Luchtruimbewaking in beweging

x
Leestijd: 6 minuten

Om het Nederlandse luchtruim te bewaken, beschikt de luchtmacht over twee radars. De ene, in Noord-Nederland, kreeg onlangs een koepel over zich heen geplaatst. De ander, die grofweg het zuiden en midden overziet, gaat eind maart na ruim vijf decennia trouwe dienst, met pensioen. “Na 52 jaar waren zelfs de reserve-onderdelen wel op.” Ondertussen is het wachten op de afronding van een vergunningstraject voor een splinternieuwe radar in de Betuwe en de tijdelijke plaatsing van een mobiele radar.
 

Tekst: Michael Simon | Foto’s: sergeant Gregory Fréni

Radome wordt op de radar in Wier geplaatst.
De drieduizend kilo zware Radome wordt op z’n plek getakeld.

In het Noord-Friese Wier is woensdag 17 januari een koepel geplaatst op de Signal Multibeam Acquisition Radar for Targeting, Longrange, ofwel de SMART-L-radar. “Deze radar, nabij de Waddenzee, voldeed niet aan de wettelijke geluidsnorm”, vertelt Patrick Morren, projectleider van COMMIT. “De nabijgelegen dorpskern begint op zo’n 450 meter afstand en de bewoners hadden last van een bromgeluid. Ook werd het beeld van een draaiende radar niet als prettig ervaren. Daarom zijn we gaan kijken naar wat we konden doen en daar kwamen uiteindelijk twee oplossingen uit.”

Patrick Morren, projectleider COMMIT: “De koepel gaat niet ten koste van de werking van de radar.”

‘Een oplossing kwam van een omwonende: schuine vertanding’

Geluidsreductie

Eén daarvan kwam van een omwonende: schuine vertanding. Morren: “De tandwielen van de aandrijving die zorgen dat de radar draait, stonden verticaal op elkaar. Elke keer als die tandjes in elkaar overgaan, maken ze geluid. Als je die aandrijving in een schuine, in plaats van een verticale vertanding zet, dan maakt deze minder geluid.” De geluidsoverschrijding door de radar was zo’n 8 decibel (dB). Het toepassen van schuine vertanding reduceert dat met zo’n 2 tot 5 dB. Het plaatsen van een koepel – een zogeheten Radome van het gelijknamige Noorse bedrijf – over de radar heen, zorgt voor nog eens een reductie van zo’n 8 à 9 dB.

De grote bal beschermt de radar zelf bovendien tegen de elementen. “Maar dat is eigenlijk vooral voor extreme weersomstandigheden, zoals in het Poolgebied of in woestijnen”, geeft Morren aan. “Voor ons is het vooral geluidsdemping.”

Vraag is natuurlijk of de plaatsing van de koepel niet ten koste gaat van de werking van de radar die eronder zit. Morren: “Dat zou niet zo moeten zijn. Het is in ieder geval de eis die we hebben meegegeven aan Thales. Maar om er zeker van te zijn, gaan we de komende maanden testen met onze eigen vliegtuigen. Als die goed verlopen, wordt de radar weer in gebruik genomen en dragen we ‘m vanuit COMMIT over aan de luchtmacht.”

Bliksemafleider voor de radome in Wier.
De bliksemafleider wordt op de bol getakeld
Portretfoto luitenant-kolonel Arjan de Graaff
Luitenant-kolonel Arjan de Graaff bij de radar in Nieuw Milligen. Foto: Michael Simon

Pensioengerechtigde leeftijd

Eigenlijk is de radar bij het Air Operations Control Station al ruim over de houdbaarheidsdatum heen, vertelt luitenant-kolonel Arjan de Graaff, Commandant 710 Luchtgevechtsleidingssquadron. “Gemiddeld gaat een radar zo’n twintig jaar mee en dat kun je, na uitvoering van een moderniseringstraject, eventueel nog verlengen met eenzelfde periode. Maar dat is wel de max.”

Met 52 dienstjaren zit de radar in Nieuw-Milligen dus ruimschoots aan de pensioengerechtigde leeftijd. “31 maart 2024 is de laatste dag dat hij dienstdoet”, vervolgt De Graaff. “Daarna gaat de stekker er echt uit. Hij is echt op, ook de reserve-onderdelen raken op.”

De radome wordt geplaatst over de radar in Wier.
Dankzij de kabels onder de Radome kunnen medewerkers de bol precies over de radar sturen.

‘Dat de radar na vijf decennia nog steeds functioneert, is dankzij de vakidioten die hier werken’

Oude Dame

Dat er na zo’n lange tijd afscheid genomen wordt van de radar in Nieuw Milligen doet wat met de medewerkers. “Vakidioten”, noemt De Graaff hen met de grootst mogelijke egards. Daarvan is geen woord gelogen, blijkt bij de radar zelf. Daar geeft sergeant-majoor Christiaan Goddaer – al decennialang verantwoordelijk voor het onderhoud ervan – een rondleiding. Vol overgave laat hij alles zien wat bij zijn ‘dame’ hoort: van de machinekamer tot aan de radar zelf. “Ik ga echt elke dag met plezier naar m’n werk en kan de hele dag wel praten over wat ik doe, maar dan wordt het al snel te technisch”, zegt hij. 31 maart komt dichtbij en het zal een emotioneel moment worden voor de twaalf medewerkers van de radar, vertelt De Graaff. “Maar het is ook wel goed dat er eindelijk duidelijkheid is. Ze krijgen al jaren te horen dat de radar op een bepaald moment uitgaat, en dan weer op een ander moment. Dat is niet prettig.”

‘Voor de werknemers is de sluiting niet leuk, maar het is wel prettig dat er eindelijk duidelijkheid is’

Tijdelijke radar

Eén van de reden van het continue uitstellen, was de reparatie aan de radar in het Friese Wier en het nog lopende vergunningstraject voor een nieuwe radar in Herwijnen. In Wier is inmiddels een dome over de radar geplaatst en daar worden nu testen uitgevoerd. De verwachting is dat deze aan het eind van het eerste kwartaal weer operationeel in gebruik kan worden genomen. Tijdens de werkzaamheden aan de radar in het noorden, als deze buiten bedrijf is, maakt Defensie gebruik van een Deployable Air Defence Radar (DADR) van de NAVO. Deze staat op Vliegbasis Leeuwarden en is een aanvulling op de radardekking in het noorden.

De Graaff: “Ook kunnen we deels terugvallen op sensoren van onze ooster- en zuiderburen. Maar dat is puur ter aanvulling en het geeft niet wat je echt nodig hebt. Daarbij hebben wij natuurlijk geen zeggenschap over wanneer Duitsland of België hun radars uitzetten voor onderhoud, bijvoorbeeld. Dat is niet ideaal.”

Tijdelijke oplossing

Als de radar in Wier weer aangaat, is het noorden van Nederland weer volledig ‘gedekt’. Voor het zuidelijke luchtruim is het dus wachten op de vergunning in Herwijnen. De Graaff: “Ik durf niet te zeggen wanneer dat rond is, maar met de huidige planning is het de verwachting dat eind 2026 de tweede radar operationeel kan zijn.”

Tot die tijd komt eerst de Deployable Air Defence Radar (DADR) naar Nieuw-Milligen om daar dienst te doen. Deze is echter geleend van de NAVO. “En die moet een keer terug naar Italië, dus daarom heeft Defensie een mobiele radar gekocht. Die moet voor de radardekking in het zuiden zorgen tot Herwijnen klaar is”, legt De Graaff uit. “Ik verwacht dat die dit jaar opgeleverd wordt en dan kan de DADR weer terug naar de NAVO.”