Acht Nederlandse instructeurs wapenen land voor grote missies

Gewend aan de enorm hoge temperaturen, van boven de 40 graden Celsius en meer, zijn ze nog niet helemaal. Acclimatiseren in Tsjaad doe je nu eenmaal niet een-twee-drie, zegt majoor Jaap, de Senior National Representative (SNR) vanuit de hoofdstad Ndjamena. Sinds vorige week dragen acht Nederlandse militairen daar bij aan de missie van het internationale Global Peace Operations Initiative (GPOI).

Tekst: Evert Brouwer | Foto's: US Department of Defence, eigen beeld

De Nederlandse militairen verzorgen in een periode van zes weken een train-de-trainer opleiding voor Tsjadische kaderleden en militair instructeurs. Dat doen ze onder leiding van en samen met Amerikaanse zogenoemde contractors, allen oud-militairen. Plaats van handeling is de Groupements Ecoles Militaires Interarmees in de hoofdstad Ndjamena, bij de grens met Kameroen. In een tweede periode van vier weken gaan de Nederlandse instructeurs met de Tsjadische militairen op oefening te velde. Dat heeft plaats op de nabij gelegen Ecole Nationale Sous-officers d’Active de Koundoul.

‘De lessen van de mariniers in Tsjaad hebben we meegenomen’

Mariniers

De samenwerking met Tsjaad is niet nieuw. Ruim 15 jaar geleden, van mei 2008 tot maart 2009, waren Nederlandse mariniers als onderdeel van een Iers bataljon in het land aanwezig. “De lessen uit die tijd hebben we meegenomen. Maar Tsjaad heeft recenter met onze militairen ook een bijdrage geleverd aan de VN-missie MINUSMA in Mali”, weet luitenant-kolonel Pepijn, die vanuit de Directie Operaties van de Defensiestaf in Den Haag de inzet begeleidt. Elke week wordt een rapport opgesteld en besproken met de directeur Operaties, schout-bij-nacht Jeanette Morang.

Een Nederlandse instructeur wijst iets aan op een kaart met Tsjadische militairen om zich heen.
Een Nederlandse instructeur aan het werk met de militairen uit Tsjaad. (Eigen foto majoor Jaap)

‘Het Tsjadische leger is goed opgeleid in gevechtstaken’

‘Het kennisniveau verschilt soms behoorlijk

Uitstekende krijgers

Overste Pepijn is vorig jaar tijdens de verkenning ter plekke geweest. “De militairen van het Tsjadische leger zijn goed opgeleid in gevechtstaken, zoals contra-terrorisme. Het zijn uitstekende krijgers, die vooral in kleine groepen hun mannetje staan in de woestijn. Grote eenheden aansturen, daar ligt het probleem”, heeft hij ervaren. “Waar we hen nu beter in maken, is het voorbereiden van grotere operaties voor bijvoorbeeld de Afrikaanse Unie of de Verenigde Naties. Het gaat dan om het vergaren van inlichtingen, het uitvoeren en plannen van operaties, het instandhouden van een lange missie (logistiek, red.) en omgaan met de lokale bevolking; de civiel militaire samenwerking en mensenrechten dus. Op die vlakken kunnen we de militairen wel wat bijbrengen met onze ervaring.”

De arm van een Tsjadische militair met een Kalasjnikov in de aanslag.

Grote klassen

De voertaal tijdens de opleiding is Engels, waarbij de trainers en mentoren worden bijgestaan door tolken Arabisch, Frans en Engels. “Dat werkt prima”, ervaart SNR majoor Jaap, die zelf ook waar nodig als instructeur lessen geeft. “De klassen zijn met dertig tot veertig militairen, in de rang van soldaat tot majoor, best groot. Ook het niveau verschilt dus soms behoorlijk. We richten deze eerste week de aandacht dan ook op de basis (niveau 1) en gaan dan verder. Vanaf volgende week gaan we over op train-de-trainer. Het lespakket is samengesteld door de GPOI, dat veel ervaring heeft met zulke opleidingen.”

