Ook defensiemusea moeten mogelijk cultuurobjecten teruggeven

Voormalige Nederlandse koloniën kunnen in ons land een claim indienen om kunst die in het verleden is ontvreemd, terug te vragen. Onlangs werden de eerste objecten teruggegeven, en wel aan Indonesië en Sri Lanka. Ook defensiemusea zoals Bronbeek bezitten cultuurobjecten die mogelijk terug moeten naar het land van herkomst.
Tekst: kapitein Jessica Bode | Foto: archief Mediacentrum Defensie

Het gaat hier om objecten die in het verleden door Nederland onrechtmatig zijn verkregen in koloniën van weleer, zoals Nederlands-Indië, Suriname en Nederlands-Nieuw Guinea, maar ook koloniale bezittingen in Afrika en de Amerika’s.

‘Was het een cadeau, of voelde de sultan zich gedwongen?’

Maar het is lastig te zeggen wanneer iets ontvreemd is. “Sommige objecten zijn overduidelijk gestolen. Van andere voorwerpen is dat moeilijker vast te stellen, omdat ze zonder slechte bedoelingen gekocht of verzameld zijn”, verduidelijkt museumdirecteur Pauljac Verhoeven. Denk aan een tinnen kannetje dat een soldaat in 1944 van een slagveld heeft meegenomen om uit te drinken. Of de gouden kris die ooit door een sultan aan een Nederlandse militair is gegeven. “Was het een cadeau, of voelde de sultan zich gedwongen om het af te staan?”

Een houten tafel met daarop twee oude krissen met een houden handvat.
Onder geclaimde kunst verstaan we onder meer schilderijen en beelden, maar ook objecten zoals krissen (zie foto). Foto: Studio 38C.
Een sabel op tafel met een lederen beschermhoes en gouden handvat.
Het sabel van Teuku Umar, geschonken aan luitenant-generaal Vetter.

Niet moeilijk doen

Al in 2021 adviseerde de Raad voor Cultuur om dergelijke cultuurhistorische objecten terug te geven. Eind vorig jaar zijn de eerste geclaimde spullen daadwerkelijk overgedragen. “Nadat een claim is binnengekomen bij de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap doet de beherende instantie waar het object is opgeslagen (meestal een museum), een herkomstonderzoek. Daarbij wordt ook gekeken naar de manier en het moment waarop het geclaimde object zou zijn meegenomen.

"Na een advies van de commissie Koloniale Collecties beslist de minister uiteindelijk over restitutie. Als we het eens zijn, wordt het voorwerp opgestuurd”, legt commandant van Bronbeek kolonel Gerard van Kuijck uit. De kosten van het transport worden door Nederland gedragen.

‘Als we het eens zijn wordt het voorwerp opgestuurd’

Daarbij doet Nederland allerminst moeilijk. “Dat hebben we al lang genoeg gedaan”, benadrukt Verhoeven. “In 1949 zijn er al objecten teruggevraagd en onlangs pas teruggegeven. Dat willen we niet meer. Anders dan bij vorige generaties hebben we minder banden met het kolonialisme. We kijken feitelijker naar de situatie. Dat maakt het makkelijker om objecten terug te geven.”

De voorkant van Museum Bronbeek met wapperende Nederlandse vlag daarvoor en een van de vertrekken met licht parket op de vloer en een geschilderd ‘hemelplafond’.
De voorgevel van Museum Bronbeek en een foto van de een van de vertrekken. Foto: Corné Bastiaansen.

Specificeren

Een claim kan alleen worden ingediend voor specifieke objecten en van Staat tot Staat. Verhoeven: “Ze kunnen dus niet zeggen: ‘Stuur alles maar op wat je hebt’. En het gaat uitsluitend om objecten uit rijkscollecties, zoals bijvoorbeeld het Nationaal Militair Museum, het Wereldmuseum en Rijksmuseum. “Maar het hoeft daar niet per se te staan of te hangen. Het kan ook gaan om voorwerpen in bijvoorbeeld het kantoor van een minister.”

