‘Ik ben hun collega en zo zie ik ze ook’

Acht militairen van 13 Lichte Brigade verblijven sinds april in Tsjaad. Zij zijn daar voor een train-de-trainer-missie; de Nederlandse militairen leiden er instructeurs op, zodat de Tsjadiërs de opgedane kennis vervolgens aan hun eigen collega’s kunnen overbrengen. De inzet gaat om hoofdtaak 2: het bevorderen van de internationale rechtsorde en stabiliteit. Op uitnodiging neemt de Defensiekrant een kijkje op het oefenterrein in de Tsjadische hoofdstad Ndjamena.

Time is time is met rode letters op het bord geschreven.
Ondanks dat het groot op het bord staat, blijft op tijd komen lastig voor de Tsjadische militairen.

Tekst: kapitein Kirsten de Vries | Foto's: sergeant-majoor Hille Hillinga

Het is 07.30 uur. Sergeant-majoor Noël staat voor zijn klaslokaal en blaast op een fluitje. Het is eigenlijk de bedoeling dat zijn studenten al binnen zijn, maar het ‘tijd is tijd’-principe wordt hier iets anders ingevuld. Zo’n twintig minuten later zijn zeven van de tien leerlingen aanwezig. Geduldig legt Noël nog eens uit dat het toch echt de bedoeling is dat ze op tijd zijn. “De eerste de beste die dat morgen niet is, zet ik bij de kolonel. Dat maakt wel indruk.”

Tactisch en technisch

Voorafgaand aan de missie bleek dat de Tsjadische militairen er vooral behoefte aan hadden om tactisch en technisch opgeleid te worden. “Op tijd komen kunnen ze gewoon niet. Maar we zijn hier om ze beter te maken”, zo legt de instructeur uit. “De Tsjadiërs kunnen al heel veel. Die lui zijn moedig en het zijn strijders. Sommigen hebben al gevochten tegen de terroristische groepering Boko Haram. Maar als je ze een opdracht geeft, dan springen ze in een auto en rijden ze op de vijand af. Dan winnen ze uiteindelijk, maar wel met veertig doden. Wij proberen ze te leren om een planning te maken waardoor je misschien maar vijf doden hebt.”

Sergeant-majoor legt met stiften een oefening uit.
Sergeant-majoor Noël legt uit welke patrouillevormen en contact drills hij wil oefenen.

‘De Tsjadiërs zijn moedig en het zijn strijders’

Vertrouwen opbouwen

Het opleiden van de Tsjadische instructeurs gebeurt in negen weken tijd. In die periode is er aandacht voor basic skills, zoals wapenleer en ZHKH (zelfhulp & kameradenhulp). Maar ook patrouille lopen, contact drills en Close Quarter Battle Training (CQBT) staan op het programma. In de laatste week komt alle opgedane kennis samen tijdens de Field Training Exercise (FTX). “De eerste weken ging het vooral om vertrouwen opbouwen”, aldus de sergeant-majoor. “Ze zijn gewend om alleen te luisteren en naar Powerpoints te kijken. Maar nu moesten ze ineens zelf voor de klas staan. Dat is in eerste instantie heel moeilijk en dan slaan ze dicht. Ze zijn bang om fouten te maken, dat is een cultuurding. Wij hebben echt veel tijd gestoken in hoe je nou een les opbouwt. Ook hebben we effort gestopt in gelijkwaardigheid. Dat is wat ze heel erg waarderen. Wij leggen ze niks op. Ik ben hun collega en zo zie ik ze ook.”

Sergeant-majoor Noël werkt met behulp van een tolk in het klaslokaal.
“We hebben veel effort gestoken in gelijkwaardigheid.”

Global Peace Operations Initiative

De train-de-trainer-missie in Tsjaad maakt onderdeel uit van het Global Peace Operations Initiative (GPOI). Nederlandse militairen werken in het Afrikaanse land samen met Amerikaanse contractors. Het doel is dat de Tsjadische militairen uiteindelijk ingezet worden voor missies van de Verenigde Naties of de Afrikaanse Unie.

Noël werkt 22 jaar voor Defensie en is al langere tijd instructeur. Maar in Tsjaad leerde ook hij weer veel bij. “Zoals geduldig zijn. Creatief ben ik altijd al geweest. Die lui hier willen echt wel, maar soms is het gewoon moeilijk. Ik spreek bijvoorbeeld geen lokaal Arabisch. Dus een tolk moet eerst alles vertalen. Maar als ik jou iets vertel en jij vertelt datzelfde weer tegen hen, dan komt er een heel ander verhaal uit. In het begin was ik daar gefrustreerd over, maar je moet meegaan in de flow.” Daarnaast is het volgens Noël belangrijk om niet alles op de Nederlandse manier te willen doen. “We hadden hier laatst een actie langs het water. De uitvoering was een zesje of een zeven. Maar als je kijkt naar waar ze vandaan komen, dan staan we daar te klappen en te juichen.”

Tsjadische militairen oefenen patrouille lopen.
Tsjadische militairen op patrouille.

