04

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 01

‘Onze inzet was op dat moment echt 1.000 procent’

Hoe handel je als marechaussee in het heetst van de strijd? In deze rubriek vertellen collega’s over een bijzonder moment tijdens de dienst. Een moment waarbij het er echt op aankomt.

Opperwachtmeester Kris en (toentertijd) wachtmeester-1 Nick stuiten in de middag van 28 november 2021 op een ernstig verkeersongeluk. Samen met 6 andere collega’s zijn ze op weg naar het politiebureau in Arnhem als ze op de A325 een enorme ravage zien. Een bestelwagen is achterop een personenauto gereden. 2 volwassenen en een meisje komen daarbij uiteindelijk om het leven, een jongetje overleeft het ongeluk. Afgelopen november ontving de groep een groepsdraagspeld in brons vanwege het doortastend handelen bij een zeer zwaar ongeval.

Hoe zag die dag eruit voor jullie?

Kris: “We hadden een geplande inzet. Er was een uitvraag gedaan door de politie Gelderland om te ondersteunen bij een demonstratie tegen de coronamaatregelen in Nijmegen. Met onze samengestelde groep van de Bijstandseenheid stonden we de hele dag bij een toegangsweg naar de stad. Samen met collega’s van de politie voerden we daar een soort toegangscontrole uit om bezoekers met verkeerde bedoelingen er vooraf uit te filteren. Die inzet duurde tot ongeveer 16.00 uur. Toen kregen we het bericht van de sectiecommandant dat wij als groep naar het politiebureau in Arnhem konden gaan om onszelf daar op te warmen en een warme hap te nuttigen. Tenminste, dat was het idee.”

Met de nadruk op was…

Kris: “We reden over de A325, de autosnelweg tussen Nijmegen en Arnhem. Als groepscommandant zat ik voorin het voertuig, naast de chauffeur. Op een gegeven moment zagen we dat op de andere rijbaan 2 auto’s richting een pilaar van een viaduct stonden. Ik dacht eigenlijk meteen: dit is een zware aanrijding geweest, mogelijk met ernstig letsel. Met die mindset zijn we met spoed ter plaatse gegaan. De 4 collega’s achterin gaf ik opdracht om zich gereed te maken, de 2 andere collega’s zouden zich met het stukje verkeersveiligheid gaan bezighouden.”

Witte bestelbus die in een witte personenauto is ingereden.
De plek van het ongeluk. Foto: Persbureau Heitink.

Hoe was de sfeer op dat moment achterin de bus?

Nick: “We hadden de hele dag buiten in de open lucht gestaan. Het was koud, we hadden trek en waren moe. We kregen de call om te ontspannen, dus dat deden we op dat moment. Maar toen we Kris in gesprek hoorden met de meldkamer, wisten we direct dat het serieus was. Dan is het een kwestie van je spullen zoeken en je zo snel mogelijk klaarmaken. Je maakt afspraken over wie wat oppakt en praat elkaar moed en motivatie in. Zodra de deuren van de bus opengaan, moet je er klaar voor zijn.”

‘Je praat elkaar moed en motivatie in’

Wat troffen jullie vervolgens aan?

Nick: “Het eerste wat we hoorden was een hoop geschreeuw, dus je krijgt een enorme adrenalineboost. We zijn met z’n allen de auto uitgesprint. Omdat we een samengestelde eenheid vormden en niet alle collega’s elkaar kenden, wisten we niet van elkaar hoe iedereen zou reageren in stressvolle situaties. Juist door de trainingen die we allemaal hebben gevolgd, merkte je wel dat ieder individu hetzelfde handelde.”

Kris: “Al snel kwam ook de eerste ambulance ter plaatse. We maakten een gezamenlijk plan en de opdracht was helder: alle inzittenden zo snel mogelijk bevrijden uit het aangereden voertuig. De 2 volwassenen bleken te zijn overleden. Collega’s hebben het jongetje dat achterin zat uit de auto weten te krijgen. Hij is gelijk de ambulance in gegaan. Ondertussen stroomde de politie van alle kanten toe en de traumaheli’s landden midden op de snelweg. Een grote, georganiseerde chaos.

Nick en ik hebben het meisje daarna samen losgemaakt. Zij was er slecht aan toe. Ik heb mezelf vervolgens uit dat autowrak geworsteld. Inmiddels waren er nog eens 8 collega’s, die ook in de buurt waren, ter plaatse gekomen. Evenals onze verbindelaars. Uiteindelijk liepen we met 20 collega’s rond, samen met vele anderen. We waren in totaal met misschien wel zo’n 100 mensen bezig. Ik denk dat we ongeveer een half uur tot 3 kwartier op de plek van de aanrijding zijn geweest.”

