04

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 04

‘Dutch Sniper’

Tekst kapitein Roel van de Wiel
Foto sergeant Hille Hillinga

Het vakmanschap van het ongeziene afstandsschot

film

De Hollywoodfilm American Sniper, vanaf komende week in de Nederlandse bioscopen, leidt in de Verenigde Staten tot hevige discussie. Was recordschutter Chris Kyle held of lafaard? De Nederlandse commando-sniper Jack toont zich wars van zulke kwalificaties. De ‘Dutch Sniper’ is vooral vakman.

De schietbaan van Camp Castor is een woestijnstrook op een paar kilometer rijden van het kamp van de Nederlandse militairen. Een markante heuvel dient als kogelvanger, de ruim anderhalve kilometer zand ervoor is vrijgemaakt voor de Minusma-militairen. Daar kunnen zij hun wapenarsenaal op inschieten en hun vaardigheden bijhouden.
De schietbaan is het domein van sergeant-1 Jack, sniper bij het Korps Commandotroepen. Het is begin oktober en Jack is halverwege zijn uitzending met de Special Operations Land Task Group (SOLTG), de Nederlandse grondverkenningseenheid van VN-missie Minusma.

x
Sergeant-1 Jack: “Per schot verzamel je informatie die je helpt bij het volgende schot.”

‘Nooit vaak genoeg’

De ervaren sniper, met meerdere missies in Irak en Afghanistan op zijn palmares, komt tijdens zijn hoofdtaak in Mali niet aan zijn specialisme toe. Hij rijdt als voertuigcommandant mee met de patrouilles van de SOLTG door de noordelijke woestijn, op jacht naar waardevolle intell. De sniperwapens (de Accuracy en de Barrett) gaan mee, klaar om in no time opgezet en gebruikt te worden. Ze blijven echter in de tas op het voertuig liggen.
Wel wijdt de sergeant elk rustmomentje ‘buiten de poort’ aan het uitwerken van schietoefeningen. De patrouillevrije dagen grijpt Jack zoveel mogelijk aan om zijn precisieschoten te lossen. Richting de kogelvanger op de schietbaan, welteverstaan.
“Je kunt het niet vaak genoeg doen”, vertelt Jack. “Hier in Mali is het anders schieten dan bijvoorbeeld in Nederland. De omstandigheden zijn nou eenmaal anders. Daar moet je aan wennen, van leren. Stukje bij beetje, per schot verzamel je informatie die je helpt bij het volgende schot. Langzaam vervolmaak je de puzzel.”

Jack heeft de film American Sniper gezien. In de video vertelt de Dutch Sniper wat hij er van vindt.

Nachtschieten

Vandaag staat er ‘nachtschieten’ op het programma. Belangrijk, stelt Jack, want “alles wat je overdag kunt, wil je ’s avonds ook kunnen.”
Met een klein groepje collega’s (elke commando-eenheid heeft een aantal sniper-specialisten) en een grote truck vol schietschijven en alternatieve doelwitten (grote oude hulzen, golfplaten) is Jack ‘s middags naar de schietbaan gereden. De doelen worden op de heuvel ingegraven, de schietoefeningen doorgesproken: inschieten op 200 meter, dan naar 1200 meter, 1600 meter en dan nog eens terug naar 200 meter.
De snipers gaan liggen en lossen hun eerste salvo’s. Als de zon ondergaat, worden de doelen met vuurblokjes ‘gemarkeerd’, zodat er gloeivlakjes verschijnen op de warmtebeeldcamera. Onverstoord boeken de Nederlandse snipers in het duister hun treffers.

x
Sniperteams van het Korps Commandotroepen hebben 2 operationele taken: het uitschakelen van doelen en het verzamelen van informatie.

Sommetjes

Het werk van een sniper is niet alleen een kunst van het scherpe oog, een goede ademhaling en de juiste timing. Er komt een voor buitenstaanders onnavolgbaar staaltje wis- en natuurkunde bij kijken. Met behulp van afstand- en windmeters worden ingenieuze sommetjes gemaakt die de kogel op het doel moeten puzzelen. Op afstanden boven de 1000 meter maakt elk element decimeters verschil. Het verschil tussen raken en missen dus. Of: tussen het doel raken en het doel uitschakelen.