Een close-up van een fonkelende diamant.
Ook het Rijksmuseum doet herkomstonderzoek, zoals naar deze oorlogsbuit: de diamant van sultan Panembahan Adam van Banjarmasin (Zuid-Borneo). In 1859 veroverden Nederlandse troepen met geweld Banjarmasin en hieven eenzijdig het sultanaat op. De ruwe diamant werd naar Nederland gestuurd, waar hij werd geslepen tot een rechthoek van 36 karaat.
Een grijsblauw kanon, rijkelijk opgelegd met goud en versierd met geverfde bloemen.
Of dit Singalese kanon uit 1745. Tijdens een militaire campagne in 1765 maakten de Nederlanders het fraaie kanon buit in Sri Lanka. Ze schonken het aan stadhouder prins Willem V voor diens rariteitenkabinet in Den Haag.

Teugel

Bij Bronbeek ligt momenteel een claim van Indonesië over een specifieke teugel. “Het is een lastig item waarvan we niet direct weten of het is buitgemaakt, of niet”, vertelt kolonel Van Kuijck. Hij verwacht dat het hoort bij een zadel, dat al in 1978 is teruggegeven. “Maar waarom dit toen niet is meegegaan, dat weten we niet.”

Herkomstinfo vinden is soms zoeken naar een speld in een hooiberg

Dankzij de digitalisering is herkomstinformatie soms makkelijker te vinden, maar nog steeds is het soms zoeken naar een speld in een hooiberg. “De meeste informatie staat nog altijd in papieren archieven. Soms alleen in het land van herkomst, zoals in geval van deze teugel. Om meer te weten te komen moeten we naar Indonesië”, legt museumdirecteur Verhoeven uit.

Man kijkt aandachtig naar vitrine vol kunstobjecten in Museum Bronbeek.
Het is lastig vast te stellen of iets ontvreemd is, of niet. Soms kan iets ook zijn geschonken.

Persoonlijk wapen Diponegoro

Het museum deed de afgelopen maanden ook onderzoek naar een sabel in de collectie van Paleis Het Loo, van de beroemde Indonesische verzetsheld prins Diponegoro. De kling maakte hoogstwaarschijnlijk deel uit van zijn persoonlijk wapen, waarmee hij vocht tegen de Nederlandse koloniale overheersing. “Dat is een typisch voorbeeld van een claimwaardig object. We verwachten dat Indonesië het dan ook gaat terugvorderen”, voorspelt Verhoeven. Overigens staan in Museum Bronbeek meer voorwerpen die in theorie onder de teruggaveregeling vallen, maar nog niet zijn geclaimd.

Een schilderij met daarop heel veel Indiërs en een hand vol Nederlandse militairen en de overgave van Diponegoro in wit gewaad.
Dit schilderij van Raden Saleh laat de overgave van verzetsheld Diponegoro aan luitenant-generaal De Kock zien, op 8 maart 1830 in Magalang. Het schilderij was eigendom van het Koninklijk Huisarchief en hing lange tijd in Museum Bronbeek. In 1967 werd het overgedragen aan de regering van Indonesië.

Leegstand

Maar moeten we nu niet bang zijn dat belangrijke Nederlandse musea op den duur leeg komen te staan? “In theorie kunnen grote collecties verdwijnen, maar we verwachten niet dat de voormalige koloniën alles terug willen. Ze moeten de objecten immers ook veilig kunnen opslaan of tentoonstellen”, stelt Verhoeven gerust. Het is overigens aan de landen zelf om te bepalen wat ze met de objecten doen. Dat kan in theorie ook verkopen of vernietigen zijn.

Een staande foto’s van lege vitrinekasten in museum Bronbeek.
Voor lege vitrines hoeven we volgens Paul Verhoeven niet bang te zijn. “In theorie kan het, maar we verwachten niet dat de voormalige koloniën alles maar terug willen.”

‘Het wordt best spannend om te ontdekken wat ze terug willen’

Delegatie

Indonesië is met name geïnteresseerd in cultuurgoederen en objecten die met belangrijke historische figuren te maken hebben. Van het boeddhistische heiligdom Borobudur tot de eerste president van de Republiek Indonesië Soekarno. “Maar van bijvoorbeeld Suriname weten we dat helemaal niet”, benadrukt Verhoeven. “In april gaat er een delegatie heen om daarover te praten. Voor ons wordt het best spannend om te horen wat ze terug willen hebben.”

Hij benadrukt dat er bij Bronbeek nog niet veel claims zijn ingediend. Enerzijds omdat het een relatief nieuw proces is, anderzijds omdat de landen vaak zelf nog niet weten wat ze precies willen. “Maar ze krijgen waar ze recht op hebben.”