Tekst kapitein Bianca Brasser
Foto Melanie Becker

Airfieldmanager in Geilenkirchen

x
Leestijd: 4 minuten

Ver buiten de landsgrenzen, bij een ander krijgsmachtdeel, een overheidsinstelling of in het bedrijfsleven: luchtmachters zetten zich overal in voor Defensie. In deze rubriek vertellen zij over hun bijzondere plaatsing.

Wie: Sergeant-majoor Martijn Hendriks

Functie: Airfieldmanager, special vehicles runway operations

Standplaats: Geilenkirchen, Duitsland

Een ‘echt goede’ sneeuwbui, daar kijkt hij naar uit. Een laag van drie, vier centimeter. Want dan krijgt sergeant-majoor Martijn Hendriks een beeld hoe zo’n pak sneeuw wordt weggewerkt op de NAVO-vliegbasis in het Duitse Geilenkirchen. “Het is hier vier keer zo groot als Vliegbasis Eindhoven. Hoe pakken ze dat aan? En waar gaat alle sneeuw naartoe?”

Hendriks is sinds het voorjaar airfieldmanager op Geilenkirchen. Na 22 jaar zei hij zijn Nederlandse collega’s op Vliegbasis Eindhoven gedag om leiding te geven aan achttien Duitse collega’s. Samen met hen zorgt Hendriks ervoor dat vliegtuigen veilig kunnen landen. Rommel, ijzel of sneeuw op de baan? Met hulp van schuivers, strooi- blaas- en veegvoertuigen worden de landingsbanen en taxitracks weer begaanbaar.

De NAVO-vliegbasis Geilenkirchen is de thuisbasis van AWACS' (airborne warning and control system). Deze radarobservatie-vliegtuigen bewaken het Europese luchtruim. Verder staan er enkele Amerikaanse tankers op de vliegbasis. 

‘De hele dag achter de computer is niks voor mij’

Binnen versus buiten

“Als afdelingshoofd ben ik meer met personeelsdingen bezig dan met het actief reinigen van de baan”, vat Hendriks zijn functie samen. “Ik maak planningen en los problemen op, zoals kapotte voertuigen.” Zo’n tachtig procent van de tijd zit Hendriks achter de computer, maar de overige tijd besteedt hij graag buiten.

“De nachtploeg zorgt ervoor dat de banen schoon zijn, de volgende dag worden deze geïnspecteerd. Bij te weinig capaciteit in mijn team doe ik de inspectie en geef ik de banen vrij. De hele dag achter de computer is niks voor mij, ik wil daar zijn waar het werk gedaan wordt. Als de verkeerstoren overdag een melding maakt dat er iets op de baan ligt, ga ik graag ook zelf even kijken.”

De functie afdelingshoofd brengt wat computerwerk met zich mee. Maar waar het kan en nodig is, is Hendriks graag op de baan.

Cursus

Om meer te leren over het werk op de baan staat er voor Hendriks binnenkort een cursus op het programma. Met name gericht op werkzaamheden bij koude weersomstandigheden. “Ik ben hier nieuw en heb geen ervaring met dit werk. Gelukkig heb ik mensen onder mij die precies weten wat ze doen. Maar ik wil het ook graag leren. Wat moet ik wanneer strooien? Wanneer is een baan te glad? Ik vind dat interessant. Het is ook praktisch als ik gecertificeerd ben. Mocht het nodig zijn, dan kan ik invallen.”

‘De Duitse beleefdheid hoeft van mij niet’

Leidinggeven

Voor de Duisters is de betrokkenheid van hun chef wel even wennen, stelt Hendriks. Net als zijn manier van leidinggeven. “Ik wil graag dicht bij de werkvloer staan”, zegt hij. Letterlijk door op de baan te zijn, maar ook door de hiërarchie te doorbreken. “Mijn voorganger had een eigen parkeerplaats voor de deur. Van dit soort onderscheid houd ik niet. Ook de Duitse beleefdheid hoeft van mij niet. Gelukkig spreekt iedereen mij inmiddels bij mijn voornaam aan.”

‘Eigen verantwoordelijkheid’, is nog zo’n punt waarop Hendriks als Nederlander een andere kijk lijkt te hebben dan zijn Duitse collega’s. “De ene shiftleader wil op een zomerdag alleen een blaasfunctie gebruiken om de baan schoon te krijgen. De ander zegt dat een bezem nodig is. Ik ga daar geen knoop over doorhakken: zij mogen gebruiken wat ze willen. Als de baan maar schoon is. En dat blijkt vanzelf uit de ochtendinspectie. Deze manier van leidinggeven is nieuw voor ze. Zij waren gewend dat een chef precies zegt: ‘Jij moet het zo en zo doen.’”

Met hulp van zo’n zeventien voertuigen zorgen Hendriks en zijn team ervoor dat de banen op Geilenkirchen schoon zijn.

‘Mijn vrouw noemt mij een halve Duitser’

Halve Duitser

Als enige niet-Duitser in het squadron besloot Hendriks ook Duits te praten. “Ik had mij voorbereid op een Engelstalige functie. Ik had zelfs nog een Engelse test gedaan. Maar met achttien Duitsers is Duits de voertaal.” Gelukkig gaat het de geboren Limburger goed af. “Ik kom uit de regio. Ik groeide op met Duitse televisie en radio. Maar in het begin was het wel even wennen hoor. Zeker als mensen net zo snel Duits praten als ik Nederlands. En dat is snel.” Een opfriscursus biedt uitkomst. “Inmiddels gebruik ik thuis Duitse woorden tussen het Nederlands door. Mijn vrouw noemt mij een halve Duitser.”

‘Thuis’ is niet ver van Geilenkirchen. In 2016 kocht Hendriks namelijk al een stuk grond in het Duitse Süsterseel en bouwde daar zijn droomhuis. “Ik reed elke dag naar Vliegbasis Eindhoven; ruim een uur heen en terug. Nu zit ik een stuk dichter bij mijn werk. Heerlijk als ik ’s morgens op de radio de fileberichtgeving rondom Eindhoven hoor.”

De functie van airfieldmanager op Geilenkirchen is voor tenminste drie jaar. Hendriks hoopt bij te tekenen voor zeker zeven jaar.

Hendriks begon zijn loopbaan bij Defensie in 1995 als specialist Vlieg Veiligheids Uitrusting (VVU) op Vliegbasis Woensdrecht. In 2000 ging hij naar Vliegbasis Eindhoven waar hij geplaatst werd op diverse functies. Zijn laatste functie daar was platformmanager bij de vorig jaar opgerichte afdeling planning en platformmanagement van 940 Squadron.