Foto Mediacentrum Defensie

Admiraal Arie Jan de Waard neemt afscheid

Na acht jaar bezielende leiding aan DMO en COMMIT zwaait viceadmiraal Arie Jan de Waard nu af. “De tijd van mopperen ligt echt achter ons.”

Het is een vreemde gewaarwording, vindt hij, 41 jaar nadat – toen – spijkerbroek Arie Jan de Waard voor de poort van het Koninklijk Instituut Marine in Den Helder stond, neemt hij per 1 oktober afscheid van de krijgsmacht. De vice-admiraal geeft het commando van COMMIT over aan zijn opvolger. “Ik heb het met alle energie en passie gedaan, die ik nog steeds elke dag voel. Tegelijk weet ik dat het eindig is en dat er ook weer nieuwe uitdagingen voor de deur staan. COMMIT staat als organisatie nu in haar kracht en dan wordt het tijd om los te laten. Ik ben daar klaar voor.”

De admiraal blikt terug. De Waard maakte in 2015 de overstap van hoofddirecteur Bedrijfsvoering op de Bestuursstaf naar directeur DMO. Wat hij aantrof? “Sinds 1989 waren we kampioen bezuinigen op Defensie. Mijn aantreden als directeur DMO was in het staartje van de laatste magere jaren van de krijgsmacht. In die periode hebben we enorm ingeteerd op ons eigen middelen, onze reserves en ons voortzettingsvermogen.”

Vice-admiraal Arie Jan de Waard gaat vooral het contact en de gesprekken met medewerkers missen.

‘Zeg tegen ons dat iets niet kan en wij gaan het toch fixen’

Magere jaren

Gevechtstanks weg, maritieme patrouillevliegtuigen weg, inkrimpen van de krijgsmacht: “Er zijn lastige keuzes gemaakt.” Daarbij probeerden we in die jaren toch zoveel als mogelijk alles overeind te houden. Onze can-do-mentaliteit was daar debet aan. Zeg tegen ons dat iets niet kan en wij gaan het toch fixen. “Can-do is overigens geen verkeerde eigenschap”, benadrukt De Waard. “In tijden van spanning en crises weerstand bieden, koste wat kost overeind blijven is iets wat de krijgsmacht in haar DNA moeten hebben. Maar er zit ook een grens aan: die was in die magere jaren bereikt. Van de DMO was slechts een façade over. Je kan het vergelijken met een bordkartonnen decor dat aan de voorkant de schijn ophoudt. Maar als je achter de coulissen keek zag je een uitgewoonde organisatie. In zichzelf gekeerd, met veel achterstallig onderhoud en mensen die door de vele bezuinigingen en inkrimpingen murw waren geslagen. Daar konden de mensen in die tijd niets aan doen. Het waren de omstandigheden die hieraan debet waren. In 2015 werden de eerste tekenen van een trendbreuk zichtbaar. Voor het eerst sinds jaren werd er weer voorzichtig geïnvesteerd in de krijgsmacht. Mijn voorganger, vice-admiraal Matthieu Borsboom, heeft in het jaar dat hij directeur is geweest het voortouw genomen om het tij ook te keren bij DMO. Ik heb daar op voort gebouwd”.

De overdracht van vice-admiraal Borsboom aan de nieuwe directeur De Waard in 2015. ‘Hij heeft het voortouw genomen om het tij te keren bij DMO’.

Loopbaan in vogelvlucht

Vice-admiraal Arie Jan de Waard (1961) begon zijn militaire carrière in 1982 aan het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder. Als officier van de technische dienst vervulde hij daarna varende functies op Hr. Ms. Tromp en Hr. Ms. Jacob van Heemskerck. In 1995 werd hij projectleider van een reorganisatie bij de toenmalige Rijkswerf.

Aansluitend was De Waard hoofd technische dienst op Hr. Ms. Van Nes en werkte hij in verschillende functies op de Defensiestaf. In 2012 werd hij plaatsvervangend directeur Aansturen Operationele Gereedstelling en in 2014 hoofddirecteur Bedrijfsvoering. Naast zijn Defensiewerk is De Waard onder meer voorzitter van de Stichting Sail Amsterdam.

