Tekst Evert Brouwer
Foto SM Gregory Fréni, Serge Janssen
Op de schouders naar laatste rustplaats
‘Hoe wij tegen de dood aankijken bepaalt hoe wij in het leven staan’. Het is een uitspraak van Dag Hammarskjöld, secretaris-generaal van de Verenigde Naties begin jaren 60 van de vorige eeuw. Hij is zonder meer van toepassing op de leden van de Draagploeg Veteranen Luchtmobiele Brigade (DVLMB). Zij zorgen voor hun kameraden, zelfs na het einde. Inmiddels heeft de DVLMB 9 uitvaarten verzorgd.
“We dragen onze collega ‘Falcons’ op de schouder naar de laatste rustplaats. Dat toont respect, onderstreept onze trots en identiteit, biedt een stukje rouwverwerking aan de familie en toont kameraadschap”, zegt initiatiefnemer sergeant-majoor Patrick de Groot.
Het zaadje voor deze bijzondere eenheid is geplant, zo omschrijft De Groot, na het overlijden van sergeant-majoor Fred Simmelink in november 2021. “Fred was mijn maatje, we sliepen naast elkaar in Srebrenica. Hij was mijn rustpunt. Ik wilde wat betekenen voor hem en zijn familie. In overleg met het Bureau Veteranenzaken is toen vanuit onze eerste compagniesstaf van de C-cie uit 1993 een draagploeg samengesteld. We zijn de ochtend voor de uitvaart bijeengekomen om op de Oranjekazerne te oefenen. Zo is het begonnen.”
‘We zijn er voor alle bataljons en eenheden’
Veteranenzaken
De Groot klopte vervolgens aan bij de adjudant Veteranenzaken op de brigadestaf in Schaarsbergen. “Ik vroeg me af of er animo bestond voor zo’n draagploeg. Zowel om in de toekomst door onze ploeg te worden weggebracht als om deel te nemen als drager. Een enquête op social media leverde een stroom aan reacties op.”
Een daarvan kwam van sergeant-1 b.d. Henk Tukker. Hij verruilde jaren geleden het uniform voor een baan op de ambulance. “Het contact met de brigade ben ik nooit verloren, met deelname aan reünies en veteranendagen. De brigade voelt altijd als een warme deken. Bij de draagploeg kom je dan ook nog eens in een familie bínnen een familie.”
‘We dragen onze collega op de schouders naar de laatste rustplaats’
Mix
Met Tukker wordt direct de samenstelling van de DVLMB duidelijk: een mix van actief dienende militairen en veteranen. “En dat maakt ons bijzonder”, weet Patrick de Groot. “De veteranen van het Korps Mariniers hebben sinds enige tijd een team, maar dat bestaat uit alleen oud-mariniers. De vloot, de marine dus, heeft sinds enkele maanden ook een ploeg om uitvaarten van hun veteranen te begeleiden. In mei komen we trouwens alledrie hier in de Witte Kapel samen, ook om van elkaar te leren.” En er is nog een draagploeg actief, die van de Nederlandse UNIFIL Vereniging.
Profiel
De Groot en Tukker onderstrepen dat niet iedereen lid kan worden van de DVLMB. “De eerste eis die we stellen is natuurlijk de Rode Baret; die bindt ons”, verklaart Tukker. De oud-militairen treden op in het officiële veteranenpak, de militairen vanzelfsprekend in uniform. “Er is een profiel opgesteld”, vult De Groot aan. “Je moet stressbestendig zijn en goed kunnen omgaan met emoties. Dat klinkt misschien vreemd, maar wat doet het met je als op de uitvaart dezelfde muziek wordt gedraaid als bij een van jouw geliefden? Ook je lengte doet ertoe: tussen de 1.70 en 1.90 meter. En we vragen wel om een beetje een sportief figuur. Dat hoort bij een eenheid als 11 Luchtmobiele Brigade.”
‘Als commandant moet je in spiegelbeeld denken’
Muisstil
Omdat de dood zich nu eenmaal niet altijd aankondigt, is een flinke reserve binnen het team nodig. Inmiddels zijn er voldoende schouders beschikbaar voor de DVLMB. “Maar er kunnen er altijd meer bij. Meestal heb ik de ploeg in 1 dag geregeld via onze appgroep”, legt de sergeant-majoor uit.
De leden van de DVLMB komen van alle bataljons en eenheden binnen de brigade, onderstreept Henk Tukker. “We oefenen een keer in de maand op donderdag in de Witte Kapel. Dat gaat volgens het motto train as you fight. Alle materiaal dat je nodig hebt bij een uitvaart is hier aanwezig: een kist, een krans en muziek. Zodra we de kist vasthebben, is het doodstil hier in het kerkje. We trainen ook buiten en indien nodig verkennen we op locatie. Dat klinkt gek, maar sommige begraafplaatsen en uitvaartcentra hebben nauwelijks ruimte voor een draagploeg. We hebben het al eens meegemaakt dat van tevoren een boom moest worden weggehaald om ons een vrije doorgang te geven.”
Het is géén militaire uitvaart
Steun
Een (oud-)militair van 11 Luchtmobiele Brigade (of de 7 December Divisie) kan in de wilsbeschikking aangeven dat hij of zij door de draagploeg wil worden weggebracht. Ook de familie mag dat doen na het overlijden. “De aanvraag loopt via Pascal, adjudant Veteranenzaken bij de brigade. Maar we hebben ook lijntjes met het Veteranen Instituut, de Veteranenverenigingen, de Veteranenbegraafplaats in Loenen en uitvaartmaatschappijen. Zij steunen ons met een bijdrage of een andere vorm van support.”
Beperkte militaire eer
Met De Groot, Tukker en Willem Landman telt de draagploeg inmiddels 3 volledig opgeleide commandanten. “Dat is een zware verantwoordelijkheid, want je wilt dat alles goed verloopt”, schetst sergeant-majoor De Groot. “Het moeilijkste onderdeel is het vouwen van de Nederlandse vlag. Als commandant moet je dan in spiegelbeeld kunnen denken.”
Het is géén militaire uitvaart, benadrukken beiden, maar een met beperkte militaire eer. En dat wordt gewaardeerd. “Je ziet het in de ogen van de nabestaanden als je de vlag aanbiedt”, weet Henk. “Bij een van de door ons begeleide uitvaarten kwam de vader van de overledene speciaal naar ons toe om ons een voor een te bedanken. Dan weet je waarvoor je het doet.”