Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 02
Terugkijker
Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties die invloed hebben gehad op de hele wereld.
Tekst: Evert Brouwer | Foto's: Diversen
Om hiermee het ‘o ja-gevoel’ op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of ons deze niet meer exact herinneren. Vandaag gaan we terug naar 1913, toen het Vredespaleis in Den Haag werd geopend.

Den Haag staat deze zomer in het teken van de NAVO-top op 24 en 25 juni. De voorbereidingen zijn al volop bezig. Het is zeker niet de eerste keer dat de residentie stilstaat voor en bij de bescherming van de wereldvrede. Sterker nog, in 1913 zijn er in korte tijd twee gebeurtenissen die de stad in zijn greep hebben: het ‘Wereldcongres voor den Vrede’ (18-23 augustus) en vervolgens de opening van het Vredespaleis (28 augustus).

Het nagelnieuwe blad Panorama bericht dat jaar in een aantal edities uitgebreid over zowel het congres als de opening van het Vredespaleis. “Er is nauwelijks een gebeurlijkheid van groote internationale beteekenis te denken, als van de oprichting, den bouw en opening van Carnegie’s stichting, het Vredespaleis”, valt te lezen in de editie van 28 augustus.
Tsaar Nicolaas II
In 1899 en 1907 is Den Haag al gastheer geweest van twee internationale vredesconferenties. Vertegenwoordigers van 26 landen bespreken dan op initiatief van de Russische Tsaar Nicolaas II de handhaving van de wereldvrede en het verminderen van de bewapening. Voor die conferenties stelt koningin Wilhelmina Paleis Huis Ten Bosch ter beschikking.

De internationale gemeenschap, met als initiatiefnemer de Schots-Amerikaanse staalmagnaat en filantroop Andrew Carnegie, denkt dat het goed zou zijn hiervoor een speciaal gebouw op te richten: een paleis voor de vrede. Het bouwwerk moet niet alleen dienen als onderkomen van het Permanent Hof van Arbitrage, het moet ook de grootste bibliotheek van internationaal recht en vrede huisvesten.

Neutraal
Carnegie zoekt een plek waar landen bij een onderling conflict samenkomen om geschillen op vreedzame wijze op te lossen. Uiteindelijk komt Den Haag uit de bus. Mogelijk omdat Nederland neutraal is en gemakkelijk te bereiken met trein of boot. Ook zijn er hartelijke banden tussen ons koninklijk huis en dat van het Russische Romanovs.


Met enthousiasme spreekt Carnegie over de hele wereld over zijn visie achter het Vredespaleis: “Wij moeten de wapens neerleggen en in plaats daarvan met woorden strijden voor onze idealen”, zegt hij. In Nederland is de gemeenschap van ‘het gebroken geweertje’ dan al omvangrijk. Het zijn vooral mannen die met een speldje op de revers rondlopen, maar de grootste voorvechter van het pacifisme is een vrouw: Bertha, Barones von Suttner, uit Oostenrijk-Hongarije. Zij is ook een van de weinige vrouwen die aanwezig mag zijn bij de opening van het Vredespaleis. Voor haar inzet is ze in 1905 al beloond met de Nobelprijs voor de Vrede.

Toren verdwijnt
Er is dan nog een slag te slaan. Wie mag het ontwerp maken voor het bouwwerk? Er komt een openbare inschrijving voor architecten. De Nederlander Hein Berlage lijkt de beste papieren te hebben, maar het wordt de Fransman Louis Cordonnier. Hij is bekend om zijn Opera in Rijssel (Lille) en het stadhuis van Duinkerken.
Het oorspronkelijke ontwerp van Cordonnier is behoorlijk overdadig. De anderhalf miljoen dollar die Carnegie ter beschikking heeft gesteld, is daarom ontoereikend. Daardoor ‘sneuvelt’ een van de torens die het oorspronkelijke ontwerp sieren.
Baken van hoop
In 1913 is het dan eindelijk zover en dat met veel minder inzet van politie en Defensie dan komende zomer. De opening van het Vredespaleis speelt een belangrijke rol in de festiviteiten rondom de viering van honderd jaar onafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden. De plechtigheid wordt bijgewoond door talloze prominente gasten, onder wie koningin Wilhelmina en Prins Hendrik, die de eer heeft om het officiële openingswoord te geven. Met trots spreekt hij over de betekenis van het Vredespaleis en de hoop die het biedt voor een meer vreedzame wereld. “Dit paleis is een monument van onze toewijding aan rechtvaardigheid en respect voor elkaar”, zegt hij.
Carnegie mag ook enkele woorden spreken: “Dit gebouw is een baken van hoop, waar de toekomst van de mensheid wordt gevormd.”
Die toekomst begint een jaar later, als ondanks de beste bedoelingen van Carnegie de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Geen Vredespaleis dat daar tussen komt.

Prijs
Het Vredespaleis huisvest nu, behalve het Permanent Hof van Arbitrage, ook het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties, de Haagse Academie voor Internationaal Recht en de Bibliotheek van het Vredespaleis. De Carnegie Stichting is nog steeds de eigenaar en beheerder van het Vredespaleis.
In november heeft de Nederlandse krijgsmacht nog de Carnegie Wateler Vredesprijs ontvangen, de op één na oudste vredesprijs ter wereld. Deze eer is toegekend voor de inzet in meer dan tachtig vredesmissies wereldwijd.