CSU is een beproefde gewondenopvang voor burger en militair
Defensie beschikt voortaan op afroep over een volledig ingerichte Casualty Staging Unit (CSU). Deze mobiele, medische faciliteit is bedoeld om vijftig gewonde militairen in een operatiegebied op te vangen voor een repatriëring. De unit is bedoeld voor zowel militair als civiel gebruik. Defensie en de firma Hospitainer-GM Center legden onlangs in Utrecht de afspraken vast.
Tekst: Andre Twigt | Foto’s: sergeant-majoor Hille Hillinga en Hospitainer-GM Center
Volgens kolonel-vliegerarts Saskia Meerhoff (luchtmacht) beschikt Defensie pas rond 2030 zelf over een soortgelijke medische opvang. Maar daarop wachten is door de huidige geopolitieke spanningen volgens de commandant van het Instituut Samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen (IDR) geen optie. De samen met de Nederlandse industrie ontwikkelde Casualty Staging Unit (CSU) is dan ook een noodzakelijke, tijdelijke oplossing.
Ruimte maken
Het medische systeem heeft volgens kolonel Meerhoff de functie van een veredelde wachtkamer. Gewonden die achter de linies zijn gestabiliseerd en niet in levensgevaar verkeren, worden opgevangen in de CSU in afwachting van transport naar Nederland. Zodoende maken ze ruimte in het Role 2 of 3 ziekenhuis, waaruit ze net zijn ontslagen. Opgetuigd in de buurt van een treinstation of luchthaven kunnen de gewonden gemakkelijk vanuit de CSU worden overgebracht naar een gereedstaand transportmiddel.
Meer capaciteit
Meerhoff vertelt dat de CSU is beproefd en doorontwikkeld. Hetzelfde systeem wordt ook in Oekraïne gebruikt, waar het wordt ingezet als veldhospitaal of staging unit. Dat kan, want het product van de firma Hospitainer is modulair (uit losse, afzonderlijke onderdelen) opgebouwd en wordt desgewenst gebruikt als Role 2 hospitaal, compleet met operatiekamers en intensive care. Ook kan een CSU worden gekoppeld aan een veldhospitaal voor meer capaciteit. Koppeling aan een Role 2 of 3, medische faciliteiten met meer specialistische mogelijkheden, is natuurlijk ook mogelijk.
Wondverzorging
Specialist Meerhoff benadrukt dat Defensie in voorkomend geval alleen de CSU van Hospitainer leaset. Uiteraard zorgt de krijgsmacht zelf voor de bemensing en de apparatuur, die dezelfde standaard heeft als in een veldhospitaal. In de CSU zijn de mogelijkheden om patiënten te behandelen beperkt. “Je moet dan denken aan wondverzorging en het plaatsen van een infuus. Veel meer zal niet nodig zijn, want de zogenoemde transitie-patiënten zijn stabiel als ze in de CSU terecht komen.”
Robuust en goedkoop
Het verhaal van de CSU is het verhaal van Rolof Mulder. Als kind wilde de directeur van Hospitainer al mensen helpen. Na omzwervingen in de verpleegkunde en ICT besloot Rolof in 2008 weer de medische kant op te gaan. Aangemoedigd door zijn dochter die in Sierra Leone als vrijwilligster in een vrouwenhospitaal werkte. En met in het achterhoofd het debacle rondom een miljoenen verslindend ziekenhuisproject-zonder-visie in Ghana, besloot hij een goedkope, robuuste medische voorziening op te zetten. Die moest modulair zijn en gemakkelijk te verplaatsen. Het geld van zijn ICT-bedrijf en pensioen gebruikte hij om in zijn achtertuin een zeecontainer tot operatiekamer te verbouwen. Dat bleek een schot in de roos. De operatiekamer werd een compleet systeem, dat inmiddels wereldwijd werd ingezet bij crises in onder meer Haïti, de Filipijnen, Soedan (Darfur) en Syrië (Aleppo). Mede dankzij Hospitainer ontvingen vele duizenden mensen in crisisgebieden medische en chirurgische hulp.
