Tekst Jack Oosthoek
Foto Archief. Headerfoto Daan van Oort

‘We hebben na de sluiting dagen gejankt’

Veel militaire musea verkeren door de coronacrisis in zwaar weer. De 1 kan het hoofd dankzij subsidie boven water houden, maar de ander moet zichzelf bedruipen en wacht een - zoals het er nu uitziet - zwar(t)e toekomst. 

Sinds 7 mei zijn de maatregelen echter versoepeld. Zoals het er nu uitziet gaan ook bioscopen, monumenten én musea op 1 juni weer open. Maar daar gelden vrijwel dezelfde regels als in de horeca. Er mogen maximaal 30 personen tegelijk binnen zijn, iedereen blijft op 1,5 meter afstand van elkaar. Bezoekers moeten van tevoren reserveren. De militaire musea blijven in lastig vaarwater.   

De Defensiekrant maakt een digitaal rondje langs de grote spelers

‘Er lijkt voldoende draagvlak om ons draaiende te houden’

95% van de inkomsten komt uit kaartverkoop

13 maart 2020 is tot nu toe waarschijnlijk de zwartste dag in de historie van het Airborne Museum Hartenstein in Oosterbeek. Die dag zou staatssecretaris van Defensie Barbara Visser het verbouwde museum in bijzijn van honderden gasten feestelijk heropenen. En toen kwam de lock down…“ We hebben na de sluiting dagen gejankt”, zegt directeur Sarah Heijse.

Ook in financieel opzicht betekent de sluiting een ramp, omdat het Airborne Museum voor 95% op inkomsten uit kaartverkoop draait. Om financieel rond te komen doet Heijse een beroep op onder meer de loonkostenregeling van de Rijksoverheid, vraagt uitstel van belastingbetaling aan en speelt met de gedachte om een hypothecaire banklening op het pand te nemen. Ook hoopt ze op een financiële injectie van donateurs en steun van het Rijk. 

“Defensie? Dat zou heel fijn zijn, maar wij zijn formeel geen defensiemuseum.” Heijse rekent op de inbreng van particuliere bedrijven en overheden uit de regio. “Er lijkt voldoende draagvlak om ons draaiende te houden.”

Er wordt alles aan gedaan om het Airborne Museum in leven te houden. Foto: archief museum.

‘De gezondheid van personeel en bewoners van Bronbeek gaat voor’

‘Wij zullen niet snel omvallen’

“Het is een bizarre periode”, vindt directeur Paul Verhoeven van het Museum Bronbeek in Arnhem. Alle projecten en tentoonstellingen liggen stil. Zoals die over oud-militair van het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger Tuan Stammeshaus.

Het personeel werkt thuis aan onder meer de nieuwe vaste opstelling voor het museum die in 2022 klaar moet zijn. Ook wordt een expositie voorbereid over het einde van de Tweede Wereldoorlog in Azië. “Of deze opengaat hangt af van het verloop van de coronacrisis. De gezondheid van personeel en bewoners van Bronbeek gaat voor”, zegt Verhoeven. 

Ondanks deze economisch slechte tijd, dreigt geen financiële crisis voor Museum Bronbeek. Het geld voor de exploitatie komt uit de defensiebegroting, een verschil met veel andere musea die het van onder meer entreegelden en sponsors moeten hebben. Verhoeven: ”Wij zullen niet snel omvallen, al blijft dat koffiedikkijken. Ik hoop dat de betalingen vanuit de defensiebegroting gewoon doorgaan.” 

Als het aan de directeur ligt, komen er in de toekomst gewoon nieuwe tentoonstellingen. “Maar”, plaatst hij een kanttekening, “hoe langer we door de coronacrisis dicht zijn, hoe groter de kans dat we ze op de lange baan schuiven. Mensen die de expositieruimtes opnieuw inrichten, zoals aannemers, kunnen hier nu immers niet naar binnen.” 

Het Museum Bronbeek vreest niet voor het voortbestaan. Foto Corné Bastiaansen.

‘Lange leve Microsoft Teams’

Geweldig gebaar

De sluiting op 13 maart is nog maar net achter de rug, of het Nationaal Militair Museum (NMM) in Soesterberg krijgt een steuntje in de rug. Een aantal bezoekers van de geannuleerde Nacht van de Militaire Muziek hoeft hun al betaalde entreegeld niet terug. 

Een geweldig gebaar, vindt woordvoerder Carla Marcus. “Met onder meer dit geld hopen we volgend jaar weer een fantastische Nacht neer te zetten.” 

