Hofleverancier voor antiterreur

Trots overheerst bij reünie rond 10 jaar NLMARSOF

Het klinkt wat cru, maar zonder mariniers geen Dienst Speciale Interventies (DSI). De antiterreur-organisatie van de politie telt in alle geledingen zoveel operators met een militaire achtergrond dat adjudant van de mariniers Pascal er gewoon een beetje trots op is. Dat zeesoldaten binnen de DSI niet weg te denken zijn, werd afgelopen vrijdag nog eens fijntjes duidelijk tijdens de reünie ter ere van 10 jaar Netherlands Maritime Special Operations Force (NLMARFOR) in Doorn.

Op de Van Braam Houckgeestkazerne was het voor de 500 deelnemers een prettig samenzijn. Er waren ‘oud-MARSOF’ers’, maar ook oudgedienden van voorlopers als de Bijzondere Bijstandseenheid, de Bijzondere Bijstandseenheid Krijgsmacht en de Unit Interventie Mariniers. Dat de verwevenheid van de DSI en de operators van het Korps heel groot is, kwam ook tot uiting in de static display. Hier was een overvloed aan materieel voor terreurbestrijding opgesteld, waaronder auto’s, boten, wapens en nog veel meer.

Regelmatige uitwisseling

“NLMARSOF is veel meer dan de vaste leverancier van contraterreur-operators voor de DSI”, haast luitenant-kolonel der mariniers Eric Lieftink zich te zeggen. De plaatsvervangend-commandant van NLMARFOR heeft met binnenlandse terreurbestrijding weliswaar een mooi visitekaartje in handen, maar de eenheid wordt ook ingezet bij speciale operaties buiten Nederland. Voor al deze taken beschikt de eenheid over het Maritime Counter Terrorism (M)-squadron en het Conventional (C)-squadron. Eerstgenoemde legt zich toe op nationale antiterreur-taken. C-Squadron is er voor internationale inzet. “Tussen beide is veel uitwisseling”, aldus Lieftink.

Buitenlandse speciale operaties komen volgens hem niet dagelijks voor, terwijl de DSI vrijwel continu werk genereert. Alhoewel door de huidige situatie in Europa een duidelijk stijgende lijn waarneembaar is voor internationale inzet. “Het komt voor dat operators bij de arrestatieteams meer dan 2 keer per week iemand ‘van zijn bed lichten’. Het aanhouden van vuurwapengevaarlijke criminelen is namelijk een taak waarbij wij de DSI helpen.”

Ook in Nederlandse achterstandswijk

Volgens Lieftink heeft NLMARSOF in zijn nog korte leventje een enorme staat van dienst opgebouwd. De afgelopen 10 jaar stonden in het teken van optreden in Afghanistan en Irak, er waren antipiraterijmissies bij Somalië en ze hadden dichter bij huis meerdere ernstige anti-terreurinzetten, zoals in Utrecht, Den Haag en op een camping in De Lutte.

“We zijn in de afgelopen 10 jaar op alle specialismen ingezet, waarbij we onze relevantie hebben getoond. Ook waren er veel afgeschermde operaties.” Lieftink vergelijkt NLMARSOF graag met een golftas: “Wij hebben alles in huis om ieder balletje van de BV Nederland te slaan. Waar dan ook ter wereld. Onze operators zijn opgeleid voor ieder type missie, in iedere omgeving. Bergachtig terrein, gebieden met extreme koude of een broeiend hete jungle inbegrepen. En vergeet een willekeurige achterstandswijk in Nederland niet. 24/7 hebben wij zogezegd ‘mannen onder een drukknop’.”

Goed voorbereiden

Lieftink vertelt dat de inzet van ‘MARSOF’ers’ onder politiecommando uniek is. Nergens ter wereld is Defensie op deze wijze geïntegreerd binnen de politie, waarbij mariniers zijn opgenomen binnen de DSI. Uniek is verder dat mariniers voor dit werk intern (binnen het Training (T)-squadron van NLMARSOF) worden opgeleid. De zware, 38 weken-durende opleiding van de operators begint met een 2 weken durende geschiktheidstest. Daarin bekijken experts of kandidaten taakvolwassen en fysiek en mentaal sterk genoeg zijn. “Belangrijk is dat ze zich goed voorbereiden”, weet chief NLMARSOF adjudant van de mariniers Pascal. “Vooraf krijgen ze een boekje waarin onder meer de fysieke eisen staan. Hardlopen, opdrukken, optrekken en ook kaart en kompas horen erbij. Wie dit niet serieus neemt, valt geheid af.”

Kandidaten wachten loodzware opdrachten. Zo zijn er een nachtje zwemmen en een battle run van 12 kilometer. Over slaap hoeven de cursisten zich niet druk te maken, want dat blijft in anderhalve week beperkt tot zo’n 8 uur. Pascal: “De eisen die we aan operators stellen, liggen veel hoger dan die voor reguliere mariniers. Simpel gezegd verwachten we van hen ook meer.”

Wie niet voldoet, wordt bedankt

Pascal vertelt dat alleen mariniers met minimaal 2 jaar ervaring bij een Marine Combat Group en met een winter- en bergtraining achter de rug, bij positief advies, mogen deelnemen aan de selectie. Wie zich hiervoor aanmeldt, moet weten dat ook de eisen voor het schieten er niet om liegen. Dit is de voornaamste oorzaak dat cursisten afvallen.”

Scherpschieten, schieten met gasmasker op of onder andere speciale omstandigheden…. Wie de eisen niet haalt, wordt bedankt of mag het nog een keer vanaf het begin proberen. “Er zijn ook veel mannen die uit zichzelf weggaan”, voegt Lieftink toe. “Dit werk is heel stressvol, het moet je liggen en je moet de zeer steile leercurve kunnen bijbenen.”

Pascal hoeft zich niet te buigen over of dit werk hem ligt. Hij is al tientallen jaren werkzaam in de Counter Terrorism-wereld en voelt zich bevoorrecht. Het werken met collega’s, die proactief handelen, altijd bereid zijn de handen uit de mouwen te steken en het jammer vinden wanneer een instap niet doorgaat, maakt hem trots.

Aanslag op sneltram

Nooit vergeet Pascal de ochtend van 18 maart 2019. Hij was onderweg van Den Haag naar Doorn, toen hij voor Utrecht een melding kreeg over een aanslag op een sneltram. “Eenmaal ter plaatse op het 24 Oktoberplein zette ik een flashcap op en deed ik mijn kogelvrije vest aan. Ik begon meteen de aanwezige agenten aan te sturen en ging kort daarna de tram in waar op dat moment de 4 dode lichamen nog lagen. De dader bleek te zijn gevlucht, maar werd korte tijd later gearresteerd. Deze momenten vergeet je echt nooit.”