'Defensie is druk in de weer met de Nederlandse industrie'
NAVO-eisen
Reden dat Defensie pas in 2030 over een eigen systeem beschikt, heeft volgens Meerhoff te maken met de eisen die de NAVO aan medische militaire installaties stelt. Een systeem dat daaraan voldoet, moet nog worden doorontwikkeld en is er momenteel dus niet. De eisen van het bondgenootschap hebben onder meer betrekking op de tijd dat een systeem zelfstandig moet kunnen functioneren. En dat het patiënten kan opvangen onder CBRN-omstandigheden (Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair) door bepaalde ruimten onder overdruk te zetten. “Om deze technische uitdagingen het hoofd te bieden, is Defensie druk in de weer met de Nederlandse industrie”, aldus Meerhoff.
Capaciteit op afroep
“De wereld verandert sneller dan onze aanbestedings- en selectieprocedures”, zei luitenant-generaal Jan-Willem Maas in Utrecht. Bezien in dit licht ontkomt Defensie er volgens de commandant van het Defensie Ondersteuningscommando niet aan om de CSU als noodzakelijke, tijdelijke oplossing te kiezen. “Het versterkt onze paraatheid. Niet alles hoeft van onszelf te zijn, als het maar werkt wanneer we het nodig hebben.” Dat vraagt volgens de generaal om een andere manier van denken. “Namelijk capaciteit als service op afroep in te zetten.”
'Als het maar werkt wanneer we het nodig hebben'
Versterkt de paraatheid
Met het project versterkt Defensie volgens Maas tegelijkertijd de militair-civiele samenwerking. In aangepaste vorm is de CSU ook te gebruiken bij rampen of crises. De deal met Hospitainer is volgens de hoogste baas dan ook een goed voorbeeld van zogeheten dual-use, middelen die zowel militair als civiel inzetbaar zijn. “We investeren in wat we zelf moeten kunnen en we werken met partners die met ons mee durven groeien. Dat is de richting die Defensie op wil.”
Raketinslag boosdoener bij jaaroefening Calamiteitenhospitaal
Het Calamiteitenhospitaal in Utrecht was afgelopen zaterdag het decor van de jaarlijkse calamiteitenoefening. Bij deze gelegenheid test militair en civiel zorgpersoneel de paraatheid bij een plotselinge instroom van slachtoffers na een incident.
Vorig jaar zorgde een ingestorte parkeergarage voor ramspoed. Nu was een raketinslag de boosdoener. Tijdens de oefening werden procedures, samenwerking en medische capaciteit getoetst tijdens een realistisch scenario. Daarbij werden naast spoedzorg en triage ook communicatie en logistiek op de proef gesteld. Om de aankleding zo echt mogelijk te maken, deden aan editie 2025 een kleine 170 slachtoffer-acteurs mee. Vanuit Defensie waren 43 zorgverleners en 35 studenten van het Defensity College present. Met driehonderd zorgspecialisten leverde UMC Utrecht de grootste inzet.
Luitenant-kolonel-arts Jeroen trad op als souffleur. Hij assisteerde het medisch personeel bij het onderkennen van de letsels. “De slachtoffers die we opvoeren, zijn natuurlijk niet echte patiënten. Daarom zien mijn collega-souffleurs en ik erop toe dat het personeel de juiste behandeling op de verzonnen letsels toepast.” De oefening toonde volgens experts aan, dat de regio Utrecht en ook Nederland goed voorbereid zijn op het verlenen van urgente medische zorg tijdens grootschalige rampen of oorlogssituaties. Het Calamiteitenhospitaal is een samenwerking van het Ministerie van Defensie, het UMC Utrecht en het Ministerie van VWS. Het noodziekenhuis moet 24/7 in dertig minuten operationeel zijn. Het heeft een capaciteit van tweehonderd bedden, enkele operatiekamers en isolatieboxen voor bijzondere infectieziekten.