Scandinavië dwingt verkenners tot het uiterste

Vanuit uitvalsbasis Terråk (op de kaart oranje) baanden de militairen zich een weg door de ruige natuur.

Het verkennerspeloton van 44 Pantserinfanteriebataljon van 43 Gemechaniseerde Brigade opereerde deze maand in Noorwegen, provincie Nordland. Vanuit uitvalsbasis Terråk baanden de landmachters zich een weg door de ruige natuur, waarin het vinden van iets eetbaars tot kunst verheven werd.

Tekst: kapitein Jaap Wolting | Foto’s: sergeant Sjoerd Hilckmann

“In het gevecht zitten de bataljonsverkenners – 44Recce – voorin. Daar zijn we met een klein clubje op elkaar aangewezen. Kijk je naar de dreiging aan de oostflank, zie ik het belang van trainen in het kader van hoofdtaak 1. En al verwacht ik niet dat we daar heel snel naartoe gaan, het kantelpunt ligt misschien dichterbij dan we denken.” Aan het woord is wachtmeester-1 Marten, die in de schaduw van een grote den een irritante mug van zich afslaat.

De ervaren onderofficier heeft net vakkundig een vis gefileerd; een forel die tot voor kort nog door Noorse wateren spartelde. Voor Marten niet de eerste keer, maar dat geldt niet voor het hele peloton. “Qua basisvaardigheden is er zeker winst te behalen. Het valt me op dat jongens van 25 jaar hier voor het eerst een hengel vasthouden. Dan ben ik toch anders opgegroeid, dichter bij de natuur.”

Een vissende militair en een vis die gefileerd wordt.
Wachtmeester-1 Marten is dicht bij de natuur opgegroeid en redt zich ook in Noorwegen prima. Geen catch and release; wat de verkenners vangen is bestemd voor consumptie.
Een vissende militair en een vis die gefileerd wordt.

Behind enemy lines

Iedere militair heeft basisvaardigheden die zijn of haar overlevingskansen tijdens missies vergroot, bijvoorbeeld wapengebruik en kaartlezen. 44Recce ging in Noorwegen een stapje verder. De verkenners leerden skills om onder uitdagende omstandigheden te overleven met wat de natuur je biedt. Vaardigheden die essentieel zijn als militairen afgesneden zijn van eigen troepen of onderkend worden door vijandelijke eenheden.

Verkenners treden vaak diep in vijandelijk gebied op om informatie te verzamelen over onder meer troepenbewegingen, commandoposten en wapensystemen. Wanneer zij om wat voor reden dan ook behind enemy lines zitten, moeten zij veilig terug zien te komen, dwars door vijandelijk gebied. Dat zou bij een mobility kill ook te voet kunnen zijn.

44Recce gebruikte de eerste week in Nordland om beter te worden op verschillende gebieden. De nadruk lag op oriënteren, navigeren, verplaatsen, onderkomens bouwen, voedsel vangen en bereiden, vuur maken, dierlijke anatomie en flora en fauna.

Die eerste dagen waren een gedegen voorbereiding op week twee, waarin 44Recce een uitdagend scenario voor de kiezen kreeg. De verkenners liepen meerdere pittige tochten en sloten de trip af met een loodzwaar scenario waarbij aan de voorkant de focus lag op het commandovoeringsproces.

De verkenners lopen meerdere tochten in de regio Bindal.
De verkenners tijdens een van hun tochten in de regio Bindal.

Trekroute voor beren

Even terugspoelen, naar 24 uur geleden. De verkenners lopen single file een begroeid bergpad op. Zouden ze over hun schouder kijken, zien ze het adembenemende Bindalsfjord in de diepte liggen. Hun aandacht ligt echter op wat voor hen in het ruige woud ligt; lessen over hoe hier te overleven.

