Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 13
Terugkijker
Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties die invloed hebben gehad op de hele wereld.
Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of het ons niet meer exact herinneren. In deze aflevering gaan we terug naar april 1992 toen de belegering van Sarajevo in Bosnië begon. Met in het begin en aan het einde een grote betrokkenheid van Nederlandse militairen.
Tekst: Evert Brouwer | Foto’s: NIMH en ANP
Enkele dagen na het referendum begint de belegering
De Slag om Stalingrad (1942-1943) tijdens de Tweede Wereldoorlog mag met een geschat aantal van meer dan een miljoen doden als de wreedste belegering in de geschiedenisboeken staan, het is niet de langste omsingeling in de recente geschiedenis. Die twijfelachtige eer valt Sarajevo te beurt. In de nacht van 5 op 6 april 1992 begint het beleg van de Bosnische hoofdstad. De omsingeling duurt uiteindelijk bijna vier jaar, 1.425 dagen om precies te zijn, en kost bijna veertienduizend mensen het leven.
Nog vrij rustig
Als gevolg van het uiteenvallen van Joegoslavië na de dood van president Tito, denkt de Bosnische regering dat het een goed idee is om via een referendum de onafhankelijkheid te bewerkstelligen. Slovenië, zonder veel strijd, en Kroatië na een korte maar hevige oorlog zijn dan al afgescheiden. Bosnische Kroaten en de Islamitische Bosniakken stemmen vóór, maar de machtige Bosnische Serven boycotten de volksraadpleging en stichtten hun eigen republiek; de Republika Srpska. Die heeft de steun van het Joegoslavische Volksleger (JNA), in grote meerderheid Servisch. Enkele dagen na het referendum omsingelt het, in naam, nationale leger de Bosnische hoofdstad. De zelfbenoemde president van Srpska, Radovan Karadžić, voorspelt ‘de totale vernietiging met honderdduizenden doden.’
Als het Verbindingsbataljon arriveert, is het schieten al begonnen
1 (NL) UN Signal Battalion
Net voordat het beleg van Sarajevo begint, vertrekken Nederlandse militairen naar de Bosnische hoofdstad. Een deel van dit verbindingsbataljon, dat onder de naam 1 (NL) UN Signal Battalion van de United Nations Protection Force (UNPROFOR) opereert, heeft juist Sarajevo als hoofdvestiging gekozen. Als de verbindelaars kwartier hebben gemaakt in het Rainbow Hotel, is het schieten al begonnen. In eerste instantie is het in de omgeving van het Nederlands bataljon vrij rustig, zo bericht redacteur Bert van Elk in de Defensiekrant van 9 april (zie foto kantlijn). De gevechten concentreren zich eerst rond het Holiday Inn hotel.
De zeven achtergebleven verbindelaars krijgen het zwaar
‘Snel besluit verhuizing’
Een van de ‘Bosniëgangers’, kapitein Wim Voncken, beschrijft de toestand in de voormalige stad van de Olympische Winterspelen (1984) in zijn dagboek: “Sinds de aankomst in Sarajevo is de oorlogsdreiging alleen maar toegenomen. Al snel blijkt dat het hoofdkwartier van de vredesmacht haar taken nauwelijks kan uitvoeren, omdat het drukker is met haar eigen beveiliging dan met het aansturen van de United Nations Protection Areas (UNPA’s). De bataljonscommandant, luitenant-kolonel Hans Vermaas, verwacht dat het niet lang zal duren voordat besloten wordt dat het hoofdkwartier van UNPROFOR moet verhuizen naar een veiliger oord.”
Dat gebeurt in mei. Na een mortieraanval van de Bosnische Serviërs op het hotel waar onder anderen de Nederlandse militairen verblijven, gaat het hoofdkwartier naar Belgrado in Servië. Om vervolgens in augustus naar de Kroatische hoofdstad Zagreb te verhuizen. Er blijven zeven verbindelaars in Sarajevo achter om het contingent van zo’n honderd VN-militairen te blijven ondersteunen. Zij krijgen het zwaar.
Scherpschutters
Voor de vierhonderdduizend inwoners van de stad is het schuilen, overleven op noodrantsoenen en vaak rennen voor je leven. Berucht is de weg dwars door de Bosnische hoofdstad, die bekend staat als Sniper Alley. Servische scherpschutters nemen van grote afstand de inwoners op de korrel die zich buiten durven te wagen tussen Mesa Selimovic Boulevard en Zmaja od Bosnestraat. Liefst 225 mensen worden in dat gebied doodgeschoten, onder wie zestig kinderen. Er vallen meer dan duizend gewonden.
Nederlandse mariniers nemen Servische stellingen onder vuur
Keerpunt
Keerpunt is de mortieraanval van de Serviërs op een drukbezochte markt in het centrum, waarbij 68 mensen om het leven komen en meer dan tweehonderd gewonden vallen.
Pas daarna komt de internationale gemeenschap daadwerkelijk in actie. Met een grote rol voor een mortiereenheid van het Korps Mariniers, die deel uitmaakt van een multinationale brigade. Mariniers van de toenmalige Eerste Mortiercompagnie nemen in 1995 vanaf Mount Igman Servische stellingen bij Sarajevo zwaar onder vuur met hun 120 millimeter-mortieren. Vanaf de voormalige Olympische berg schakelen zij Servische mortier- en artillerie-opstellingen en luchtdoelgeschut rond de stad uit.
Rozen
Pas eind dat jaar, na beschietingen en luchtaanvallen door de NAVO, komt er een vredesakkoord uit de bus: het verdrag van Dayton. De oorlogsmisdadigers staan veel later voor het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag. De Bosnisch-Servische leiders Radovan Karadžić en generaal Ratko Mladić worden veroordeeld wegens volkenmoord. De Servische president Slobodan Milošević overlijdt in 2006 in een cel in Den Haag, nog voordat een uitspraak is gedaan.
De rozen van Sarajevo herinneren aan de belegering
In Sarajevo zijn nog tal van bittere herinneringen te vinden aan het beleg. De inslagen van granaten en kogels zijn hier en daar nog te zien op straat; gemarkeerd met rode kleurstof worden ze ‘rozen van Sarajevo’ genoemd.