Tekst kapitein Klaas Daane Bolier
Foto sergeant-majoor Sjoerd Hilckmann en sergeant Hille Hillinga

Mobiele schakel voor identificatie vijand

'Know your enemy', is altijd een belangrijke factor geweest in de oorlogsvoering. Het nieuwe internationale mobiele laboratorium JDEAL brengt de identificatie van de vijand vanaf volgend jaar weer een stapje dichterbij. Hoewel het lab wordt ondergebracht bij de landmacht staat majoor Geert-Jan Verkoeijen van de KMar aan het hoofd.

majoor Geert-Jan Verkoeijen
Majoor Geert-Jan Verkoeijen staat aan het hoofd van het Joint Deployable Exploitation and Analysis Laboratory.

Kunt u uitleggen wat JDEAL is?

“JDEAL staat voor Joint Deployable Exploitation and Analysis Laboratory. Het is een mobiel laboratorium dat uit 12 containers bestaat. Daarin staan allerlei middelen om op locatie forensisch en technisch opsporingswerk te doen. JDEAL is een samenwerkingsproject van de European Defence Agency, die initiatieven op het gebied van internationale samenwerking ondersteunt. JDEAL is een Nederlands initiatief. In totaal leveren 12 landen een bijdrage aan het lab.”

Wat houdt het werk concreet in?

"JDEAL borduurt voort op het succes van MNTEL (Multinational Theatre Exploitation Laboratory). In Kabul bleek dat lab cruciaal bij het opsporen van bijvoorbeeld bommenmakers en het netwerk daarachter, de zogenaamde facilitators. Alle sporen die ze achterlaten, kunnen een schat aan informatie bevatten, die meer vertelt over de vijand en zijn modus operandi. Het is dus een belangrijke schakel in de inlichtingenketen. Ook voor opsporing van criminele netwerken kunnen de specialisten straks op verzoek op elke locatie worden ingezet."

-
Deelnemende landen aan JDEAL: België, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Hongarije, Oostenrijk, Portugal, Zweden, Noorwegen en Nederland.

Wie werken er namens de Marechaussee bij JDEAL?

"JDEAL is een Nederlands initiatief en wij zijn de grootste speler. Vandaar dat het lab in Nederland staat en wij ook de commandant leveren. JDEAL heeft daarnaast een internationale vaste Staf van 9 man. Naast mij maakt ook adjudant Bert Westers deel uit van die Staf. Forensische specialisten, waaronder KMar-collega's, werken straks niet permanent bij het lab. Op het moment dat JDEAL 'eruit gaat' worden ze als specialisten toegevoegd. Waar dat is en wie het personeel levert, wordt bepaald door de deelnemende landen."

Wat is de toegevoegde waarde van de KMar?

"Het is van groot belang dat in JDEAL de juiste procedures worden gevolgd, want de bevindingen van het lab moeten natuurlijk aan alle kwaliteitseisen voldoen. Dit betekent dat het proces net zo zorgvuldig moet zijn als in een Nederlandse setting. De KMar heeft vanwege haar politiële kennis deze expertise in huis. Daarnaast hebben we binnen de Marechaussee natuurlijk veel experts op het gebied van forensisch onderzoek. Hetzelfde geldt voor documenten en falsificaten, waar de KMar vanuit haar grenspolitietaak veel mee te maken heeft. Het is nu nog te vroeg om te zeggen wie wat precies gaat leveren aan JDEAL. Dat zal ook sterk afhangen van de missie."

-
Majoor Geert-Jan Verkoeijen: "De trainingsfaciliteit is zo realistisch mogelijk nagebouwd. Alle apparatuur zit straks ook in het echte JDEAL."

Wat is de huidige status van JDEAL?

"Op 4 november is door de CDS onze JDEAL-trainingsfaciliteit geopend op de Sergeant-majoor van Scheickkazerne in Soesterberg. Het streven is dat het echte lab in het tweede kwartaal van 2015 beschikbaar is. De trainingsfaciliteit is zo realistisch mogelijk nagebouwd. Alle apparatuur zit straks ook in het echte JDEAL. Dit lab is eigenlijk het oude IED-laboratorium uit Kamp Holland. Onze trainingsfaciliteit is verder aangevuld met apparatuur uit het Multinational Theatre Exploitation Laboratory uit Kabul. We kunnen nu dus daadwerkelijk de inzet van JDEAL gaan oefenen."

Hoe gaat dat oefenen in de praktijk?

"We gaan hier 4 tot 6 opleidingen per jaar geven, voornamelijk bedoeld om specialisten vertrouwd te maken met JDEAL. We hoeven ze natuurlijk niets te leren over het werk zelf aangezien het allemaal specialisten zijn. Maar er zijn straks ook andere nationaliteiten in het lab. Die zullen toch weer een andere manier van werken hebben met andere procedures. Er moet dus een standaard werkwijze worden opgezet en ingevoerd. Daar gaan we nu mee aan de slag."