‘Als de processen bij ons niet soepel verlopen gebeurt er niets’

Tijdens de Defensiebeurs DSEI in Londen bezocht vice-admiraal Arie Jan de Waard samen met staatssecretaris Christophe van der Maat diverse leveranciers, zoals hier Rheinmetall (foto Phil Nijhuis)

Van gevoelig naar groei

De Waard is geen man van de zachte heelmeesters. Samen met vele DMO-ers ging hij in zijn eerste jaar aan de slag. Een nieuwe visie werd de stip horizon. “De missie, dat waar DMO voor staat, werd geformuleerd. En de strategie, anders gezegd ‘het spoorboekje’ om bij de stip op de horizon te komen, werd op papier gezet. Dat vertrekpunt heeft DMO in al die jaren geholpen om stapje voor stapje steeds beter te worden. Met een groeiend budget voor Defensie was dat ook mogelijk. De focus op het realisatievermogen van DMO stond met stip op de eerste plaats. Zoals De Waard het verwoordt: “je kunt investeren in nieuw materieel en IT voor onze krijgsmacht, maar als de processen binnen onze muren niet soepel verlopen en er niet daadwerkelijk spullen gekocht worden, dan gebeurt er nog steeds niets.”

Een aantal hoogtepunten uit de periode-De Waard: De aanschaf van de F-35, de modernisering van de CV90, de AH-64 Apache en het toekomstige Combat Support Ship.

Het versnellen van het voorzien-in-proces en sociale en technologische innovatie zijn de speerpunten op de strategische kaart. En het resultaat is ernaar. Gevraagd naar de hoogtepunten kan De Waard er talloze opnoemen. Van de modernisering van de AH-64 Apache gevechtshelikopters en het infanterie gevechtsvoertuig CV90 tot het nieuwe Combat Support Ship Zr.Ms. Den Helder en het contract voor de nieuwe fregatten. Mijlpaal is misschien wel de verwerving van de F-35, de vliegende laptop die de luchtmacht sinds 2019 tot het arsenaal rekent. “Toen ik aantrad was het een ingewikkeld project met tal van gevoeligheden. Kist nummer 35 staat nu op aflevering en we groeien door naar 52 stuks.”

De verhuizing van de ‘Freek’ naar de KHK was een hoofdpijndossier

Scherper

Uiteraard overheerst de trots bij admiraal De Waard. Toch was het niet allemaal hosanna en gemakkelijk. De verhuizing van de Haagse Frederikkazerne naar de Kromhout in Utrecht vormde in 2016 en 2017 een hoofdpijndossier. Het verbeteren van de munitieketen was een uitdagend proces. Het samenvoegen van de beide IT-bedrijven binnen DMO tot één Joint IV-commando (JIVC) was spannend. Toch zijn ook in al deze weerbarstige dossiers grote stappen gemaakt. .

Een model van de eerste Belgisch-Nederlandse mijnenjager, de Oostende, trekt de aandacht van vice-admiraal De Waard.

Naadloos

“De scherpte is dan ook volledig terug”, concludeert De Waard Zo vroegen we begin 2021 in 100 goede gesprekken aan interne en externe stakeholders waar we ons nog verder in konden verbeteren. Duidelijk werd dat we ons duidelijker konden positioneren als het kennisdomein voor IT en materieel, IT en materieel beter moesten integreren en nog meer konden inzetten op de ontwikkeling van ons personeel.” Daarmee zijn we aan de slag gegaan. Op het stevige fundament wat er lag zijn de lijnen voor de doorontwikkeling in de komende jaren vastgelegd.

‘Met commando wordt onderstreept dat deze organisatie klaar staat voor onze militairen’

Daarin ziet De Waard misschien nog wel de grootste noodzaak in de naadloze verbinding tussen IT en materieel. “Neem de F35, de vliegende laptop. Als dat jachtvliegtuig niet naadloos via de IT-systemen kan communiceren met land en zeesystemen en informatie snel kan uitwisselen, stop dan maar met dat informatiegestuurd optreden”.

Daarmee zijn we aan de slag gegaan. Op het stevige fundament wat er lag zijn de lijnen voor de doorontwikkeling in de komende jaren vastgelegd. Daarin ziet De Waard misschien nog wel de grootste noodzaak in de naadloze verbinding tussen IT en materieel. “Neem de F35, de vliegende laptop. Als dat jachtvliegtuig niet naadloos via de IT-systemen kan communiceren met land en zeesystemen en informatie snel kan uitwisselen, stop dan maar met dat informatiegestuurd optreden”.