De trots van het NMM, de pas geopende expositie ‘Hij of ik, een Canadees en een Duitser’ over 75 Jaar Bevrijding, is ook niet meer toegankelijk voor het publiek. “Het goede nieuws is dat deze tot 26 september 2021 blijft staan. Dat geeft iedereen de kans om het alsnog te bezoeken”, vertelt Marcus. 

Het personeel van het NMM werkt zoals vele anderen thuis. “Lange leve het communicatieplatform Microsoft Teams”, grapt Marcus. Het collectie-archief wordt geactualiseerd en het museum is online ‘zichtbaar’ met interessante content. Ook komen plannen voor de toekomst op tafel. Hoe gaat het straks verder in de 1.5-meter-samenleving? Gedacht wordt aan online verkoop met tijdvakken, looproutes in het museum, beschermingsmiddelen voor publiek en personeel. Ook de voorbereidingen voor een symposium over Srebrenica (juli) lopen vooralsnog door. “De coronamaatregelen dwingen ons snel te schakelen en in oplossingen te denken”, aldus Marcus die onder meer door defensiesubsidie niet vreest voor sluiting. “Wel moeten we bezuinigen. Zo organiseren we dit jaar geen nieuwe evenementen meer.”

Hoe gaat het straks verder in de 1,5-meter-samenleving?

‘2020 is voor ons afgeschreven’

“Het Oorlogsmuseum laat zich niet kisten door corona.” Directeur Eric van den Dungen van het Oorlogsmuseum in Overloon houdt de moed erin, maar de sluiting moet hem zwaar op de maag liggen.

Er komen geen entreegelden binnen, de horeca zit op slot, de financiële buffer is klein. Mogelijk moeten contracten van vooral tijdelijk personeel worden beëindigd. “Misschien kunnen we van provincie en gemeentelijke overheid een noodkrediet krijgen. Op steun van Defensie zetten we niet in. Wij hebben geen subsidierelatie met het Rijk”, vertelt Van den Dungen.

De jaarlijkse trekpleister Militracks (16 en 17 mei) is voorlopig uitgesteld tot september. Deze ‘rijdende’ tentoonstelling van Duits militair materieel uit de Tweede Wereldoorlog lokt elke keer circa 20.000 bezoekers. “Het is echter afwachten of de mensen in september komen. Corona is de wereld dan nog niet uit. Misschien annuleren we Militracks alsnog”, peinst Van den Dungen.

De directeur sorteert volop voor op de 1.5-meter-samenleving. Gangpaden van het museum worden verbreed, eenrichtingsverkeer ingesteld, tafels in het horecagedeelte uit elkaar gezet. “2020 is voor ons afgeschreven en 2021 wordt een mager jaar. In 2022 hopen we weer op sterkte te zijn.”

De eind vorig jaar geopende fietsbrug waarover de bezoeker gratis door het Oorlogsmuseum kan fietsen. Foto: Oorlogsmuseum.

’2020 is voor ons afgeschreven’

‘Subsidie van Defensie zal wel doorlopen’

Het dagelijks leven in het Marinemuseum in Den Helder lijkt op het eerste oog redelijk rustig door te kabbelen. “Maar”, zegt directeur Kees Boelema, “we houden ons natuurlijk aan de coronarichtlijnen. Werk dat we kunnen doen, doen we veilig.”

In het brughuis van het voormalige fregat De Ruyter opent deze dagen een interactieve tentoonstelling over de Koude Oorlog. “Zuur dat we die niet aan het publiek kunnen laten zien”, sipt Boelema. 
Door het gebrek aan inkomsten lijdt het Marinemuseum stevig verlies. “Maar”, aldus Boelema, “als we in de vakantiemaand juli weer kunnen draaien, beperkt zich dat mogelijk. Het is wel afwachten of de mensen op vakantie gaan. Valt dit tegen, dan missen we mogelijk 3 tot 5 ton aan inkomsten en komt de stichting waartoe wij behoren in de min te staan. In dat geval overleggen we met het bestuur en met subsidieverlener Defensie. Ik wil nergens op vooruit lopen, maar voor een permanente sluiting ben ik niet bang. De subsidie van Defensie zal wel doorlopen. De bv Nederland verdient ook een Marinemuseum. In het verleden kreeg dat wel vaker schokken te verwerken en krabbelde elke keer weer op.”  

De interactieve expositie in het brughuis van het voormalige fregat De Ruyter. De bezoeker waant zich op zee ten tijde van de Koude Oorlog. Foto: Marinemuseum.