09

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 04 | 2023

Eerste resultaten van Task Force 22

Luchtmacht op het juiste spoor

x
Leestijd: 10 minuten

De Task Force 22 van het Commando Luchtstrijdkrachten is op stoom. In drie sporen moet een solide fundament worden gelegd om de plannen uit de Defensienota 2022 zo snel mogelijk gestalte te geven. Het eerste spoor, scenario’s en concepten, staat inmiddels stevig op de rails. In deze De Vliegende Hollander volgen we spoor 1. In de volgende uitgaven komen spoor 2 en 3 aan de beurt.

Tekst: Evert Brouwer | Foto boven: sergeant-majoor Hille Hillinga

De F-35 is voor allerlei taken van (lucht)verdediging inzetbaar. Foto: sergeant-majoor Jan Dijkjstra

‘Wanneer we klaar zijn? Tussen gisteren en nooit’

Samen met de onderzoeksinstituten TNO en NLR heeft de werkgroep Spoor 1 liefst 6 operationele missiesets samengesteld, die verdere uitwerking en zo nodig aanpassing behoeven. “Dit is de start van een continu proces van scenario- en conceptontwikkeling. Een integrale aanpak om ervoor te zorgen dat het ambitieniveau van minister en CDS en de wensen van de NAVO kunnen worden waargemaakt. “Wanneer we daarmee helemaal klaar zijn? Ergens tussen gisteren en nooit”, zegt projectmanager’ kolonel Rob ‘Venus’ van den Heuvel. “Door bezuinigingen van de afgelopen decennia is het doordacht maken van dit soort plannen – gebaseerd op de harde realiteit – niet meer gedaan. Daar hadden we de mensen niet meer voor. De inhaalslag doen we met de Taskforce nu in een hoog tempo: welk gereedschap, welke handvatten zijn er nu daarvoor, wat is er nodig en wat kost dat?”

Commandocentralepersoneel van Zr.Ms. De Ruyter bewaakt het luchtruim. Om een goede dekking te krijgen, moeten alle systemen in de lucht, op het land en de zee samenwerken. Foto: sergeant-majoor Gerben van Es

Verdieping

In november vorig jaar is Spoor 1 begonnen met conceptontwikkeling. In een tweeweekse sessie met een multidisciplinair team van CLSK, NLR en TNO zijn de eerste concepten voor Spoor 2 ingekleurd. In aanloop naar het volgende zogenoemde NATO Force Model (NFM) bid, bleek dat deze concepten verdieping nodig hadden. Samen met Spoor 3 is een verdiepingsslag uitgewerkt, zijn de concepten gesplitst in operational views en enabling views. Spoor 1 verdiept de operationele kant, terwijl Spoor 3 de enablers (uitvoerenden) voor haar rekening neemt. Beide sporen ondersteunen elkaar in de voorbereiding en uitwerking.

Kreta 2016. Nederlandse en Duitse militairen oefenen met het Patriot luchtafweersysteem. Foto: sergeant-majoor Hille Hillinga

‘Er is breed gekeken hoe de missiesets aan te lopen’

Scenario’s

Kort samengevat is dat waarmee de taakgroep zich bezighoudt. Spoor 3 en de enabling views worden in een volgende Vliegende Hollander verder toegelicht. Voor de Operational Views van Spoor 1 is eerst gekeken naar welke scenario’s denkbaar zijn, nu en in de toekomst. Welke effecten wil de NAVO daarin bereiken en hoe past de luchtmacht daarin. Vervolgens is gekeken naar de capaciteiten die daarvoor nodig, en welke middelen daarvoor geschikt zijn. “Door deelname van de andere Operationele Commando’s is breed gekeken hoe die missiesets [zie kader hieronder, red] aan te lopen. Ook middelen van partnerlanden zijn in ogenschouw genomen. Misschien wel het belangrijkste element was de slag hoe deze middelen met elkaar samenwerken en welke afhankelijkheden ze kennen. Om op al deze vragen antwoord te kunnen geven, hebben we ondersteuning gevraagd aan NLR en TNO”, legt Van den Heuvel uit.

Een onderdeel van integrated air and missile defence: Zr.Ms. De Ruyter vuurt Standaard Missile 2 tegen luchtdoelen af. Foto: sergeant-majoor Gerben van Es

Missiesets

Een van de belangrijke uitkomsten van spoor 1 is het presenteren van de zes missiesets. Kolonel Martin ‘Tsjech’ ’t Jong geeft tekst en uitleg.

1 C-A2/AD (counter-anti access/area denial)
“Je wilt de luchtverdediging van de tegenstander zoveel mogelijk uitschakelen, zodat wij de vrijheid in de lucht hebben om onze partners te kunnen steunen.”

2 Maritime ISR Strike
“Met een natuurlijke link in het noorden en moderne dreigingen op en van over zee moeten we weten wat er gebeurt en kunnen ingrijpen indien nodig. Dit doen we in samenspel met de marine.”

3 DPS (Deep Precision Strike)
“Daarvoor hebben wij, de landmacht en de marine nieuwe wapens die over grote afstanden doelen kunnen uitschakelen. Het is dan wel zaak die doelen vooraf te bepalen, zodat je direct in actie kunt komen als dat nodig is. Daar zit een continu targeting-proces aan vast aan de voorkant. Dat moet vandaag ingeregeld zijn om indien nodig morgen klaar te staan.”

