Tekst Vanessa Strijbosch
Foto Mediacentrum Defensie, NIMH
Omvangrijk herstelplan pakt 27 complexen aan
Een 20 jaar durende verbouwing van megaformaat. Dat staat Defensie vanaf 2022 te wachten. Samen met het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) wil de krijgsmacht tussen 2022 en 2042 twee derde van het vastgoed rigoureus aanpakken en klaarmaken voor de toekomst.
Het zogeheten ‘Revitaliseringsprogramma vastgoed Defensie’ moet een einde maken aan onderhoudsachterstanden en verouderde infrastructuur. Met het omvangrijke herstelplan gaan diverse kazernes, vliegbases, havens en oefenterreinen flink op de schop. Daar waar eerder per gebouw werd gedacht, kijkt Defensie nu naar een heel object: van kazerne tot aan ondergrondse infrastructuur.
Met een startkapitaal van 700 miljoen euro en een totaal investeringsdeel van enkele miljarden euro’s overstijgt deze revitalisering alle eerdere verbouwingsplannen binnen Defensie.
Bernhardkazerne bijt spits af
In 2022 is als eerste de Bernhardkazerne in Amersfoort aan de beurt. Hier wordt volgens het plan zo’n 90 procent van de infra gesloopt om plaats te maken voor 15 nieuwe, grotere gebouwen.
De vernieuwde kazerne moet een voorbeeld zijn voor de aanpak van 26 andere defensiecomplexen in het programma. Denk aan de Johannes Postkazerne in Havelte, het cluster Schaarsbergen, de legerplaats Soesterberg, de vliegbasis Woensdrecht en de buitendijkse Nieuwe Haven in Den Helder. Daarna wordt om de paar jaar steeds een cluster van 5 complexen aangepakt.
Benieuwd hoe het eruit komt te zien? Check de video:
'Overlast zoveel mogelijk beperken’
De Defensiekrant sprak met het ‘creatieve brein’ achter het ambitieuze vastgoedplan, luitenant-kolonel Martijn Peters, senior stafofficier bij de Directie Plannen.
De Bernhardkazerne ondergaat een complete metamorfose. Wat betekent dat voor de medewerkers?
“Natuurlijk gaan de mensen die hier werken er wat van merken. Bouwen geeft nu eenmaal overlast. Maar ‘de winkel’ blijft gewoon open. Dat vraagt veel planning en een tijdelijke noodvoorziening is nodig. Zeker als we in korte tijd de ambitie hebben om heel het kazerneterrein aan te harken.
We willen de overlast zoveel mogelijk beperken. We onderzoeken nu een bouwmethode waarbij materialen en draagconstructies opnieuw gebruikt kunnen worden, zogeheten industrieel flexibel remontabel bouwen: in de fabriek maken en op de bouwplaats 'droog' monteren. En daarnaast onderzoeken we of we bestaande materialen kunnen hergebruiken."
In het plan wordt gesproken over ‘voorbereid zijn op de toekomst’. Op wat voor manier gaat dat gebeuren middels nieuw vastgoed?
“We houden rekening met toekomstige wapensystemen die een plek moeten krijgen. Denk verder aan de komst van de F-35 en de digitale oorlogsvoering. Een pijler van het plan is om fysieke vergunningsruimte te maken voor ontwikkelingen in de bedrijfsvoering, waarvan we de vastgoedbehoefte nog niet kennen."
‘Mensen moeten op een fatsoenlijke manier kunnen werken’
Plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten generaal-majoor Rob Jeulink had eerder als plaatsvervangend directeur Plannen vastgoed in zijn portefeuille. Hij was 1 van de initiatiefnemers van het eerdere strategisch vastgoedplan.
Waarom wordt er juist nu zo voortvarend gehandeld?
“Vastgoed was de laatste jaren het kind van de rekening. We zijn de afgelopen decennia ingeteerd op ons vastgoed. Het werk- en leefklimaat in gebouwen moet beter passen bij de huidige wensen en eisen van wonen en werken. De tijd van pleisters plakken is voorbij. We pakken het nu structureel aan. Daardoor kunnen we veel dingen tegelijk doen.”
Er wordt 700 miljoen euro extra geïnvesteerd in vastgoed, waardoor 2 materieelprojecten vertraging oplopen. Leidt dat tot scheve ogen?
“Als je keuzes maakt, pak het dan in 1 keer goed op. De eerste investeringen zijn altijd lastig, maar op de langere termijn gaat het zeker renderen. Natuurlijk doet het pijn dat andere projecten worden verschoven. Dat moet je kunnen uitleggen en dat kunnen we. Het zijn afwegingen die je moet maken. Dit is defensiebreed. Mensen moeten op een fatsoenlijke en veilige manier kunnen werken en gelegerd zijn.”