden ingezet. Met deze en andere handelingen vullen we de lijnen versterken, vernieuwen en voortzettingsvermogen in.”

Militair overhandigt bronzen beeld aan veteraan in burger.
De Sculptuur Operationeel Optreden wordt uitgereikt aan opperwachtmeester David Kroese. In het bijzijn van zijn partner en oud-pelotonsgenoten ontving hij tevens het Ereteken van Verdienste in brons uit handen van C-LAS luitenant-generaal Swillens.

Welke momenten uit uw eerste jaar vergeet u niet snel?

“Dat zijn er al heel wat. Indrukwekkend vind ik de persoonlijke ontmoetingen waar een verhaal achter zit. Zoals bij het uitreiken van een Ereteken voor Verdienste aan een opperwachtmeester. Zijn moedige optreden tijdens een missie was levensreddend. En het gesprek met een adjudant die Oekraïense tankbemanningen traint op de Leopard-tank. 10 lichtingen trainde hij al. Met elke lichting werkt hij 6 weken. 6 dagen per week, 12 uur per dag. Hij bekijkt YouTube-filmpjes van die tankbemanningen en leeft met ze mee. De persoonlijke gesprekken tijdens werkbezoeken aan de mannen en vrouwen op uitzending zijn ook altijd bijzonder.”

Zeven mannen in sportkleding op een rij in een sportzaal met een bal in hun handen. De man rechts wordt vergezeld door een zwarte hulphond.
Meesporten tijdens de teampresentatie van de deelnemers aan de Invictus Games in het Nederlands Veteraneninstituut.

Hoe gaat u uw tweede jaar in?

“Met een gevoel van trots. En met vertrouwen. Ik zie veel concrete initiatieven die veel energie losmaken in de organisatie. Ook op het gebied van inkoop en financieel management zijn we effectief en op het ministerie doet men er alles aan om ons vooruit te helpen. Ik ben trots om leiding te mogen geven aan al die mannen en vrouwen die bij de landmacht werken. En ik heb vertrouwen in de kwaliteit van ons leiderschap en in de professionaliteit van onze organisatie. Samen kunnen we de grote veranderingen aan.”

Militair op kantoor zit aan zijn bureau en is in gesprek.

Podcast De Commandant

In de podcast De Commandant neemt luitenant-generaal Jan Swillens, Commandant Landstrijdkrachten, je mee in zijn visie en plannen voor de Koninklijke Landmacht. Hij doet dit samen met presentator Thomas Weemaes en verschillende experts uit de organisatie. Luister via Spotify en Apple Podcasts. Of bekijk de aflevering op YouTube (@koninklijkelandmacht).