Tekst Jack Oosthoek
Foto archief ISAR

Reserve-overste speurt in Nepal mee naar slachtoffers aardbeving

“Het was allemaal bizar.” Reservist kapitein-luitenant-ter-zee arts Floris Idenburg van het Instituut Defensie Relatieziekenhuizen (IDR) heeft eind april in de puinhopen van Nepal meegezocht naar slachtoffers van de (eerste) aardbeving. Niet met een eenheid van Defensie, maar met het Nederlandse Urban Search and Rescueteam (USAR). 

Idenburg, chirurg in het Medisch Centrum Haaglanden, is al tien jaar als arts aan USAR verbonden en kan zodoende naar rampgebieden worden uitgezonden. De afgelopen jaren doet hij mee aan reddingsoperaties in Pakistan en Haïti, in beide gevallen na aardbevingen. 

Aangekomen in het aardbevingsgebied kan Idenburg zijn ogen nauwelijks geloven. Vrijwel de hele infrastructuur ligt in puin.

Zo snel mogelijk

Krap 24 uur nadat de aarde in Nepal op 25 april voor de eerste keer beeft, vliegt Idenburg met het USAR-team naar de Nepalese hoofdstad Kathmandu. Zoals hij op basis van zijn ervaringen al vermoedt, komen hij en zijn collega’s in een surrealistische wereld terecht. Opnieuw wordt hij in zijn visie bevestigd: reis nooit met een westerse mindset naar een rampgebied. Stel je in op chaos. “De enige zekerheid die je in een rampgebied hebt, is dat er geen zekerheid is”, vertelt Idenburg. “De autoriteiten in Nepal wisten nauwelijks iets. Nergens konden we met vragen terecht. Een rampenbestrijdingsplan was er evenmin.”

Een USAR-reddingswerker neemt poolshoogte.

Helemaal overvraagd

Om enigszins overzicht in de chaos te krijgen, richt het USAR bij het vliegveld van Kathmandu een basiskamp in. Ook wordt geprobeerd in samenwerking met de autoriteiten een plan van aanpak te maken, een lastige klus. “De autoriteiten waren helemaal overvraagd”, verzucht Idenburg. 

Niets meer

Het lukt de Nederlanders om buiten Kathmandu een vak toegewezen te krijgen om naar slachtoffers te zoeken. Daar aangekomen kan Idenburg zijn ogen nauwelijks geloven. In de wijde omtrek ligt de infrastructuur compleet aan diggelen; dát heeft hij tijdens zijn jarenlange werk voor USAR nog nóóit meegemaakt. Wegen zijn niet of nauwelijks berijdbaar, gebieden onbereikbaar, verbindingen liggen er uit. Eigenlijk is er niets meer, zou je kunnen zeggen. 

Een plan van aanpak maken, was volgens Idenburg in Nepal lastig. “De autoriteiten waren helemaal overvraagd.”

Holle ruimtes

Het USAR-team zoekt dag in dag uit met speurhonden naar slachtoffers onder het puin. De Nederlanders hopen in holle ruimtes slachtoffers te vinden. Vooral bij betonnen huizen bestaat die kans. Storten deze in, dan ontstaan tussen de betonnen brokstukken mogelijk holle ruimtes waarin een slachtoffer kan overleven. Stort een bakstenen huis in, dan is het één en al puin waarin een mens niet kan overleven, simpel omdat er in zo'n geval geen holle ruimtes ontstaan.

De hulptroepen van USAR zochten de klok rond naar slachtoffers.

Niemand thuis

De honden van het Nederlandse USAR-team slaan één keer aan. Maar ze vinden niets. “Geen idee hoe dat kon”, vertelt Idenburg. “Misschien was er tijdens de aardbeving niemand thuis... Uiteindelijk hebben we geen gewonden gevonden, wel dodelijke slachtoffers. Ook hebben we met onze honden op veel plekken geprobeerd uit te sluiten dat daar slachtoffers in het puin lagen. Sloegen de beesten niet aan, dan stopten we onze zoektocht en markeerden we de plek, als teken dat daar al was gezocht.” 

