Falcon Spring niet compleet zonder Amerikanen
Falcon Spring is niet alleen een realistische voorbereiding op mogelijke Russische vijandigheden. Het is ook een oefening die de 1.500 deelnemers vertrouwen geeft. Vertrouwen in hun eigen kunnen, maar ook in de Verenigde Staten als bondgenoot. Tijdens het vandaag beëindigde Falcon Spring deed de Amerikaanse 12th Combat Aviation Brigade (12 CAB) die reputatie eer aan.
Tekst: André Twigt | Foto’s: korporaal-1 Jeffrey van Dijk
Falcon Spring is een jaarlijks terugkerende training van 11 Air Manoeuvre Brigade (11AMB), het samenwerkingsverband van 11 Luchtmobiele Brigade en het Defensie Helikopter Commando (DHC). Regelmatige gast is 12 CAB. In vooral Noordoost-Nederland zagen oplettende spotters de afgelopen twee weken naast Nederlandse Chinook transport- en Apache gevechtshelikopters regelmatig Amerikaanse Blackhawks voorbij vliegen.
12 CAB is een in Zuid-Duitsland gestationeerde eenheid, waarmee 11 AMB al jaren in binnen- en buitenland (denk aan Irak) samenwerkt. “Voor hen zijn wij een geprefereerde bondgenoot”, begint plaatsvervangend commandant 13 Infanteriebataljon Luchtmobiel majoor Mark. “De komende vier jaar zijn wij hier in Europa gestationeerd”, voegt commandant 2nd Air Assault Battalion luitenant-kolonel-vlieger Josh Meyer toe. “We komen hier graag. The Dutch are a very capable partner.” Een betrouwbare partner dus.
Honneurs
Mark is opgetogen over de Amerikaanse presentie, die Falcon Spring internationale uitstraling geeft. De lentetraining geldt als voorbereiding op de NAVO-certificering van ‘13’ het komende najaar tijdens Falcon Autumn. Met het oog daarop kan Falcon Spring niet realistisch genoeg zijn. Een oefening trouwens die organisatorisch een tamelijke belasting vormt voor de staf van 13 Infanteriebataljon. Zij heeft de algehele leiding en niet de brigadestaf. “Die had zich namelijk eerder gecommitteerd aan de NAVO-oefening Swift Response, die niet doorging”, aldus de majoor.
Vijandelijke linies
Tijdens Falcon Spring worden facetten van het luchtmobiele optreden beoefend, waaronder air assault, air manoeuvre, gewondenafvoer en het inrichten van voorwaartse staging areas. Dat zijn bases te velde, waar de eenheden zich voorbereiden op een inzet. Kenmerken van het luchtmobiele optreden zijn verrassing en het over grote afstanden door de lucht verplaatsen van omvangrijke aantallen troepen en materieel, ook ver achter vijandelijk linies.
Tijdens Falcon Spring komen deze facetten allemaal uit de verf. Er zijn raids op kleine objecten en omvangrijke air assaults. Dat alles verpakt in een courant scenario, waarbij heli’s regelmatig bij duisternis troepen op onbekende locaties aan de grond zetten. “Voor de Nederlandse en Amerikaanse helitransportsquadrons is dat heel relevant. Dit moeten ze onder deze omstandigheden ook in Oost-Europa kunnen”, aldus majoor Mark.
Huis naar huis
De grootste massale inzet vindt dit jaar plaats op oefenterrein Marnehuizen. Dit afgelegen oord moet worden gezuiverd van vijand. Dit zogenoemde gevecht in bebouwd gebied is een riskante en intensieve gevechtsvorm, waarin de ‘luchtmobielers’ zijn gespecialiseerd. Om de inlichtingenbasis te vergroten worden zij hierin bijgestaan door dronevliegers van 107 Aerial Systems Batterij. Ook een Tactical Psyops Team van het Civiel en Militair Interactie Commando doet dat.
Verder dank aan de oefenvijand, verzorgd door onder meer 11 Brigade Verkenningseskadron, pelotons van 20 Infanteriebataljon Bewaken Beveiligen Korps Nationale Reserve en de Delta Compagnie van 44 Pantserinfanteriebataljon Johan Willem Friso. Laatstgenoemde moet met Fenneks en CV90’s ook tijdens de defensieve fase van de assault aan de bak. Hierbij worden de rollen omgedraaid en valt ‘44’ de stellingen van 13 Infanteriebataljon aan.
Vertrouwen
Medeverantwoordelijk voor het vervoer van mens en materieel door de lucht is commandant 298 (Chinook) Squadron luitenant-kolonel-vlieger Sander. Zijn opdracht voor Falcon Spring luidt: drie kisten inzetten en eentje als reserve te houden. Doordat de bemanningen veel tactische missies vliegen en hebben gevlogen, is luchttransport onder operationele omstandigheden voor hen een tweede natuur. Duidelijk een ander ding is het opzetten van en opereren vanaf een Forward Operating Base (FOB), een tijdelijke basis te velde.
Gewend
Na decennia van vredesoperaties en vliegen vanaf vaste infra is kennis over het opereren vanuit een groene omgeving weggezakt. Ook ontbreekt hiervoor de broodnodige uitrusting. “Bij 11 Luchtmobiel en 12 CAB zijn ze gewend om vanaf locaties te velde te opereren. Wij moeten dat weer onder de knie krijgen.” Wat de overdracht van kennis betreft, ontstaat er volgens Sander tijdens Falcon Spring een mooie wisselwerking. Bij de Amerikanen bijvoorbeeld leert het DHC hoe je met een FOB omgaat. “En op het vlak van tactisch opereren, kan 12 CAB ook van ons dingen leren.”
Hoewel er in politiek Europa twijfel bestaat over de rol van de VS binnen de NAVO, is volgens Sander daarvan op de werkvloer niets te merken. Hier is het wederzijds vertrouwen honderd procent. “Voor militair optreden is dat onontbeerlijk. Daarbij is deelnemen aan dit soort oefeningen voor iedereen heel belangrijk. Net als wij moeten ook de Amerikanen trainingsdoelen halen. En daarvoor is Falcon Spring een perfecte gelegenheid.”
