Tekst ritmeester Jessica Bode
Foto Amerikaanse luchtmacht

Nederlands transportvliegtuig tankt Amerikaanse bommenwerper

Voor het eerst heeft het Nederlandse transportvliegtuig KDC-10 de Amerikaanse bommenwerper B-1B Lancer vanuit de lucht bijgetankt. Deze zogenoemde air-to-air refueling wordt mede gezien als een oefening om te kijken of onze luchtmacht dit type bommenwerper vaker op grote hoogte van brandstof kan voorzien.

Snelheid 

Met air-to-air refueling komt een vliegtuig sneller van A naar B en kan dus ook meer kilometers afleggen. Landen en weer opstijgen om een toestel te tanken kost namelijk veel tijd.

Het bijtanken boven ons land was onderdeel van een langeafstandsoefening van de US Air Force. De 2 B-1’s van 28th Bomb Wing vlogen in 24 uur tussen vliegbasis Ellsworth in Zuid-Dakota naar Scandinavië, voor trainingen met de Zweden en Noren. Een non-stop vlucht van een kleine 10.000 kilometer.

Daarbij werd de hulp ingeschakeld van een KC-135 Stratotanker van 100th Air Refueling Wing en de Nederlandse KDC-10 van 334 Squadron van vliegbasis Eindhoven. Zij hebben de strategische bommenwerpers op grote hoogte van peut voorzien, zodat zij hun rondreis konden voltooien zonder te stoppen. 

Tijdens hun vlucht naar Europa vlogen de B-1’s onder meer in formatie met 4 Zweedse Gripen jachtvliegtuigen. Ook oefenden ze met Zweedse Joint Terminal Attack Controllers bij een aanval op de Vidsel schietrange.

Snel helpen

Met de oefening willen de Amerikanen laten zien dat ze in staat zijn om ondanks de grote afstand, hun Europese bondgenoten snel te helpen in geval van nood. “Bovendien is het een mooie gelegenheid om te oefenen met NAVO-bondgenoten en andere landen in Europa”, stelt overste Thomas Taylor, commandant van 34th Bomb Squadron van 28th Bomb Wing. 

Hij vervolgt: “Bij de voorbereiding leerden onze vliegers en hun Europese collega’s al veel over de operationele mogelijkheden van elkaars vliegtuigen. Tijdens de missie brengen ze dat in de praktijk en moeten ook nog eens afrekenen met nagebootste dreigingen in de lucht of vanaf de grond.” 

Tijdens hun Europese tournee werd de B-1 onder meer geëscorteerd door Britse Typhoon jachtvliegtuigen (voorgrond).

Kunnen we dit?

Voor de Nederlandse krijgsmacht was het een goede training, omdat het de eerste ervaring was met dit type toestel. “De KDC-10 is gecertificeerd om verschillende type vliegtuigen te tanken. De B-1 stond nog niet op dit lijstje. Het was geen testvlucht, maar wel een goede manier om te kijken of we het kunnen”, vertelt luchtmachtcommunicant majoor Gilbert Stout. 

Laag over Noorwegen, 2 B-1’s en 4 F-35’s. Tijdens hun bezoek maakten de bommenwerpers een ‘low pass’ over de vliegbasis Ørland.
Met de nieuwe MRTT-vliegtuigen, die waarschijnlijk volgend jaar de KDC-10 vervangen, kan ook met het ‘hose and drogue’-systeem getankt worden. Op deze foto de flying boom.

Flying boom

Het grootste transportvliegtuig van de luchtmacht kan andere vliegtuigen alleen bijtanken met de zogenoemde ‘flying boom’. Dit is een vaste koppeling, tussen het transportvliegtuig en de te tanken kist. Defensie is, samen met de deelnemende landen, in afwachting van 8 Airbus A330 Multi Role Tanker Transport (MRTT)-vliegtuigen, die de KDC-10 gaan vervangen. Deze opvolger kan tanken met de boom, maar ook met de ‘hose and drogue’. Dit systeem is nét iets anders en wordt gebruikt voor vliegtuigtypen zoals de Amerikaanse F/A-18 Super Hornet of de Britse Typhoon.

 “We vliegen nog zeker een jaar met de KDC-10. De levering van de nieuwe Airbus heeft, mede vanwege het coronavirus, vertraging opgelopen. Daarom is het zaak dat we ook met de KDC-10 up-to-date blijven”, verhelderd majoor Stout. 

Benieuwd hoe dat ‘luchttanken’ eruit ziet? Bekijk hieronder de video:

The Bone

De B-1 Lancer is al sinds de jaren tachtig in dienst bij de Amerikaanse luchtmacht als 1 van 3 strategische bommenwerpers naast de B-52 Stratofortress en de B-2 Spirit. De B-1 is ontworpen om laagvliegend het vijandelijk luchtruim binnen te dringen en daar zijn dodelijke lading af te leveren. De bijnaam van de B-1 is 'Bone' oftewel B-one.

De B-1 is ongeveer 3 keer langer dan een F-16, vliegt op topsnelheid bijna 1.400 kilometer per uur en heeft een bemanning van 4 personen. Door zijn vorm, radarabsorberende verf én elektronische apparatuur is de Lancer nauwelijks te zien op een vijandelijke radar.

De slanke vorm van de B-1 leverde het toestel de bijnaam ‘Bone’ (bot) op.