De USAR-ploeg maakte de heen- en terugreis naar Kathmandu met een KDC 10 van de luchtmacht. Bovenste rij, geheel rechts, reserve kapitein-luitenant-ter-zee arts Floris Idenburg.

“Reis nooit met een westerse mindset naar een rampgebied”

Spontaan huilen

Wat maakte in Nepal de meeste indruk op Idenburg? Dat het onmogelijk is om je op een hulpactie voor te bereiden. “Alles loopt anders dan je vooraf denkt.”
Ook is Idenburg onder de indruk van de Nederlanders die met een KDC 10 van de luchtmacht vanuit Kathmandu naar ons land worden gerepatrieerd. “Eenmaal aan boord begonnen sommigen te huilen, waarschijnlijk omdat ze zich gered en veilig voelden. Dit vergeet ik nooit meer.” Hetzelfde geldt voor het bezoek dat hij namens USAR aan een gewonde landgenoot in het ziekenhuis in Kathmandu brengt. “Hij voelde zich opgelucht.” 

Noodrantsoenen

De ervaringen die Idenburg tijdens zijn militaire missies heeft opgedaan, zoals in Afghanistan, kwamen hem in Nepal goed van pas. Ook binnen USAR staat veiligheid voorop, wordt met een buddysysteem gewerkt en verloopt de communicatie via radio en satelliet. Net als in een missie slaapt iedereen in tenten en eet vaak noodrantsoenen. “Soms dacht ik: ik zit in een militaire operatie.”

Heel bizar

Hoe zou Idenburg zijn ervaringen in Nepal samenvatten? “Ongelooflijk hoeveel menselijk leed een aardbeving veroorzaakt. De ene minuut heb je alles, de andere niets meer. Heel bizar allemaal.” 

Als bij een wonder stortten sommige huizen in het aardbevingsgeweld niet eens helemaal in.
x

Wat is USAR?

Aan de Urban Search and Rescue-organisatie zijn mensenredders verbonden, verpleegkundigen, artsen, speurhondengeleiders, bouwkundigen, brandweerlieden. In totaal circa 135 man. Ze zijn getraind om in binnen- en buitenland in de meest complexe situaties mensenlevens te redden. Bijvoorbeeld in een ingestort gebouw, in een gebied waar een aardbeving of orkaan is geweest, in een tunnel waar een ongeluk heeft plaatsgevonden.

De specialisten van USAR werken in het dagelijks leven bij landelijke veiligheidsregio’s, bij de Nationale Politie, het Ministerie van Defensie en het Medisch Centrum Haaglanden. Bij een ramp in ons land zijn ze binnen vier uur inzetbaar, bij een ramp in het buitenland binnen 24 uur.

De USAR-organisatie, die bij de Verenigde Naties is geaccrediteerd, valt onder het Ministerie van Veiligheidszaken en Justitie. Bij buitenlandse operaties heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken de leiding. Meer informatie op USAR.nl. 

x
x

Wat doet het IDR?

Het Instituut Samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen (IDR) coördineert de samenwerking van Defensie met civiele ziekenhuizen. Het instituut verzorgt opleidingen, begeleidt personeel en regelt de nazorg voor medisch-specialistisch personeel dat op uitzending of oefening gaat.

Het IDR werkt samen met de volgende relatieziekenhuizen: het Erasmus Medisch Centrum Dijkzigt, het Ikazia Ziekenhuis, het Maasstad Ziekenhuis, het Sint Franciscus Gasthuis (allemaal in Rotterdam), het Maxima Medisch Centrum in Veldhoven, het Medisch Centrum Haaglanden, het Medisch Centrum Leeuwarden, het Medisch Spectrum Twente in Enschede, het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem, het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk, het Sint Elizabeth Ziekenhuis in Tilburg en het Universitair Medisch Centrum St. Radboud in Nijmegen.

x