Tekst Eerste luitenant Wouter Helders
Foto Rob Gieling en sergeant 1 Eva Klijn
‘Prikkelende’ Future Force-conferentie geeft CDC stof tot nadenken
Het Nationaal Militair Museum in een onneembare vesting veranderen. Catering, legering en vervoer regelen voor de circa 450 deelnemers, gasten en ondersteunend personeel. De organisatie van de Future Force Conference (FFC) had veel voeten in de aarde. 2 medeorganisatoren van het CDC vertellen over hun ervaringen
In de tweedaagse Future Force Conference sparden grote denkers, hoge militairen, voormannen uit de industrie en kennisinstituten over de toekomst van de krijgsmacht.
Vaak onzichtbaar en bijna ongemerkt liepen medewerkers van het Commando DienstenCentra zich voor, tijdens en na de conferentie het vuur uit de sloffen. Pepijn Storm van Leeuwen stond als adviseur Bestuurlijke Ondersteuning aan de wieg van de FFC en brainstormde mee over thema’s en onderwerpen.
Senior projectleider Esther Navest was samen met haar team nauw betrokken bij de uitvoering van de conferentie, die volgens haar als evenement ‘prima bij het CDC past’. “Het belichaamt waar wij voor staan; meedenken, samenwerking en vakmanschap.”
In 5 vragen doen Storm van Leeuwen en Navest de achtergronden van de topconferentie uit de doeken.
Hoe begin je een dergelijk project?
Storm van Leeuwen: “Het begon allemaal met de wens van de commandant der Strijdkrachten, generaal Tom Middendorp, om een topconferentie te organiseren. Uit brainstormsessies met vertegenwoordigers van alle defensieonderdelen en TNO kwamen verschillende thema’s en sprekers naar voren. Dan moet je bepalen hoe baanbrekend je wilt zijn. Wat is je boodschap? Wie het publiek? Wat wil je bereiken? Uiteindelijk zijn we zo uitgekomen bij bijvoorbeeld sir Rupert Smith en Robert Kaplan. Twee grote militaire denkers met interessante meningen.”
“Bepaalde heilige huisjes mogen best ter discussie gesteld worden”
Hoe pakte dat uit?
Storm van Leeuwen: “Voor mij is de FFC geslaagd. De sprekers prikkelden, al hadden ze wat mij betreft nog baanbrekender mogen zijn. Bepaalde heilige huisjes hadden best wat meer ter discussie mogen worden gesteld. Smith betoogde bijvoorbeeld om militaire uitrusting meer aan te passen aan (en uit te breiden tijdens; red.) lopende operaties, in plaats van altijd grote voorraden aan te houden, zoals nu gebeurt. Dat soort opmerkingen zorgen voor reuring. Ook zie ik in de hele organisatie, en zeker bij het CDC, veranderingen. Mensen zijn steeds meer bereid vernieuwend te denken en te doen. Denk aan Het Nieuwe Werken. De Future Force Conference heeft in ieder geval weer genoeg stof tot nadenken gegeven.”
Ook bij het CDC?
Navest: “Ja, het CDC moet actief en proactief blijven meedenken over hoe we onze dienstverlening kunnen verbeteren. De maatschappij verandert immers snel. De innovatie gaat vliegensvlug. Denk aan hoe marktplaats en bol.com de wereld veranderd hebben.”
“Voor ons was het vooral dynamisch en uitdagend”
Over meedenken gesproken: wat kwam er allemaal kijken bij de organisatie van de FFC?
Navest: “Voor ons was het vooral dynamisch en uitdagend om goed te reageren op veranderingen in planning en organisatie. Denk aan onze ondersteuning op het gebied van veiligheid en financiën. Wat zijn de gevolgen als de beveiligingsbehoefte tijdens de voorbereiding verandert, omdat de opperbevelhebber van de NAVO en de Koning willen langskomen? Wat wordt er dan van het CDC verwacht? Welke disciplines hebben wij daarbij nodig? Zo moesten we de beveiliging ‘opschalen’. Daar hangt dan ook een ander prijskaartje aan.”
Wat maakte deze conferentie anders dan andere evenementen?
Navest: “Door het bezoek van hoogwaardigheidsbekleders als onder anderen minister Hennis-Plasschaert en de commandant der Strijdkrachten, moesten we veel nadenken over protocol. Liaison officers speelden een grote rol in het organiseren van de juiste manier van ontvangst en begeleiding. Ook de samenwerking met diverse (externe) partijen als TNO, het Nationaal Militair Museum, het Joint IV Commando, de Koninklijke Marechaussee en het Korps Nationale Reserve maakte het interessant. Met zoveel verschillende agenda’s een strakke conferentie optuigen: dat vergt veel afstemming.”