Hoe handel je op zo’n moment?

Nick: “Je handelt volgens de procedures die je zijn aangeleerd. Toen ik op een gegeven moment bezig was met de reanimatie van het meisje, tikte Kris op mijn schouder. Op dat moment keek ik pas omhoog. Ik had helemaal niet meegekregen hoeveel hulpdiensten er ter plaatse waren gekomen. Ik wist even niet meer wat voor of achter was. Het incident bleek zo groot. Daar schrok ik eigenlijk van.”

Groep hulpverleners met daarachter twee ambulances.
‘We waren met misschien wel zo’n 100 mensen bezig.’ Foto: Persbureau Heitink.

Vervolgens krijgen jullie te horen dat er voldoende hulpdiensten zijn die het werk kunnen overnemen en je de locatie kan verlaten. En dan?

Nick: “Eenmaal terug in de bus zakt de adrenaline en kijk je door de geblindeerde ramen naar buiten. Op dat moment wil je eigenlijk vertrekken, maar ons voertuig kon niet direct weg omdat er een file was ontstaan en het ongeluk de weg blokkeerde. Die periode duurde voor mijn gevoel langer dan het incident zelf.”

Kris: “We gingen alsnog naar het hoofdbureau in Arnhem om de warme hap te nuttigen, een rit van ongeveer 15 minuten. Normaal is de sfeer in zo’n bus levendig. Er wordt bijna altijd lol gemaakt. Nu was het stil.”

Nick: “Na de debriefing op het politiebureau gingen we met de bus naar de kazerne in Schaarsbergen. Iedereen die dat wilde, bleef intern slapen. Een groot gedeelte van de club heeft dat gedaan. Daar werd al duidelijk dat het niet met iedereen even goed ging. Onder het uniform ben je toch allemaal mens.”

‘Onder het uniform ben je toch allemaal mens’

Hoe hebben jullie de dagen na het incident beleefd?

Kris: “De volgende dag belde ik de hele groep af omdat ik wilde weten hoe het met iedereen ging. Toen ik alle 7 collega’s had gesproken, wist ik: hier moeten we wat mee. Ik zocht contact met de Collegiale Ondersteuningsgroep en heb aangegeven dat we, ondanks de toen geldende coronamaatregelen, een fysiek gesprek met elkaar nodig hadden. Tijdens dat gesprek bleek dat we het ongeluk allemaal anders hadden ervaren.”

Nick: “Bij mij knapte het toen Kris en ik telefonisch contact hadden. Zelf ben ik 2 weken thuis gebleven vanwege de grote impact die de inzet had. Ik heb veel last gehad van het feit dat ik niet meekreeg wat er om mij heen gebeurde.”

Kris: “Ik heb zelf ook wat extra gesprekken gevoerd met een collega van de Collegiale Ondersteuningsgroep. Dat ervaarde ik als prettig. Wat ik heel confronterend vond, is dat ik met kerst m’n nichtje weer zag. Zij leek enorm op dat meisje in die auto. Hetzelfde haar, dezelfde leeftijd.”

Acht groepsdraagspelden in brons op een donkerblauw kussentje.
De marechaussees ontvingen een groepsdraagspeld in brons.

‘Het knapte toen we telefonisch contact hadden’

Hoe was het voor jullie om de waarderingsspeld te ontvangen?

Kris: “Wij zijn als groep van de Bijstandseenheid voorgedragen. Dat is uiteraard een mooi gebaar, maar daardoor lijkt het net of we het alleen hebben gedaan. En dat is zeer zeker niet zo. Er zijn 8 spelden uitgereikt, maar alle 100 aanwezige hulpverleners verdienen eigenlijk een onderscheiding.”

Nick: “Het is mooi dat de organisatie een bepaalde erkenning geeft voor je werkzaamheden en daden, maar er zijn ook slachtoffers gevallen. Dat voelt dubbel.”

Kris: “Uiteindelijk ben ik de waarderingsspeld gaan zien als symbool voor onze inzet. En die is op dat moment echt 1.000 procent geweest.”

Ben of ken jij een collega die iets bijzonders heeft meegemaakt tijdens de dienst? Een moment waarbij ‘ het erop aankwam’? Laat het ons weten via kmarmagazine@mindef.nl

Tekst: Nico Schinkelshoek | Foto’s: Persbureau Heitink en archief Mediacentrum Defensie