Primeur voor Nederlandse en Colombiaanse mariniers
Voor het eerst oefenden Nederlandse en Colombiaanse mariniers de afgelopen weken intensief samen. “Het is een natuurlijke relatie. Al zullen veel mensen in Nederland dat niet meteen denken.”
Tekst kapitein Arjen de Boer | Foto’s sergeant-majoor Mike de Graaf
Op volle snelheid komen de mannen van luitenant Jhonson langszij. Hun geweren gericht op het ondersteuningsvaartuig Zr.Ms. Pelikaan. Door hun vizier zoeken de Colombiaanse mariniers de ‘lange lijnen’; zoveel mogelijk hoeken dekken waar een eventuele dreiging kan oppoppen.
Terwijl twee Nederlandse FRISC’s, snelle onderscheppingsboten, dekking geven, klimmen de Colombianen vanuit een derde FRISC langs een touwladder omhoog. De Nederlandse mariniers die aan het roer staan, moeten de onderscheppingsboot strak tegen de ‘Peli’ aanhouden zodat Jhonson’s mannen veilig het schip kunnen boarden.


Dit is in één oogopslag waar het de afgelopen weken om draaide in Colombia: Nederlandse en Colombiaanse mariniers die voor het eerst samen trainen én van elkaar leren. Tijdens oefening Estribo -Spaans voor stijgbeugel- wisselden ze kennis en ervaring uit op het gebied van rivieroperaties, jungletactieken, amfibische operaties en boardingsacties.
Sterkere band
“De afgelopen jaren zijn we bezig geweest met het opzetten van deze samenwerking”, zei generaal Adolfo Enrique Hernandez Ruiz tegen 3 Troop van het Marine Squadron Carib (MSC). “Dankzij de trainingen wordt onze band sterker”, aldus de commandant van de Infanterie de Marina.
Het is een conclusie die kapitein-luitenant-ter-zee René Savelsbergh, defensieattaché in Venezuela en Colombia, van harte onderschrijft. “De samenwerking zit in de lift. Colombia is bijna een buurland van Aruba en Curaçao”, schetst Savelsbergh, die erop wijst dat Nederland verantwoordelijk is voor de bescherming van deze eilanden in de Carib. “Zo bezien is het een natuurlijke relatie. Al zullen veel mensen in Nederland dat niet meteen denken.”


Savelsbergh is de Nederlandse defensieattaché voor Colombia en Venezuela, met als standplaats Caracas. Hij werkt voor beide ambassades en is de hoogste Nederlandse militaire vertegenwoordiger van de Commandant der Strijdkrachten in deze landen. Venezuela staat op onze zogeheten watchlist en daarom heeft hij een belangrijke sensorfunctie. Savelsbergh is namelijk nog de enige Europese defensieattaché in Venezuela. “Colombia is een partnerland voor Nederland omdat strategische belangen elkaar overlappen. Daarom zijn samenwerken en dit soort oefeningen belangrijk voor beide landen. Hiervoor is ondersteuning nodig van de ambassade in Bogota.”
Infanterie de Marina en Korps Mariniers
De Colombiaanse marine heeft een relatief kleine vloot, kleiner dan de Nederlandse. Het aantal mariniers is daarentegen fors, zij vormen met ruim twintigduizend man de bulk van het personeelsbestand. Het Nederlandse Korps Mariniers telt daarentegen zo’n drieduizend man. Aan Estribo deden ongeveer veertig Colombiaanse mariniers en instructeurs mee. Aan Nederlandse zijde deden zo’n dertig man mee van 3 Troop Marine Squadron Carib, 21 man bootpeloton, drie FRISC’s, het ondersteuningsschip Zr.Ms. Pelikaan (bemanning zeventien personen), tolken en algemeen militair verpleegkundigen.


Andere kijk
“Voorheen werden al operaties met de Colombianen gedraaid om criminaliteit te bestrijden. Ook wordt er informatie gedeeld”, vertelt Savelsbergh. Dat gaat met name over de werkwijzen van drugskartels en smokkelaars waar het Caribisch gebied last van heeft.
Maar nu is hoofdtaak 1 erbij gekomen. Defensie focust zich meer op de bescherming van Nederland en bondgenoten en dat geeft óók een andere kijk op deze regio. “Venezuela heeft banden met China, Iran en Rusland en zou een bedreiging kunnen vormen. Dat is nu niet het geval, maar het zou kunnen”, zegt Savelsbergh. “Dan is het goed om met buurland Colombia te trainen en samen te werken.”
Maar de Nederlanders moeten nog wel de spreekwoordelijke schoolbanken in. Niet vanwege de topografische kennis of iets dergelijks. “We moeten beter Spaans leren spreken”, benadrukt de defensieattaché met een glimlach. Natuurlijk zijn er tolken, maar jezelf goed kunnen uitdrukken in het Spaanse kan deuren openen. “Denk aan de informele gesprekjes. Die zijn hier heel belangrijk.”


Voor herhaling vatbaar
In principe is het de bedoeling om oefening Estribo volgend jaar te herhalen. Maar dan met meer eenheden, denkt Savelsbergh. Verder zullen de Colombianen in 2027 waarschijnlijk meedoen aan Caribbean Lion. Dit is een grote, multinationale marine-oefening in het Caribisch gebied georganiseerd door Nederland. Daar doen ook Amerikanen, Britten, Fransen en Canadezen aan mee. Dit zijn landen die behoren tot het zogeheten Framework for the Western Hemisphere Allied Collaboration (F-WHAC), een samenwerkingsverband dat zich richt op veiligheid en stabiliteit in Latijns-Amerika en de Cariben.
Global partners
Colombia is sinds 2017 een mondiale NAVO-partner en heeft een belangrijke rol in de regio. Ondanks de interne conflicten is het een relatief stabiel land. De democratische instituten functioneren naar behoren. NAVO en Colombia werken samen op vlakken zoals cybersecurity, terrorisme, corruptie en maritieme veiligheid.
Signaal afgeven
“Mocht ons gebied in de Carib ooit worden aangevallen, door wie dan ook, dan is er niet zoiets als een artikel 5 bij de NAVO”, legt Savelsbergh uit. Dit artikel stelt dat een aanval op één een aanval op allen is, dat bondgenoten elkaar helpen. Maar zo’n pact bestaat in het Caribisch gebied dus niet. “Dan ben je aangewezen op je buren. De Fransen, de Amerikanen, Colombia. Maar dat staat nergens zwart op wit. Daarom zijn dit soort oefeningen belangrijk. Samen oefenen geeft een signaal af.”