Na negen helikopteruitzendingen sloot Arthur zijn missieloopbaan af in Irak

Wie een leven lang bij de krijgsmacht werkt, komt op nogal wat plekken. Zo vloog luchtmachter Arthur als broekie met een Alouette III boven een van de zeven wereldwonderen, het Cambodjaanse tempelcomplex Angkor Wat. Onlangs sloot de inmiddels 59-jarige in Irak zijn missiecarrière af met het Chinookdetachement. “Tegen mijn kleinzoon zou ik zeggen: kies een vak, een specialiteit, bijvoorbeeld de Technische Dienst en ga bij de luchtmacht.”
Tekst: kapitein Joris van Duin | Foto’s: sergeant Sjoerd Hilckmann en kapitein Joris van Duin
Op een withouten kast in de woonkamer staan twee van Arthurs liefdes in één beeld gevangen. Zijn kleinzoon van net twee jaar oud, glimlachend naar de fotocamera. Achter de kleine staat een Chinook-transporthelikopter geposteerd in het Nationaal Militair Museum in Soesterberg. “Elke keer als hij een helikopter ziet, roept hij: ‘Opa! Opa!’”
Hoofd Onderhoud bij 298 Squadron eerste luitenant Arthur moet er een beetje om lachen. Maar wie zijn staat van dienst kent, snapt de link dondersgoed. Bijna zijn hele werkzame leven draait om helikopters. Alleen tijdens Arthurs beginjaren bij de luchtmacht werkte hij met het jachtvliegtuig NF-5. “Ik trok al gauw naar de helikopters. Dat is veel mooier, daar kan je veel aan sleutelen.”
‘Het voelde alsof we aan het freewheelen waren’
Alouette III
Opendagen van toenmalig buurman Vliegbasis Soesterberg wakkerden al op piepjonge leeftijd het vliegvirus bij de geboren en getogen Soesterberger aan. Met zijn technische achtergrond was werken bij de Technische Dienst (TD) van de luchtmacht dan ook een eenvoudige optelsom.
Hier leerde Arthur in de jaren negentig alles over de 77 Alouettes III die Nederland ooit had. Defensie zette deze eenmotorige helikopter veelzijdig in voor verkenningen, licht transport en gewondenvervoer. Zo ook in Cambodja, waar de techneut in 1992 zijn eerste VN-vredesmissie draaide. “Met een klein clubje van veertien luchtmachters en drie Alouettes vlogen we ter ondersteuning van het Korps Mariniers. Prachtig was dat. Het voelde alsof we aan het freewheelen waren.”

Vredesmissie Cambodja
Met een vredesmissie in Cambodja (UNTAC) wilde de VN een einde maken aan de langdurige burgeroorlog. Na het bloedige regime van de Rode Khmer, door wie tussen 1,5 en 3 miljoen mensen overleden, was de situatie er decennialang onstabiel. De missie moest ervoor zorgen dat de strijdende partijen hun wapens inleverden. Hiermee zouden VN-vredestroepen de opbouw van een democratische regering ondersteunen. Hoewel de situatie na de missie complex bleef met voortdurende politieke spanningen, speelde UNTAC een belangrijke rol in de overgang naar vrede. Nederland stuurde een bataljon van het Korps Mariniers, drie transportvliegtuigen en drie Alouette III-helikopters.
‘Hier vlogen we in de Alouette over Angkor Wat’
Wereldwonder
Op zijn keukentafel slaat Arthur fotoboeken open. Een van de fraaie platen hangt uitvergroot op zijn gang. “Hier vlogen we in de Alouette over Angkor Wat.” Hij zegt het droogjes. Maar menig toerist zou er tegenwoordig een fortuin voor neerleggen om te vliegen over wat ook wel het achtste wereldwonder wordt genoemd. “De techneut en vlieger vlogen altijd met z’n tweeën. Vaak nam de TD’er in de cockpit ook het stokje van de vlieger over en lag de besturing van de Alouette dus in mijn handen. Dat kun je je nu niet meer voorstellen…”