Voor de majoor is het de eerste keer dat hij in Afrika werkt. “Maar een aantal collega’s heeft wel ervaring op dit continent en daarvan profiteert het team zeker.” Vooral de gastvrijheid van het gastland bevalt de Nederlandse militairen. “Overal waar we komen, worden we met open armen ontvangen. ‘Wat fijn dat jullie van zover komen om ons iets te leren’. Er wordt echt alles aan gedaan om ons werk zo goed mogelijk uit te voeren. Toen een aantal spullen van ons vast stond op het vliegveld, heeft de generaal van de opleiding persoonlijk direct actie ondernomen. Dat is hier wel iets.”

Overleg tussen de Nederlandse instructeurs (links) en een Amerikaanse contractor in Tsjaad.
Overleg tussen de Nederlandse instructeurs en een Amerikaanse contractor in Tsjaad.

‘We voelen wij ons echt veilig hier’

Veilig

Tsjaad grenst aan liefst zes landen, waarvan een aantal bepaald niet tot de rustigste behoren. Het geweld in buurland Soedan mag bekend zijn, ook Libië en het armste land ter wereld, de Centraal Afrikaanse Republiek, delen de grens met Tsjaad. “We merken er hier in de hoofdstad absoluut niets van. Je moet goed luisteren naar de mensen om je heen: de Amerikanen, chauffeurs, tolken en de Tsjadische militairen. We voelen ons echt veilig hier.”

Dat kan ook prima, bevestigt luitenant-kolonel Wouter van den Hazel. Hij is Defensie-attaché voor Mali, Burkina Faso, Niger en Tsjaad. “Deze missie past in onze regionale deelstrategie Afrika van Defensie. Ogenschijnlijk valt deze missie onder hoofdtaak 2 (beschermen en bevorderen van de internationale rechtsorde en stabiliteit, red.), maar past net zo goed onder hoofdtaak 1 (het beschermen van het eigen en NAVO-grondgebied, red.). Die scheiding is steeds moeilijker, omdat diverse partijen voet aan de grond in Afrika proberen te krijgen, onder meer door wapens en goederen te leveren. Ook Rusland. Daarom is het voor ons land van belang om in dit deel van Afrika aanwezig te zijn. En dat wordt steeds belangrijker, ook om onze veiligheid in Nederland te waarborgen.”

Ivoriaanse militairen krijgen instructie van Amerikanen.
Het Global Peace Operations Initiative (GPOI) loopt in meer Afrikaanse landen, zoals hier in Ivoorkust. (Foto: US Army)

De GPOI

Tsjaad is niet het enige Afrikaanse land waar Nederlandse militairen hebben bijgedragen aan het door de VS geleide Global Peace Operations Initiative (GPOI). In Togo bijvoorbeeld waren in 2023 vier Nederlandse militairen actief bij de opleiding en training van trainers.

Het GPOI is een Amerikaans programma dat in 2004 is opgericht. Het doel is de kennis en vaardigheden van de militairen uit de betrokken landen te vergroten om zo effectiever deel te nemen aan vredeshandhavingsmissies en humanitaire operaties over de hele wereld. Dat gebeurt door opleidingen, trainingen en materieel te bieden. Het initiatief werkt samen met een breed scala aan internationale organisaties, waaronder de Verenigde Naties, de Afrikaanse Unie en regionale organisaties, om de coördinatie en effectiviteit van vredesoperaties te verbeteren.

Sinds de oprichting van het GPOI heeft het programma tientallen landen ondersteund, voornamelijk in Afrika (25 landen). Daarmee kan de bijdrage aan vredesmissies zoals die van de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties worden versterkt. De continuïteit van het initiatief is wel afhankelijk van de beschikbare begroting en dus ook de politieke steun vanuit de VS.