Op zijn afscheidstournee langs de bedrijven kwam de C-COMMIT onder meer langs het munitiebedrijf.

Dit was ook een belangrijke reden voor de verandering van de naam DMO. Sinds april 2023 heet de DMO voortaan Commando Materieel & IT, afgekort COMMIT. “Dit is de apotheose van de professionaliseringsslag van de afgelopen jaren. Met commando wordt onderstreept dat deze organisatie klaar staat voor het scherpe eind van de krijgsmacht: de militairen. Materieel en IT in de naam laat zien dat je deze niet los van elkaar kunt zien.”

Niet materieel, maar mensen

De Waard spreekt continu zijn waardering uit voor de medewerkers van COMMIT. “Natuurlijk hebben we nu ook de wind in de rug. Het belang van Defensie staat als een paal boven water. De tijd van bezuinigen en zurigheid ligt echt achter ons. Mooi ook dat onze mensen het geld dat er is echt hebben kunnen omzetten in middelen. De krijgsmacht wordt echt vernieuwd. Als je de lijst bekijkt van wat we de afgelopen acht jaar hebben gerealiseerd, is dat indrukwekkend. Ik ben echt heel trots op de mensen van COMMIT die dat voor elkaar hebben gekregen.”

‘We gaan aan de slag om de organisatie elk dag een beetje beter te maken’

‘Ik leg de lat hoog en houd eraan vast’

In de wandelgangen wordt hij geroemd om zijn dossierkennis (“er zit veel in het hoofd”) en vasthoudendheid. Tegelijkertijd is De Waard ‘niet altijd de makkelijkste’. “Zeker niet”, reageert hij direct. “Ik leg de lat hoog en houd eraan vast. Ik wil niet samen een stip op de horizon zetten en een strategie bedenken om daar te komen en die vervolgens in de bureaulade leggen. Nee, we gaan aan de slag om de organisatie elk dag een beetje beter te maken. Ik houd mijn ogen strak op het doel. Dat is soms trekken en duwen. Het maakt ook dat COMMIT’ers zo nu en dan hard moeten lopen. Maar door het samen te doen, hebben we ook bereikt waar we nu staan. Daar kunnen we met recht ontzettend trots op zijn.”

Op oefenterrein Älvdalen in Zweden bij de artillerie in 2018.

Uitrusten

Ondertussen staat de opvolger van De Waard, vice-admiraal Jan Willem Hartman te trappelen om te beginnen. “Ik laat de organisatie in goede handen achter. Hij heeft een goede inwerkperiode achter de rug binnen en buiten COMMIT. Samen met wat hij vanuit zijn persoonlijkheid en ervaring brengt, is de nieuwe commandant klaar voor ‘het diepe’.” Op de vraag of De Waard hem nog iets op het hart wil drukken: “nee hoor, zoals gezegd, hij is er klaar voor en gaat het vast goed doen. Op zijn manier natuurlijk, maar ik weet ook van hem dat hij de ingezette koers gaat vervolgen.

‘Vice-admiraal Hartman gaat het op zijn manier doen, maar ik weet ook van hem dat hij de ingezette koers gaat vervolgen.’

“Voor mij is de cirkel ook rond: de organisatie staat er weer goed voor en er staan nieuwe uitdagingen voor de deur. Het is goed om iets anders te gaan doen.” Wat hij het meest gaat missen? De vraag raakt hem zichtbaar. “De mensen…mijn staf, de directe collega’s: je ziet ze dagelijks, straks bijna niet meer. Dat zal vreemd zijn.”

Na 1 oktober is De Waard na 41 jaar weer volledig de eigenaar van zijn eigen agenda. Dat gaat hij zeer koesteren. Op de vraag wat hij gaat doen, hoeft hij amper na te denken. “Eerst wat uitrusten, meer aandacht geven aan mijn rol als voorzitter van Stichting SAIL Amsterdam en lid van de Raad van Toezicht van het Scheepvaartmuseum. En dan de tijd nemen om te bepalen wat ik nog meer ga doen. Ik kijk er zeer naar uit”.

De burger Arie Jan de Waard gaat zich na zijn vertrek bij Defensie verder inzetten voor Sail Amsterdam, het evenement dat voor augustus 2025 op de agenda staat. (foto Paul Tolenaar)