De luchtmachters en mariniers sliepen in bruine boogtenten op een geïmproviseerd kampement in de rimboe. Luxe zoals airconditioning en mobiele telefoons was er destijds natuurlijk nog niet in de vochtige en bloedhete jungle. En het eten? “We aten eerst zes weken voer uit blik. Nou, dat hoef je ons luchtmachters echt niet te vertellen”, grijnst Arthur. “Dus wij reden – met toestemming van onze leidinggevende – in een Range Rover naar collega’s net over de grens met Thailand. Daar haalden we eten, heel veel vlees. Daarmee gingen we bij terugkomst barbecueën. Die mariniers stonden er wel even van te kijken, ja.”
‘Achteraf denk je wel: was dit allemaal wel zo handig?’
Mijnenvelden
Ondanks de mooie verhalen, waren zijn collega’s en hij wel doordrongen van de ernst en het gevaar van de missie. Arthur laat foto’s zien van achter glas gestapelde schedels: gruwelijke restanten van duizenden en duizenden mensen die stierven tijdens de burgeroorlogen. Het gevaar lag ook voor de Nederlanders op de loer. Meerdere mariniers raakten gewond bij een aanval op hen. En Cambodja lag – en ligt nog steeds – vol allerlei soorten mijnen. “We reden op wegen langs mijnenvelden. Achteraf denk je wel: was dit allemaal wel zo handig?”
Met de komst van Chinooks naar Nederland nam de carrière van Arthur in 1995 een andere wending. In een klasje volgde hij de vakopleiding in de Amerikaanse stad Philadelphia. Daarmee maakte hij in feite de geboorte van de Chinook mee. “Nog steeds werk ik ermee, dertig jaar later. In technisch opzicht is het toestel veel complexer dan de Alouette. Als monteur kon je die met hamer en Bahco-gereedschap altijd aan de praat krijgen. Bij de Chinook ben je als team bezig met onderhoud.”
‘We leverden veel hulpgoederen aan de bevolking’
Oorlog
De Chinook vormde sindsdien de rode draad in Arthurs loopbaan. Zo ging hij er in totaal acht keer als techneut en later in een coördinerende en aansturende mee op uitzending. Zoals Kosovo: “We leverden veel hulpgoederen aan de bevolking.” Afghanistan: “Dat was mijn heftigste uitzending. Er was echt oorlog. Er vielen doden en we werkten letterlijk 24/7 om die Chinooks operationeel te houden.” Tot en met Irak, waarvan hij koud twee weken thuis is: “Hard werken, maar de faciliteiten waren echt top geregeld. En het belangrijkste: een geweldig team.”

Twee missies in Irak
De drie Chinooks van het 298 Squadron vlogen voor twee missies in Irak: de NATO Mission Iraq (NMI) en anti-IS-missie Operation Inherent Resolve (OIR). NMI is gericht op het versterken van de Iraakse veiligheidssector. Zo kan het land weerstand bieden aan dreigingen. Voor deze missie vervoerden en beveiligden de helikopters NAVO-adviseurs, eenheden en materieel. OIR is een door de Verenigde Staten geleide missie tegen IS. Ook hierin speelden de Chinooks een belangrijke rol. Door deze inzetten te combineren, werd de Nederlandse helikoptercapaciteit optimaal benut.



Dochter
Daar waar aan de techniek van de Chinooks volgens Arthur niet heel veel is veranderd, zijn de uitzendingen dat wel. Ten goede wel te verstaan. “Vroeger kon je met wat geluk eens per maand vijf minuten met thuis bellen via de telefoon. Maar nu, op Al-Asad Airbase in Irak, was er constant wifi. De slaapvertrekken hadden airco en we hadden goede douches.” En ook het uitzendingsritme is anders. ‘Irak’ was Arthurs eerste missie sinds 2008. “Er waren jaren dat ik af en aan wegging. Dan was ik bijna net zoveel tijd weg als dat ik thuis was. Dat sloop erin en was normaal. Nu, achteraf, is het toch wel raar. Zie ik dat ik wel twee jaar van de jeugd van mijn dochter heb gemist.”
‘In plaats van met pensioen ga ik nog anderhalf jaar door’
Na zijn verlof reist Arthur weer met veel plezier af naar 298 Squadron op Vliegbasis Gilze-Rijen. “We hebben het goed voor elkaar met een leuk team, dat veel voor elkaar over heeft. Dus in plaats van met pensioen te gaan, heb ik verlengd en ga ik nog anderhalf jaar door.”
En zou hij zijn kleinzoon ook aanraden met helikopters te werken? “Tegen hem zou ik zeggen, als hij later nog zo enthousiast is: kies een vak, een specialiteit, bijvoorbeeld de Technische Dienst. En ga bij de luchtmacht.”