Wanneer de club halthoudt om te drinken, blijkt dat de kledingdrill en Deet allebei een must zijn – muggen te over. En met een beetje pech grotere insecten die dwars door je broek prikken. Beren zijn er nauwelijks, al ligt de regio wel op hun trekroute naar Zweden. Er zijn er recent een paar gezien, maar de aantallen zijn over het algemeen klein. Veel groter is de kans dat je plotseling in de ogen van een verbaasde eland staart.

Een groep militairen luistert naar een instructeur. Ze leren onder meer hoe ze vallen kunnen zetten.
Tom, een oud-luchtmobieler die al jaren in Noorwegen woont, deelt zijn kennis en ervaring met 44Recce.
Een groep militairen luistert naar een instructeur. Ze leren onder meer hoe ze vallen kunnen zetten.

Het instinct van de Noor

De Nederlandse Noor Tom kijkt vanaf de bosrand glimlachend toe. De oud-luchtmobieler woont al jaren met zijn gezin in Terråk en is een met de natuur. Was Tom niét in Bindal neergestreken, was 44Recce ook nooit in deze regio uitgekomen.

Sergeant-majoor Sietse (binnen 43 Mechbrig specialist Optreden Bergachtig Terrein en verantwoordelijk voor de oefening, red.) legt uit: “Via via kwam ik met deze survivalexpert in contact. Nadat ik tijdens een verkenning dagelijks met hem optrok raakte ik overtuigd van zijn kennis en vaardigheden. Vaak zijn het simpele zaken, die wij als Nederlandse militair niet meer trainen. Hier is het instinct en gieten ze het er met de paplepel in. Wijze lessen vanuit de voorouders krijgen wij nu aangeleerd van Tom. Leven, overleven en verplaatsen, en dat ook nog eens in bergachtig terrein. Absoluut geen walk in the park.”

Met mes, bijl en zaag maken de verkenners vallen, onderkomens en in dit geval een hengel.
Met mes, bijl en zaag maken de verkenners vallen, onderkomens en in dit geval een hengel.
Een militair daalt af.
Het terrein is vaak moeilijk begaanbaar en bij sommige afdalingen hebben de verkenners zowel handen als voeten nodig.

Doe meerdere dingen tegelijkertijd

“Lui, kom er even bij”. Tom zet spreekwoordelijk zijn instructeurspet op. Al draagt hij het pak niet meer, het militair-zijn zit overduidelijk in z’n bloed. “Als je wilt overleven in de natuur is het belangrijk om te multitasken. Wanneer je boomwortels zoekt om touw te maken, speur dan ook gelijk naar wormen die je kunt gebruiken voor het vissen. Vind je mooie, droge berkenschors, stop het in je zakken zodat je later vuur kunt maken. Zoek wildpaadjes. Kijk naar platgelopen grassen en struiken. Want op die paadjes zet je je valletjes. Eekhoorntjes zijn gek op cantharellen en dennenappels. Vallen maak je van staand, dood hout. Niet van vers hout, want dat droogt nog en kan ervoor zorgen dat je trigger niet werkt. Staand dood hout is trouwens ook perfect voor het maken van vuur. Wat je op de grond vindt is immers vaak vochtig. Tip: rol ducttape om je aansteker zodat je altijd wat bij je hebt om iets mee te repareren of vast te binden.”

Welgeteld dertien minuten is Tom onafgebroken aan het woord. De verkenners hangen aan zijn lippen en nemen alle informatie gretig tot zich. Enkelen noteren zijn opmerkingen in hun boekje pienter. Naast Tom heeft niemand nog een woord gezegd. Het getuigt van focus. Van willen leren. Van willen leven. Dit is geen spel.

Een militair hakt een boom om terwijl een ander dennentakken verzamelt.
In kleine teams zijn de bataljonsverkenners bezig met het maken van onderkomens.
Een militair hakt een boom om terwijl een ander dennentakken verzamelt.