Veters strikken

De cultuurverschillen waar de Nederlandse militairen mee te maken krijgen zijn duidelijk merkbaar tijdens de lessen. Tsjaad, gelegen in Centraal-Afrika, is een van de armste landen ter wereld. Naar school gaan is er allesbehalve vanzelfsprekend. Dit betekent dat analfabetisme een veel voorkomend probleem is. Maar het komt ook voor dat lokale militairen niet weten hoe ze hun veters moeten strikken, simpelweg omdat ze dat nooit geleerd hebben. Noël: “De Tsjadiërs zijn echt niet dom. Ze zijn juist slim, alleen worden ze niet geholpen met de kansen die ze hebben. Wij worden geboren, gaan naar school, leren veel talen. Hier moeten ze blij zijn als ze een lagere schooldiploma hebben. Maar de kansen die ze wél krijgen, pakken ze.”

‘De kansen die de Tsjadiërs wél krijgen, pakken ze’

Het vergt creativiteit en aanpassingsvermogen van de Nederlandse instructeurs. “Ik kwam erachter dat vijf van de zestien man die ik in de klas had, niet kunnen lezen of schrijven. Die kunnen prima reproduceren, maar ze moeten een bataljon opleiden. Dan moeten ze dus ook nog weten wat ik zes weken geleden gezegd heb. Als je niks kunt opschrijven, werkt dat niet. Dus toen ging ik clubjes maken met één iemand die kan schrijven en lezen, één iemand die Frans spreekt en één iemand die lokaal Arabisch kan. Dat werd een clubje en die konden dan met z’n drieën een lesplan maken en lesgeven.”

Tsjadische militairen zitten bij elkaar.
Tsjaad is een van de armste landen ter wereld waar analfabetisme een groot probleem is.
Portret kapitein Dia
Kapitein Dia

'Ben een echte workaholic geworden'

Een van de leerlingen die door de Nederlanders is getraind, is kapitein Dia. De Tsjadiër is sinds 2011 militair en volgde opleidingen in Soedan en de Verenigde Staten. “Mijn vader was ook militair en door hem ben ik hier terechtgekomen. Ik ben infanterist en ik hou van het militaire leven. Het is mijn eerste keer dat ik met Nederlanders werk, maar ik vind het echt fantastisch. Ze hebben me leren plannen, ik heb geleerd hoe je een operatie opzet en ik ben meegenomen in het Military Decision-Making Process (MDMP). Ook ben ik door hen gedisciplineerder en ben ik een betere teamplayer. Door de Nederlanders weet ik wat hard werken is; ik ben een echte workaholic geworden. Op het moment overzie ik alle trainingen, maar als ik tijd heb, geef ik graag les in het staflokaal. Vooralsnog gaan we niet op missie, maar het zou zomaar kunnen dat we naar Congo moeten. Waar we ook naartoe gaan, wij zijn er klaar voor.”

Geiten en kippen

Op het terrein zijn drie lokalen waar de lessen worden gegeven. Daarnaast is er een kantoor en zijn er slaapvertrekken voor de Tsjadische militairen. Maar zij slapen ook buiten, onder een aantal golfplaten die vastgemaakt zijn aan wat palen. Tussen de gebouwen scharrelen geiten en kippen. De dieren worden geslacht en gebruikt voor de lunch en het avondeten. Dat wordt bereid in een grote pan die op een vuurtje staat te pruttelen. Het vlees van de geslachte dieren hangt aan een soort waslijn te drogen.

De bedden van de Tsjadische militairen die buiten slapen. Spullen liggen te drogen.
De Tsjadische militairen slapen zowel binnen als buiten. Omdat het die nacht geregend heeft, zijn veel spullen kletsnat geworden en liggen die te drogen.
Een pan op een vuurtje.
In een grote pan wordt het eten voor die dag bereid: bonen.

In twee gebouwen zijn toiletten aanwezig, maar de behoeftes worden ook wel eens in de natuur gedaan, vertelt Noël. “Dan staan we contact drills of patrouillevormen tussen de uitwerpselen te doen.” Stromend water is er wel, maar dat is zo onhygiënisch dat de Tsjadiërs daar behoorlijk ziek van worden. Ook malaria is een groot probleem voor de gezondheid, zeker nu het regenseizoen is begonnen. Elektriciteit is er alleen in de lokalen en dus lopen er geregeld militairen in en uit om even hun telefoon aan de stroom te leggen.

‘De waardering vanuit de leerlingen, daar doe je het voor’

Armband

De missie in Tsjaad loopt nog tot in september door. Noël vindt het spijtig dat hij niet tot het einde kan blijven. Hij is gaan geven om Tsjaad en de militairen in het land. “Het eindresultaat ga ik niet zien. Dat vind ik jammer en ik ga ze oprecht missen. Toen de Tsjadische militairen net hun loon hadden gekregen, kwam een van hen op mij en mijn twee collega’s af en kregen we alle drie een armband. Hij had echt gewacht totdat hij zijn salaris had. Die waardering vanuit de leerlingen, daar doe je het voor. Als er een mogelijkheid is om terug te komen, dan staan mijn koffers weer klaar.”