04

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 08

‘Vliegensvlugge ontwikkeling vormt reële dreiging’

Tekst Michael Simon
Foto Koninklijke Marine

Koninklijke Marine wapent zich tegen drones

De dreiging van onbemande systemen zoals gewapende drones komt voor schepen vanuit de lucht, vanaf het water en van onderwater. Om daar een antwoord op te hebben, vonden begin oktober oefeningen plaats vanaf Zr.Ms. De Zeven Provinciën. “Drones bestrijden in een maritieme setting is een hele nieuwe uitdaging.”

Luitenant ter zee 1 Joep (39) is werkzaam bij het Maritime Warfare Centre. Bij zijn sectie Doctrine & Tactieken worden onder andere procedures opgezet en uitgerold om aanvallen met drones op schepen tegen te gaan. “Het is natuurlijk al langer gaande, maar de oorlog in Oekraïne heeft nog eens extra laten zien dat kleine vliegende en varende systemen een forse bedreiging kunnen vormen voor onze schepen. En waar dat voorheen met name bij de kustgebieden was, kunnen ze tegenwoordig steeds verder vliegen en varen. Daarom brengen we de dreigingen in kaart en kijken we welke capaciteiten onze schepen nodig hebben om zich te verdedigen tegen dit gevaar.”

‘Het gevaar van drones speelt niet langer alleen bij kustgebieden’

Luitenant ter zee 2 (TD) Shawn (27) leidt bemanningsleden op en coördineert als leidinggevende het drone-vliegen. “Ik houd me al sinds 2015 bezig met drones en zie hoe snel de ontwikkelingen gaan. De aanvalsdrones waar wij momenteel mee werken die we niet terug willen laten vliegen (zogenoemde ‘kamikazedrones’, red.) kunnen al tot zo’n 10 kilometer ver opereren. Er gaat veel dreiging van uit en daarom zie je dat er internationaal veel geïnvesteerd en geïnnoveerd wordt in de techniek van drones.”

“Drones kunnen al tot zo’n 10 kilometer ver opereren.”

Landsystemen aan boord

Dit alles vraagt om de nodige aanpassingen, legt Joep uit. “Onze scheepsensoren zijn gebouwd om inkomende raketten te detecteren. Ze zijn niet optimaal uitgerust om kleinere systemen als drones waar te nemen. Daarom zijn we met andere systemen aan de slag gegaan; 3 typen om precies te zijn. Eén is een C7 met vuurleiding, waar je heel nauwkeurig mee kunt schieten. De tweede is een jammer waarmee je het communicatiekanaal en het GPS-kanaal van een drone verstoort. Het derde is een radiosysteem met een antenne. Die detecteert het communicatiekanaal tussen de drone en de operator en kan daar vervolgens op inbreken.”

‘Een schip is van metaal en hangt vol met sensoren; drones hebben daar last van’

De verdedigingssystemen zijn oorspronkelijk voor op land bedoeld. “Een maritieme setting vormt wel een grotere uitdaging”, zegt Joep. “Een schip beweegt, hangt vol met sensoren en het waait vaak harder op zee. We kijken nu hoe goed deze systemen functioneren aan boord en of ze bijvoorbeeld geen scheepssystemen verstoren of andersom.” 

Alhoewel de oefening aan boord van een marineschip is en het doel is om juist schepen weerbaar te maken tegen de dreiging van drones, is er toch sprake van multidisciplinaire samenwerking, legt Joep uit. “Ik leen systemen en mankracht van de luchtmacht en de sectie Force Protection van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) van de marechaussee heeft luchtvaartwaarnemingspullen en ook personeel geleverd. De BSB’ers werken samen met instructeurs van het Joint Kenniscentrum Schieten van de landmacht en mensen van het Mariniers Opleidingscentrum.”

“Met de C7 met vuurleiding kun je heel nauwkeurig op drones schieten”

Bemanning klaarstomen

Het idee is om de verdedigingssystemen te testen én om bemanningsleden van De Zeven Provinciën ermee te leren werken. Joep: “We hebben een oproep gedaan en verschillende matrozen en korporaals hebben zich gemeld. Hen hebben we opgeleid binnen de verschillende disciplines. Want om te testen hebben we natuurlijk naast counter Unmanned Aerial Systems-maatregelen ook target drones nodig. Ook die worden door de bemanning bestuurd; daar hebben ze een civiele opleiding voor gehad en ermee geoefend op land en op zee. Voor de anti-drone systemen zijn mensen hier aan boord opgeleid door de instructeurs die mee zijn.” Eén van die bemanningsleden is korporaal LDGB Myron (28). Ook hij verwijst naar de oorlog in Oekraïne. “Je ontkomt er niet meer aan, dat blijkt wel. Ik snap goed dat de marine zich met deze ontwikkelingen bezighoudt. Dus toen de oproep kwam, heb ik me aangemeld.”

De huidige dronepiloten hadden 3 weken terug nog geen enkele ervaring.

‘Je kunt mensen vrij snel opleiden tot dronepiloot; dat is gelijk ook het gevaar’

Luitenant ter zee 2 Shawn: “We hebben binnen de bemanning mensen geselecteerd en dat deden we vooral op enthousiasme. Niemand had 3 weken geleden ooit met een drone gevlogen. Dat is tegelijkertijd ook het gevaar anno nu: je kunt mensen vrij snel opleiden tot dronepiloot.” 
Het toont meteen het belang aan van een gedegen strategie tegen drones. Shawn: “De ontwikkeling gaat heel snel en het gebruik ervan neemt enorm toe. Je ziet het in Oekraïne. Dat land roept burgers op al hun drones en onderdelen op te sturen. Dan worden er vervolgens aanvalswapens van gemaakt door er explosieven onder te hangen. Dat is toch een hele nieuwe manier van oorlogsvoering.”

Continu in beweging

Samen met een aantal collega’s werd korporaal Myron geselecteerd. “We werden in 2 teams opgedeeld: operators die de drones besturen en een counterteam, dat ze bestrijdt. Ik hoor bij het eerste team. Wij zijn na de zomer opgeleid in Den Helder om met drones te vliegen.” Ervaring had hij nog niet. “Nee, de interesse was er wel, maar na de eerste trainingsdag heb ik direct zelf een drone aangeschaft”, vertelt hij niet zonder trots.

“Drones besturen vanaf een schip is een hele andere uitdaging.”

Nadat de korporaal en zijn collega’s hun civiele diploma hadden behaald mochten ze vanaf begin oktober oefenen met dronevliegen vanaf De Zeven Provinciën. Dat bleek toch weer een hele andere uitdaging. “Nogal”, bevestigt de korporaal. “Je krijgt op een schip te maken met meer wind en deining. Er is geen statische ondergrond en je landingsplek verplaatst zich elke seconde. Bovendien bevind je je op een groot metaal apparaat dat uitgerust is met sensoren. Het kompas dat op zo’n drone zit, heeft daar wel last van. Dus dat is meteen iets wat we meenemen in de evaluatie.”