Samenwerken

Tegelijkertijd jeuken hun handen. Verkenners willen ‘dingen doen’ en zijn blij als Tom ze loslaat om te oefenen met valstrikken en onderkomens maken. “Eén zaag in de min”, roept korporaal Frank. Hij verzamelt dennentakken voor de dakisolatie en houdt teleurgesteld een kapot werktuig omhoog. Korporaal-1 Ramon zoekt dunne, lange boomwortels, soldaat-2 Mark probeert al beukend een serie berkenboompjes te vellen en Marten is overduidelijk voorman. “Mark, zal ik jou eens een tip geven zodat jij je niet het leplazarus slaat? Frank, Ramon, willen jullie even helpen zodat we die stam vast kunnen knopen aan twee boompjes?”

Waar je eerst slechts ruisend smeltwater hoorde, is het nu een kakafonie aan geluid. Zagen, hakken, slepen, slaan… ‘pas op, booooom!!’ Geluidsdiscipline is bij het bouwen van de onderkomens even van onderliggend belang. Ramon slaat voor het onderkomen stammetjes in de grond: “Ik maak hier een vuurscherm. Dat reflecteert de warmte én zorgt dat de vlammen slecht zichtbaar zijn vanaf de andere kant.”

Korporaal Frank bouwt een vuurscherm.
Korporaal Frank bouwt een vuurscherm voor het onderkomen dat nog in aanbouw is.

Brandbare trollenbaard

Lukt het om een dier te vangen, is bovengenoemd vuur natuurlijk essentieel. Ook daarin krijgt 44Recce les. Aan de rand van een steengroeve legt sergeant Roel (opgeleid in survivaltechnieken en voor het werken in de bergen) uit: “Je wilt niet weglopen om hout te zoeken als je vuurtje net brandt. Verzamel dus voldoende takken, twijgjes, berkenschilfers en ‘trollenbaard’, een soort droog mos. Als je het vuur voedt, pas dan op dat je het niet verstikt. Oefen maar eens met je flint & steel. Een paar vonkjes kunnen al genoeg zijn om een eerste vlammetje te krijgen.”

Met flint & steel maakt sergeant Roel een beginnend vuur.
Met flint & steel maakt sergeant Roel een beginnend vuur.

Dakota-veldoven

Hooggebergtespecialist Sietse: “Deze warmtebron heeft weinig voeding nodig, is niet zichtbaar en blijft lang heet. Je maakt hem door twee grote gaten te maken met ongeveer dertig centimeter ertussen. De ene dient voor zuurstoftoevoer, in de andere ligt je daadwerkelijke vuur. Als je de oven gegraven hebt maak je eerst vuur op een platte steen, waarna je die laat zakken. Daarbovenop kun je een rooster maken van levend hout, waar je eten op kunt roosteren.

En wil je juist wél de aandacht trekken, gooi je er grote dennentakken op om een bak rook te produceren. Wil je je sokken drogen of een alternatieve kruik, plaats dan grote stenen rond het vuur. Eenmaal verhit, houden die de warmte lang vast.”

Een militair maakt een hoop rook.
Als je juist wél gezien wilt worden, gebruik je dennentakken om rook te maken.

Bikkelen en genieten

Vuur is vandaag niet nodig om de lichaamstemperatuur omhoog te krijgen. Het kwik tikt voor het middaguur al de 28 graden aan en de zon brandt ongenadig. Rode, bezwete koppen dus. En moet je dan net aan de bak om zo snel mogelijk je Dakota-veldoven klaar te hebben, is dat bikkelen. Waar de een in no-time twee grote gaten graaft, komt een ander erachter dat hij niet op de ideale plek zit. “Ik heb de ene kei er nog niet uit of ik stuit al op de volgende”, verzucht soldaat-1 Dennis nadat hij steen nummer twaalf weggooit. “Doe me dan die ondergrond in Litouwen maar; daar had ik nu al een vuur gehad.”

Een half uur later blijkt het zwoegen niet voor niets; iedereen geniet al bijkomend van verse, gebakken vis. Tijd voor een geintje is er bij 44Recce altijd: “Ik heb hem op… Dennis, wil jij nog een ruggengraat?”

Een zwetende militair.
Het kost soldaat-1 Dennis een hoop energie om zijn veldoven werkend te krijgen.