“Op 1600 meter schiet je in feite met een krombaan”, legt Jack uit. “Dat betekent dat je kogel onderweg wel zo’n 15 meter omhoog gaat. Je schiet dus over een woonhuis heen. De juiste kogelbaan moet je dus precies berekenen. Je moet onder andere rekening houden met de wind, het klimaat en de afstand.”

x
Parameters en weerinvloeden zijn cruciaal, maar ervaring en gevoel zijn minstens even onmisbaar voor een treffer.

Vage kunst

En dan heb je nog het ongrijpbare deel van de snipersom. Parameters en weerinvloeden zijn cruciaal, maar ervaring en gevoel zijn minstens even onmisbaar voor een treffer. “De wind lezen”, noemt Jack zo’n vage vaardigheid. Of: “Je wapen aanvoelen.”

Je zou er om moeten lachen als niet sergeant Jack voor je stond, met de immense Barrett in zijn handen. Zijn collega’s noemen de commando de beste sniper van de krijgsmacht - en zijn aandeel in operaties in Irak en Afghanistan vaak doorslaggevend voor succes. Een vergelijking dringt zich op met de ‘American Sniper’, de vermoorde Navy SEAL die nu wereldwijd in bioscopen wordt bewonderd. Chris ‘The Legend’ Kyle werd in Irak Amerikaans recordhouder in bevestigde gedode strijders.
Een legende? Jack is wars van zulke aandacht. “Een van de charmes van dit werk vind ik dat het heimelijk is”, zegt hij nuchter. “Dat maakt het ook mysterieus. Wat ik doe, mag van mij onbekend voor de rest van de wereld blijven.”

x
De film American Sniper gaat 5 maart in première in Nederland. Defensie stelde woensdagavond een groep militairen in de gelegenheid om met door Warner Bros. aangeboden vrijkaarten de officiële voorpremière bij te wonen. Belangrijk, zo stelt een woordvoerder van het ministerie, want de film gaat over moderne oorlogvoering met een focus op Special Forces-landoptreden. De film geeft een inkijk in de belevingswereld en de dilemma’s waar de moderne militair en de sniper in het bijzonder mee wordt geconfronteerd. Ook toont American Sniper de extreme omstandigheden die militairen meemaken, hoe zij daar mee omgaan en welke gevolgen die kunnen hebben voor de militair. Deze zaken zijn relevant voor de Nederlandse militair en verdienen het om over na te denken en met elkaar over te spreken.

Het perfecte schot

Opscheppen over zijn operaties doet hij dan ook niet. Wel praat hij graag en veel over de specificaties van zijn specialisme. Voor niet-snipers en alfapersonen wordt dat echter al snel een ingewikkelde warboel van cijfertjes, graden en windsterktes.

Saai? Daarvoor bevat zijn relaas te veel passie. “Een ervaren sniper ziet zijn kogel vliegen”, onthult Jack uit het niets. Echt waar? “De kogel zelf niet natuurlijk. Maar een kogel trekt een luchtspoor. Dat kun je zien. En je voelt het ook. Zo volg je het schot tot op het doel.”

Middernacht: de snipergroep is terug op Camp Castor. De truck vol lek geschoten doelwitten is afgeladen. In de zelfgebouwde bar van het commandokamp komt de ‘Dutch Sniper’ tot rust en tot de kern: de magie van het sniperwerk.

Sergeant-1 Jack, afgestudeerd in de wetenschap van het ongeziene afstandsschot, grijnst. “De jacht naar perfectie”, concludeert hij. “Je schiet een kogel de lucht in, richting een exact punt. Onderweg kan er van alles mee gebeuren. Dat wil je onder controle houden. Met alle gegevens én op gevoel. Zorgen dat alles klopt. Je doet alles voor het perfecte schot. De voltreffer.”

z