Tekst kapitein Marlous de Ridder
Foto sergeant Sjoerd Hilckmann
Op patrouille met de commando’s in Mali
De commando’s zijn nu ruim een maand actief in Mali. Om een goed
beeld te krijgen van de situatie hebben ze eerst de directe omgeving verkend.
Inmiddels genereert de Nederlandse Special Operations Land Task Group
(SOLTG) in een groter gebied inlichtingen voor VN-missie MINUSMA. Een militair
mediateam volgde de commando’s op hun patrouille naar Ansongo.
Praten met locals
Wie Special Forces zegt, denkt vooral aan geheimzinnige en
nachtelijke operaties. De missie in Mali heeft daarentegen een open en
transparant karakter. Ook de commando’s kiezen, afhankelijk van de operatie,
voor zichtbaarheid. De ploegen krijgen daarom de opdracht: ga de dorpen in en
praat met de burgers. De lokale bevolking is immers een belangrijke bron van
informatie. “Het is niet zo dat we alleen op zoek gaan naar strijders”, zegt
ploegcommandant luitenant Daniël. “Maar we vragen juist ook naar de sociale en
economische omstandigheden. Alleen dan krijg je een goed beeld van de
veiligheid.”
De route naar Ansongo, zo’n 100 kilometer ten zuiden van Gao, leert dat Mali allesbehalve woestijn is. Het landschap wordt afgewisseld met grasvlaktes, tropische planten en palmbomen. “Vandaar onze nieuwe camouflagepakken”, vertelt sniper korporaal-1 Robin. “Multifunctioneel voor deze missie. Ze zijn geschikt voor de desert, maar ook voor de green zone en moerasgebied.” De dorpen concentreren zich vooral rond de Niger, de belangrijkste rivier die dwars door het land stroomt. Hier leven de mensen van visserij en akkerbouw. Hoe verder we afzakken naar het zuiden, hoe stiller het wordt. We rijden kilometers lang zonder ook maar een mens tegen te komen. Commando’s zijn per uitstek geschikt voor Special Reconnaissance. Dit zijn speciale verkenningen, vaak ver van eigen troepen, om informatie te krijgen over een (semi)-vijandig gebied en dreigingen. Het vijandbeeld in Mali is diffuus. Daarnaast is het land ook nog eens onmetelijk groot. MINUSMA is dus sterk afhankelijk van sensoren in het veld. Onze commando’s gaan die inlichtingen leveren. Net als de Apache-gevechtshelikopters en onbemande vliegtuigjes. Daniël: “Intell die binnenkomt verifiëren of ontkrachten we. Zo gingen er deze weken geruchten dat gewapende groeperingen actief zouden zijn in de omgeving. De ‘hotspots’ die wij kregen aangewezen, blijken rustig.”
Recht in de ogen
Verkennen: het is een vak apart. Want hoe weet je nou of je op het goede
spoor zit en of iemand de waarheid vertelt? Zeker wanneer de taal een barrière
vormt. “Heel simpel”, meent Daniel: “Dat onderbuikgevoel wanneer je iemand recht
in de ogen aankijkt. Alle jongens zijn veel op missie geweest en hebben daar
feeling voor.”
De groene baretten komen op plekken waar nog nooit een westerling is geweest. Toch worden ze overal positief ontvangen, zeggen ze. “Fantastisch hoe kinderen reageren. Ze hebben niks maar zijn toch vrolijk”, vertelt een operator. In de gehuchten knopen de militairen een gesprek aan, kijken rond en maken foto’s. Graffiti-teksten, een antennemast, stroom, voorzieningen. Het zijn allemaal indicatoren die analisten in Gao en Bamako kunnen gebruiken.
Terugschakelen
Voor de avond valt, breken de ploegen hun patrouilles af. Ze zijn
zwaarbewapend en op het slechtste scenario voorbereid. Tot nu toe hebben ze nog
niets gevaarlijks meegemaakt. Voor de mannen behoorlijk schakelen na jaren
vechten in Afghanistan. Of ze die spanning niet missen? “Ach, het één is niet
beter, wel anders”, oordeelt een commando diplomatiek.