4 Air manoeuvre operations, luchtmobiel optreden
“Dat is niet alleen air assault. Het gaat om het hele spectrum van samenwerken van luchtmiddelen met lichte infanterie en gezamenlijk effecten brengen. De ene keer is de grondmacht het zwaartepunt, in andere missies (air manoeuvre) ligt de nadruk op het uitbrengen van (non)-kinetische effecten met de wapensystemen van de luchtmacht.”

5 SOF Air (special operations forces Air)
“Een domein volop in beweging en grondig in geïnvesteerd met de Defensienota 2022. We zullen nog meer met de special forces gaan werken. Ook de keuze van de opvolger van de Cougar hangt daarmee samen.”

6 Integrated Air and Missile Defence (IAMD)
“Land, zee en lucht vormen hierin een samenspel en het begin in Nederland. We moeten ‘thuis’ onze verdediging op orde hebben, al is het alleen om onze NAVO-taken zoals Host Nation Support veilig te stellen. Het gaat niet alleen om het weren van vliegtuigen. We zijn niet de enigen met raketten die over lange afstand doelen bestoken. Het is dan ook zaak dat wij in Nederland bepalen wat essentiële militaire, maar ook civiele infrastructuur is die moet worden beschermd. Daaruit volgen keuzes: wat kan ik actief en passief verdedigen en wat accepteer ik als verlies. In Nederland was daarvoor lang te weinig gevoel van urgentie.”

Nabij-luchtverdediging met de Stinger. Foto: sergeant-majoor Maartje Roos

Gedrevenheid

Van den Heuvel, in het dagelijks leven Hoofd Afdeling Jachtvlieg Operaties, houdt namens Directeur Operaties commodore Bert de Smit het complete overzicht. Spoor 1 is belegd bij het Air & Space Warfare Center (ASWC) en daar bewaakt kolonel Martin ‘Tsjech’ ’t Jong het proces. Hij en Van den Heuvel hebben dagelijks contact. “Bijna iedereen doet dit naast het dagelijks werk. De mensen hebben zichzelf echt gemobiliseerd. Alles is strak weggezet in de werkgroepen.” Uiteindelijk leidt dat volgens ‘t Jong tot “een behapbaar, leesbaar rapport dat je niet alleen in de staven kunt gebruiken, maar ook kunt meenemen naar de squadrons. Het moet bij iedereen vallen en gaan leven.”

Oefening van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) in Duitsland in 2015. Foto: Herman Zonderland

‘Het is een doorkijk met een realistische bril’

Eerste stappen

Het begon allemaal met sessies met grotere aantallen medewerkers van luchtmacht – van laag tot hoog – en vertegenwoordigers van kennisinstituten. “Soms wel tachtig man, maar dat heeft nooit tot een Poolse landdag geleid”, verzekert Martin, hoofd Air & Space Warfare Center. “We hebben met een multidisciplinair team, ondersteund door TNO en NLR, de eerste stappen gezet in het maken van nieuwe operationele concepten; een doorkijk met een realistische bril.”

De oefening Joint Project Optic Windmill, op luchtmachtbasis de Peel, brengt veel systemen samen. Foto: sergeant Jasper Verolme
Tijdens de oefening Port Defender, bedoeld om de cruciale Rotterdamse haven te beschermen, oefenen de Maritime Special Operation Forces het fastropen vanuit een Cougar. Foto: Phil Nijhuis

Nu is een veranderingsproces geen nieuws voor de luchtmacht. Rob: “We zijn daar natuurlijk al langer mee bezig. Neem de 5e generatie luchtmacht. Maar ook de wereld om ons heen is al veranderd sinds de presentatie van de Defensienota 2022. Die is van net vóór de inval in Oekraïne.” Dat conflict kan dan wel worden meegenomen in de toekomstige scenario’s, waarbij de mogelijke inzet van het luchtwapen is geprojecteerd op brandhaarden in de wereld. De uitkomst is dat er zes zogeheten missiesets op de plank zijn gelegd waarmee het CLSK verder kan. “Experts vanuit de verschillende commands van de luchtmacht en externe specialisten, ook van andere krijgsmachtdelen, hebben binnen deze zijsporen de toekomstige concepten uitgewerkt”, geeft Martin aan. Logisch, want bij de meeste onderwerpen is er minimaal sprake van joint, dus samenwerking met andere domeinen (land, zee, special forces, cyber, space) en ook vaak internationaal (combined).

Minister Ollongren, staatssecretaris Van der Maat en Commandant der Strijdkrachten generaal Eichelsheim presenteerden een jaar geleden de Defensienota 2022. Foto: korporaal Gregory Fréni

‘We moeten niet alleen vandaag, maar ook morgen klaar staan’

Multi Domein

“Neem de Integrated Air and Missile Defence”, stelt Martin. “Het eerste woord zegt het al. Voor de luchtverdediging is in Nederland een aantal systemen beschikbaar. Vanuit de lucht zijn dat de F-35’s, vanaf land de luchtafweerraketten van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando en vanaf zee die van de fregatten. Je zult dus wel moeten samenwerken. Daarom heeft de luchtmacht de aansluiting gezocht met de andere domeinen, waarmee een basis kan worden gelegd voor het verder inrichten van Multi Domein Operaties. Die mogen best wat steviger op de kaart. Er zit voldoende verdieping in deze task force zodat je goed kunt discussiëren over de positie van de luchtmacht in een joint setting. We moeten niet alleen vandaag, maar ook morgen klaar staan en ons snel aanpassen aan de situatie in de wereld.”